dinsdag 3 oktober 2017

Dag 149: Arendonk - Solt

Tijdens een monsterverplaatsing speel ik voor trekpaard.

Vandaag de grootste verplaatsing tot nu toe. In ieder geval 65 af te leggen kilometers, maar dat aantal neemt onderweg ongetwijfeld nog toe. Redelijk op tijd begin ik dus met inpakken. Een ritueel dat overigens veel tijd in beslag neemt. Alles heeft namelijk zijn eigen plek, want anders past het niet.

Uiteraard krijg ik het nog wel voor elkaar om mijn vertrek te vertragen, door juist nu een gesprek te beginnen met mijn buurman die er al sinds gisteren staat, maar waar ik nog niet meer dan een hoi mee had uitgewisseld.

Hij is al een keer op rondreis geweest door Nieuw-Zeeland en dat maakt mij jaloers. Hij op zijn beurt is dan weer jaloers op mijn huidige reis. Zelf wil hij graag met de fiets naar Marokko, dus grotendeels dezelfde route.

Helaas weet hij me ook te melden, dankzij een gesprek dat hij gisteren had, dat de boeren hier vandaag gaan proberen om het zwijn af te schieten dat in ieder geval al twee keer langs mijn tent is gelopen. Ik hoop dat 'mijn' zwijn weet te ontsnappen.

Afijn, tijd om op de fiets te stappen. Eerst de vier kilometer naar het kanaal, want kanalen wijzen mij vandaag de weg. Nederland is rivierenland, België is kanalenland. Overigens zijn deze kanalen vaak niet gegraven, maar op het land gelegd. Het is hier in deze regio heel normaal dat de kanalen hoger liggen dan het omringende land. Zelfs zoveel hoger dat de plaatselijke beekjes onder het kanaal door kunnen stromen.

Oude kanalen hebben traditioneel jaagpaden, waar de trekpaarden vroeger over liepen, en deze jaagpaden zijn tegenwoordig vaak geasfalteerd, zodat ze als fietspad dienst kunnen doen. Soms aan beide kanten van het kanaal, soms aan maar één kant. Overigens waren het niet alleen paarden die vroeger de schepen voort trokken, ook mensen werden gebruikt als trekdier.

De volgende zestien kilometers zijn qua route volgen kinderlijk eenvoudig. Gewoon langs het kanaal fietsen tot aan een kruispunt met een ander kanaal. Het fietsen zelf valt echter zwaar, want dit stuk ga ik pal zuid en heb ik voortdurend de wind tegen. Dit noodzaakt me om vaker pauze te nemen dan de bedoeling was.

Tijdens één van deze pauzes zit ik op een bankje voor een boom met daaraan een Mariabeeld. Aan de voet van de boom staat een bloemstukje met daarop een kaartje met de tekst voor Stig Broeckx, een beloftevolle renner uit de buurt die in mei 2016 betrokken was bij een verschrikkelijk ongeval tijdens de Baloise Belgium Tour, waarbij hij direct in een coma geraakte. Een maand later was dit zelfs een vegetatief coma. Wonder boven wonder ontwaakte hij in december toch uit zijn coma, hoewel daar eigenlijk geen hoop op was, en inmiddels heeft hij weer leren praten en zit hij weer dagelijks op de hometrainer. Het menselijk lichaam blijft verbazen.

Nadat ik de zestien kilometer zuidwaarts klaar heb volgt het volgende kanaal, dat ik ruim veertig kilometer moet volgen. Gelukkig nu pal oostwaarts, waardoor ik verlost ben van de tegenwind. Waar ik nu vooral last van krijg is de gestegen temperatuur, want het is vandaag 24 graden, net iets te warm met al die bepakking.

Vlak na de wisseling van kanaal moet ik ook van kant wisselen. Een omleiding brengt me naar de andere oever via een brug. Direct hierna volgen kort achter elkaar een drietal sluizen. Even wat hoogteverschil overwinnen dus. Hierna is het weer zo vlak als maar mogelijk is, dus peddel ik rustig verder.

Bij de volgende brug staat geen bordje dat ik terug moet naar de andere kant, dus blijkbaar kan ik aan deze kant verder. Dat klopt ook, twee kilometer lang. Daar stopt het verharde jaagpad en gaat over in een onverhard pad. Zucht. Ik voel geen behoefte om twee kilometer terug te fietsen naar die brug, dus probeer ik landinwaarts een andere route te vinden naar een brug die ik een kleine kilometer verderop zie liggen.

Het negatieve resultaat is uiteindelijk zes extra kilometers, wat het totaal voor nu op 71 brengt, het positieve resultaat is dat ik door een verbluffend landschap fiets. Denk Veluwe, maar dan kleiner, met veel meer zand en een meertje midden in dat zand.

Het ziet er verbluffend uit, maar ik ontdek later dat dit eigenlijk een enorm litteken is. Het heet de Lommelse Sahara en hoe poëtisch dat ook mag klinken, aan de ontstaansgeschiedenis is niets poëtisch. In de eerste helft van de vorige eeuw was hier vlakbij een zinkfabriek actief en de uitstoot van deze fabriek zorgde dat al het leven hier vernietigd werd, tot er enkel een zandvlakte over was gebleven. Om te voorkomen dat deze woestenij des doods zich verder uit zou breiden werden dennen en houtwallen gebruikt.

De ontstaansgeschiedenis van het meertje is net zo triest. De ontstane zandvlakte gaf velen zorgen, maar een ondernemer niet. Die zag mogelijkheden om eenvoudig zand te winnen nu alles dood was, en die begon met zand afgraven, met als resultaat dit meertje.

Na dit vreemde landschap kom ik via een buitenwijk van Lommel bij de brug en kan ik weer verder, tot aan Neerpelt, want ik moet mijn voorraden aanvullen. Ik dreig anders namelijk droog te vallen. Bij vertrek had ik 6,5 liter drinken bij me, maar al wat nu nog rest is een schamel litertje en dat is niet genoeg voor de laatste 25 kilometer.

Eigenlijk ben ik hier blij mee, want tot nu toe had ik bij verplaatsingen altijd moeite met vocht aanvullen. Deze keer ben ik daar veel bewuster mee bezig en heb ik hier bijvoorbeeld ook rekening mee gehouden met wat ik eet. Ik eet vooral dingen die me doen drinken. Daarnaast luister ik deze keer ook heel nadrukkelijk naar mijn lichaam. Loopt de temperatuur intern teveel op, dan neem ik direct pauze. Dit om voorbereid te zijn op wat maar op mijn weg kan komen. Het werpt ook zijn vruchten af, want na vijftig kilometer voel ik me nog altijd relatief erg fris.

De omweg langs de supermarkt zorgt echter wel weer voor wat extra kilometers, waardoor het totaal uiteindelijk op 75 gaat komen. Niet omdat de supermarkt zo ver van het kanaal ligt, maar omdat het soms flink lastig kan zijn om vanaf het jaagpad op een brug te komen.

In dit geval loopt er een route direct langs de brug omhoog, maar dat is een trap en dat gaat hem niet worden met een bepakte fiets. Uiteindelijk vind ik een route via een woonwijk. Deze woonwijk ligt echter een meter of zes lager dan het kanaal en vanuit dat punt mag ik de brug dus beklimmen. Dat was wel even steunen en kreunen.

Na de inkopen steek ik het kanaal weer over, om direct daarna een plekje te zoeken om te schuilen. Er komt namelijk regen aan. Vrijwel de hele dag heb ik de buien weten te ontwijken, maar nu komen er twee vlak achter elkaar die niet te ontwijken zijn.

Terwijl ik aan het schuilen ben kijk ik naar de grond van een stukje bos, waar ik voortdurend beweging op de grond zie. Telkens ga ik met mijn ogen naar een plek waar beweging te zien was, maar iedere keer ben ik te laat om te zien wat er aan het bewegen is. Pas als ik mijn ogen bewust richt op een stuk grond in de hoop dat daar vanzelf wat gaat bewegen ontdek ik wat het is. Er vallen druppels op de compleet verdorde blaadjes op de grond, waardoor zo'n blaadje vervolgens opspringt. Ik kijk dus naar een dansvloer van blaadjes op het ritme van de regen.

Na de regen fiets ik weer verder, terwijl langzaam de duisternis begint te vallen. Het is uiteindelijk pas na 65 kilometer dat ik echt de vermoeidheid begin te voelen. Niet slecht als je bedenkt dat mijn vorige langste verplaatsing een kleine zestig kilometer was en ik toen bijna te uitgeput was om de tent op te zetten.

Pas zes kilometer voor mijn bestemming verlaat ik het kanaal en ik kan blijven fietsen tot een paar honderd meter voor de paalcamping. Die laatste paar honderd meter zijn onverhard en lopen omhoog en dat is net iets teveel om fietsend te doen, dus dat gaat te voet.

Op de bestemming ga ik eerst even trots zitten. 75 kilometer met bepakking op een dag, zonder compleet gesloopt te zijn. Niet slecht, al zeg ik het zelf. Hierna begin ik op mijn gemak de tent op te zetten. Volgens mijn buienapp heb ik daar anderhalf uur voor voor de regen komt. Alle tijd dus.

Nou, toch niet. Een kwartier later komt ineens de melding dat het vijf minuten later gaat regenen. Als een dolle ga ik dus rennen om alle bagage in de binnentent te zetten en daarna snel het zeil van de buitentent er overheen te gooien. Net op tijd. Na dit buitje nog even de buitentent goed zetten en daarna duik ik de tent in. De hele dag ging het lekker, maar dat sprinten met bagage heeft me toch nog gesloopt. Ik ben wel blij dat ik de hele dag voorzichtig met mijn energie om ben gegaan, want anders had ik het niet gehaald en was alles zeiknat geworden.

Had het vandaag sneller gekund? Ja, sommige pauzes hadden korter gekund, maar de fietssnelheid en het aantal pauzes was precies wat mijn lichaam kon hebben. Eigenlijk voor het eerst in mijn leven dat ik zo bewust met mijn lijf om ben gegaan en tegelijkertijd de dag met de grootste lichamelijke inspanning die ik ooit op een dag heb geleverd. Alle reden dus om tevreden terug te kijken op deze dag.

Voor de afsluiter van de dag een vrolijk nummer dat past bij het tevreden gevoel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten