zondag 13 mei 2018

UFO's op het Hulsbeek

Wat is dat? UFO's op het Hulsbeek tijdens Kingsland?




Uiteraard zijn dit geen UFO's. Het gaat hier om de weerkaatsing van licht in mijn objectief, waardoor er losse lichten lijken te zweven boven het Hulsbeek. Dit soort foto's kunnen soms ook ontstaan zonder de oorspronkelijke lichtbron in beeld. De meeste zogenaamde UFO foto's ontstaan op deze manier, door een simpele weerkaatsing, niet door iets buitenaards.




zaterdag 12 mei 2018

Foto's Kingsland Oldenzaal 2018

Bijna dagelijks kom ik tegenwoordig op het Hulsbeek en de komst van Kingsland naar het Hulsbeek was voor mij dan ook geen verrassing, ik had de opbouw namelijk al bijna een week in alle rust zien gebeuren.


Tijdens de avondschemering de avond voor Koningsdag werd de lichtinstallatie getest en dat gaf mij het idee om tijdens het festival een plekje op te zoeken, na zonsondergang, vanaf waar ik wat foto's kon nemen van de lichteffecten. Nog nooit eerder gedaan, dus dat moest ik een keer proberen.


Op Koningsdag kwam ik eerst overdag nog een keer langs en de weilanden kwamen al redelijk vol te staan met auto's.


Het publiek was al in flinke aantallen aanwezig, maar voor mij was er nog niet veel te zien.


In het donker, met mijn zoomlens op mijn camera, werd het echter de moeite waard. Mijn eerste muziekvoorkeur is het zeker niet, maar het licht op de mainstage was de moeite waard.






Meer zien? Dat kan in de slideshow hieronder.

donderdag 10 mei 2018

Foto's Hulsbeekdag 2018

Recent was de jaarlijkse Hulsbeekdag. Een bijzonder drukke dag met ruim 25.000 bezoekers en daarmee iets te druk voor mij. Vanaf de andere kant van de zwemvijver, waar ik op mijn fiets passeerde, was er echter ook genoeg te zien.


Af en toe was er ook een vlieger te zien, maar helaas was het bijna windstil, waardoor de meeste grote vliegers niet in actie te zien waren.



Wat ik wel erg leuk vond om te zien dat waren de radiografische speedbootjes. Niet zozeer om de bootjes zelf, vooral om de watergordijnen die ze de lucht in stuwen.





Na een half uur proberen om onderstaande grote vlieger omhoog te krijgen was er eindelijk even genoeg wind. Bijna 10 seconden hield de vlieger het een meter boven de grond uit voor hij weer als een pudding in elkaar zakte.


Bovenstaande en andere foto's zijn samengevat in onderstaande slideshow.

maandag 30 april 2018

Schaatsenrijders in de lente

De lente is begonnen, tijd dus voor schaatsenrijders! Nee, niet mensen op dunne stukjes ijzer, maar de insecten.

Zittend op een bankje aan het water van het Hulsbeek zag ik ze ineens op diverse plekken op het water.


Soms zitten ze stil.....


En soms zijn ze in beweging, prachtige kleine golfjes achter zich latend.


Tot mijn grote verrassing bleef het echter niet bij een beetje over het water 'schaatsen', iets dat ik zou hebben verwacht gezien de naam van het beestje. Toen ik thuis de foto's aan het nakijken was, zag ik namelijk bewegingen die niets met schaatsen te maken hebben.


De schaatsenrijders lijken meer schaatsenspringers te zijn. Om voorwaarts te komen maken ze namelijk iets dat meer op een kleine sprong lijkt dan op schaatsen. De voorste poten van de schaatsenrijder zijn erg klein, maar met de middelste poten zetten ze fors af en schieten ze een stuk voorwaarts. De achterste poten worden daarbij vooral gebruikt om te sturen alsof het een soort roer is.


Dankzij mijn camera dus weer wat geleerd over de natuur. Mocht je meer foto's van de schaatsenrijders willen zien, dan kan dat hieronder in een slideshow.

dinsdag 24 april 2018

Roedel wolven in Oldenzaal?

Soms kom je iets tegen waarvan je denkt dit kan niet waar zijn. Zo'n moment had ik een tijdje geleden toen ik, met mijn camera bij me, een wandeling aan het maken was. Ineens zag ik voor me op de grond een pootafdruk en daarna nog één en nog één, samen diverse sporen vormend. Normaal maak ik me niet zo druk om een pootafdruk meer of minder, maar dit zouden we eens heel bijzondere pootafdrukken kunnen zijn. Volgens mij gaat het hier namelijk om de sporen van een roedel wolven.


Nu zijn waarnemingen van wolven tegenwoordig vrij normaal in Nederland, maar een roedel is er nog niet waargenomen. Laat ik overigens hier gelijk melden dat ik als geen ander weet dat enkel wat pootafdrukken geen enkel bewijs zijn. Soms kunnen honden immers pootafdrukken achterlaten die niet te onderscheiden zijn van die van wolven. Toch heb ik een aantal redenen om het meer dan waarschijnlijk te maken dat het hier daadwerkelijk om wolven gaat.

Om te beginnen is er natuurlijk de vorm van de pootafdruk. Typisch voor wolven, met de buitenste tenen wat meer naar achteren dan normaal bij honden. Dit alleen is echter niet voldoende. Het zou immers ook gewoon om een wandelaar kunnen gaan die zijn of haar honden aan het uitlaten is.

Die kans is echter in dit geval niet heel erg groot en dat komt door de omstandigheden. Het pad waar ik deze sporen aan heb getroffen ligt nog net in Oldenzaal, aan de uiterste noordelijke rand van het Hulsbeek, Door dom toeval was dit pad zeer recent van een nieuwe laag zand voorzien. Hierdoor waren de sporen niet alleen uiterst scherp, eventuele andere sporen zouden daardoor ook goed te zien zijn. Er waren echter geen andere sporen, alleen wat setjes vergelijkbare afdrukken.


Zou het hier gaan om honden die uitgelaten worden, dan zou je ook de voetafdrukken van een mens verwachten, maar die waren niet te zien. Gedurende enkele tientallen meters zag ik enkel dierlijke sporen. Als dit honden zouden zijn, dan zou de eigenaar door het veld zijn gelopen in plaats van over het pad.

Op de foto hierboven is ook te zien waarom het volgens mij om een roedel gaat. Het zijn duidelijk meerdere series pootafdrukken en ook nog in verschillende formaten. Een roedel bestaat uit moeder, vader en tot maximaal twee generaties van hun kinderen, dus meerdere sporen in verschillend formaat lijkt dan al snel een roedel te zijn.

Bepalend voor de vorming van een roedel is overigens het vrouwtje. Die kiest een territorium, laat vervolgens een mannetje toe en daarna komen de kleine wolfjes en is er sprake van een roedel. Vlak over de grens rond Nordhorn heeft zich een paar jaar geleden een vrouwtje gevestigd. Indien die inmiddels een mannetje heeft toegelaten, dan zou er dus echt vlak over de grens een roedel zitten. Een uitstapje naar Oldenzaal ligt dan waarschijnlijk gewoon in het territorium en is dus niet bijzonder.

Ook als dit vrouwtje nog solitair is zijn er nog roedels genoeg vlak over de grens om hier een keer een bezoek te brengen. In Duitsland zitten namelijk al minimaal zestig roedels, waarvan veertien in het direct aan de andere kant van de grens gelegen Nordrhein-Westfalen volgens actuele cijfers van de betrokken diensten. In Duitsland is het dus al niet langer meer bijzonder om een roedel aan te treffen.

Nu is er nog nooit een roedel wolven waargenomen in Nederland sinds de terugkeer van de wolf, dus als het hier inderdaad om een roedel wolven gaat, dan zou dit een unieke ontdekking zijn. Helaas wel een ontdekking die niet met 100% zekerheid te bewijzen valt, omdat dat alleen kan met DNA materiaal.


Prooi zit er overigens genoeg in dit stuk van het Hulsbeek. Letterlijk een steenworp verderop zag ik diezelfde dag nog een tweetal forse reeën. Ook lopen er flinke hazen in dit gebied. De pootafdrukken van de wolven waren dan ook niet de enige afdrukken die ik heb gezien. Op bovenstaande foto een afdruk die volgens mij van een ree afkomstig is.

Alles bij elkaar dus mogelijk een bijzondere ontdekking, maar helaas wel zonder enige zekerheid. Mochten er binnenkort echter meldingen komen over waargenomen wolvenroedels in Nederland, bedenk dan dat het begon in Oldenzaal.

vrijdag 20 april 2018

Foto's kampioenswedstrijd rugbyclub Harlequins

Afgelopen zondag werd de Oldenzaalse rugbyclub Harlequins voor het eerst in het bestaan kampioen door tijdens de één-na-laatste speelronde The Dukes uit Den Bosch met maar liefst 70-0 te verslaan.

Rugby was voor mij tot nu toe een sport die ik op TV had gezien en zelf in meer of mindere mate had beoefend op school tijdens mijn middelbare schooltijd. Een eeuwigheid geleden dus. Ik had er toen overigens wel veel plezier aan.

Al met al was dit dus de eerste keer dat ik een rugbywedstrijd heb bezocht en dat is mij prima bevallen. Het is een heerlijke sport om te bekijken.


Een spannende wedstrijd was het overigens niet, maar dat deed niets af aan het kijkplezier. De Harlequins waren duidelijk het betere team. Beter in de passing, maar vooral ook beter in het verdedigen.


Waar de verdediging van de Harlequins stond als een huis, vielen er bij The Dukes regelmatig gaten, waar de Harlequins zo doorheen konden walsen, waardoor de score snel toe bleef nemen.


Op het einde was de stand liefst 70-0 en was het kampioenschap binnen. Tijd dus voor feest.


Hieronder nog een slideshow met meer foto's voor de liefhebbers. Daar weer onder een hele lange slideshow met veel meer foto's voor het geval één van de spelers zichzelf nog graag terug wil zien.



En de lange versie. Mocht één van de spelers één of meer foto's willen ontvangen, maak dan even gebruik van het contactformulier onderaan. Vermeld hierin het tijdstip dat de foto voorbijkomt in de slideshow en dan kan ik het origineel er bij zoeken.




donderdag 19 april 2018

Lente in Twente

De bloempjes fluiten

De vogeltjes stralen

De zon staat in bloei

Lente in Twente



dinsdag 17 april 2018

Vakantie

Toen ik net een paar dagen terug was in het land trof ik iemand op straat tijdens het wandelen die me vroeg hoe mijn vakantie was geweest. Mijn antwoord was dat de vakantie eigenlijk pas net begonnen was.

Het klinkt mogelijk gek, maar tien maanden op de fiets door Europa is absoluut geen vakantie, het is vaak zelfs hard werken. Leuk werken, dat wel, maar toch hard werken. Een vakantie was het niet, maar een vakantie was wel wat ik nodig had bij terugkomst.


Eerst dacht ik een paar dagen nodig te hebben om bij te komen van de thuisreis, maar het was niet alleen de thuisreis waar ik van bij moest komen. Behalve wat lichamelijke rust, had ik vooral ook geestelijke rust nodig en dat verbaasde me, omdat ik tegelijkertijd het gevoel had dat ik mijn hoofd leeg had gemaakt onderweg.

Nu ik een tijdje terug ben heb ik een beter beeld van wat er aan de hand was en waarom ik echt even rust nodig had voor ik weer productief kon gaan worden. Ja, mijn hoofd was enerzijds leeg, in die zin dat ik de ellende van mijn verleden mentaal grotendeels achter me heb gelaten. Dat is echter natuurlijk niet het enige geweest dat er in het afgelopen jaar is gebeurd.

Tien maanden heb ik in de natuur geleefd en in die tien maanden heb ik zo'n 5.000 kilometer gefietst, waarvan 3.000 in de laatste vier maanden. Al met al heb ik dus in die tijd ontzettend veel gezien en meegemaakt. Belevenissen die allemaal dat gekke hoofd van me in zijn gegaan. Het duurde dus even voor dat allemaal verwerkt was, als het dat inmiddels allemaal al is.

Ik was al met al dus echt even toe aan vakantie. Daar ben ik echter inmiddels wel weer klaar mee, het is tijd om weer in beweging te komen. Vandaar ook dat dit blog nu weer actief is geworden na een onderbreking, een onderbreking die overigens langer duurde dan ik op voorhand had gedacht. De tijd van rusten is voorbij, tijd om weer te gaan leven en dus ook schrijven. In de afgelopen weken in ieder geval genoeg onderwerpen opgespaard.

maandag 16 april 2018

Het schrijven zal blijven - De toekomst van dit blog

De reis is klaar, wat nu te doen met dit blog? Ik zou het zo kunnen laten als herinnering aan mijn reis en er af en toe nog een keer naar kijken, maar dat is niet wat ik ga doen.

De reis per fiets door Europa mag dan voorbij zijn, de reis door het leven is dat natuurlijk nog lang niet en daarom heb ik besloten om dit blog actief te houden en aan te blijven vullen. Het is even stil geweest de afgelopen weken, maar daar gaat vanaf nu een einde aan komen. Het schrijven zal dus blijven.


Onderweg heb ik voor mezelf bevestigd gekregen wat ik eigenlijk al wist en dat is dat schrijven iets is dat een positief effect op me heeft, ongetwijfeld door een combinatie van creatief bezig zijn en soms ook dingen van me af schrijven. Alleen al voor mijn eigen welzijn is het dus een goed idee om te blijven schrijven.

Daarnaast is er volgens mij ook genoeg om over te schrijven. Natuurlijk, de dagelijkse reisverslagen zijn verleden tijd, maar ook nu terug in Nederland zie ik genoeg om me heen, zeker omdat ik er tegenwoordig een paar keer per dag even de deur uit ga om de wereld te aanschouwen. Daarnaast zou ik het kunnen hebben over hoe het met me gaat, wat dingen als de verkiezingsuitslag bijvoorbeeld met me doen, terugblikken op de reis, vooruitkijken naar toekomstige ondernemingen, mijn mening over onderwerpen die in het nieuws voorbijkomen, etcetera, etcetera, etcetera. Er is volgens mij meer dan genoeg om over te schrijven en dat blijf ik dus op deze plek doen.

Op dit moment heb ik al heel wat onderwerpen in voorbereiding, soms voorzien van foto's die ik maak tijdens het fietsen en wandelen, dus het zal vast niet al te lang duren voor er wat online gezet gaat worden. Jullie opmerkingen blijven daarbij natuurlijk welkom.

zaterdag 24 maart 2018

Dag 301: San Sebastian - Oldenzaal deel 2

Vermoeid het laatste stuk van Parijs naar Oldenzaal

Ik moet zeggen dat de vermoeidheid inmiddels goed te voelen is. Het is inmiddels 48 uur sinds ik ben begonnen met het voor de laatste keer inpakken van mijn tent en sindsdien heb ik een uurtje of vier aan slaap gehad, terwijl ik een half continent over ben gestoken.

Het drukke verkeer in Parijs helpt dan overigens niet mee, vooral in combinatie met de chauffeur die we nu hebben. Die is gek op enthousiast remmen en optrekken, wat de bus voortdurend doen schokken. Blijkbaar denkt meneer dat hij een collega van Fernando Alonso had moeten zijn in plaats van een collega van de andere buschauffeurs.

Normaal doet het me niet zoveel als ik een dergelijke chauffeur heb, maar met mijn vermoeide lijf voel ik iedere onnodige oneffenheid door het hele lichaam. Comfortabel is het in ieder geval niet.

De bus zit overigens ook weer een heel stuk voller, want in Parijs zijn er enkele tientallen passagiers opgestapt die mee gaan tot aan Brussel. Terwijl we met onze bus bij het station staan komen er overigens ook nog twee andere bussen van ALSA aangereden die tegelijkertijd met ons uit San Sebastian vertrokken waren. Vanaf hier scheiden onze wegen echter, want de andere twee bussen gaan oostwaarts richting Duitsland, terwijl wij noordwaarts blijven gaan.

Tijdens de stop in Parijs komen we met de passagiers ook even in opstand. De chauffeur wil direct verder, want inmiddels achter op schema, maar wij willen onze benen even vijf minuten strekken. Meerdere passagiers zijn al meer dan 24 uur onderweg en dan is even de bus uit, ook al is het maar vijf minuten, echt lekker.

We zijn net vertrokken vanuit hartje Parijs wanneer ik ineens maanden terug ben. We rijden namelijk over de Marne, vlak voor deze zich samenvoegt met de Seine. De Marne heb ik lang gevolg in het noorden van Frankrijk in de eerste weken dat ik aan de echte tocht was begonnen.


 Hoewel de teller sinds mijn vertrek op 301 dagen staat, is in mijn optiek de echte reis nog niet 301 dagen onderweg. De echte reis begon immers pas in Arlon eind oktober, daarvoor was mijn reis vooral gericht op het mentale herstel.

Ik zie de Marne nu met kale bomen langs de oevers, maar in gedachten ben ik direct terug in de herfst met de bijbehorende prachtige herfstkleuren langs de oevers toen ik door het noorden van Frankrijk onderweg was.

Na de drukte van Parijs volgt er nog een kort rustiger stuk met de bus door het noorden van Frankrijk, tot we België binnen gaan. In dit land was ik sinds oktober niet meer geweest. Eenmaal België binnen zijn we al vrij snel dicht bij Brussel en de drukte begint gelijk weer. Helaas zit nog altijd dezelfde chauffeur achter het stuur, dus het schudden kan weer beginnen. Een schudden waar tot aan Amsterdam geen einde meer aan gaat komen.

In Brussel stoppen we bij het Gare du Midi, een omgeving die ik erg goed ken. Lang geleden heb ik hier ooit nog een paar weken doorgebracht in een appartement op een steenworp afstand van het station, waardoor ieder hoekje en straatje me hier bekend is. De opstand van de passagiers kent hier overigens een vervolg, net als bij iedere volgende stop. Die paar keer vijf minuten moet de chauffeur maar voor lief nemen.

Vlakbij zit overigens één van mijn favoriete bierbrouwers, Cantillon. Een echte ouderwetse geuzebrouwer. Mocht je ooit in Brussel zijn, kom dan hier eens een kijkje nemen, het is echt de moeite waard. Geuze kent namelijk een heel ander brouwproces dan de meeste andere bieren.

De brouwerij van Belle Vue iets verderop is helaas niet meer, anders zou je een bezoek aan beiden kunnen combineren op één dag en zo mooi de traditionele brouwmethode en de geïndustrialiseerde kunnen vergelijken.

Na Brussel is de bus een stuk leger. De meeste inzittenden zitten er overigens al vanaf San Sebastian in. Bijna iedereen die onderweg ingestapt is, is inmiddels ook alweer uitgestapt. Na Brussel volgt Antwerpen nog en daarna vertrekken we met de laatste twintig passagiers richting Nederland.

Direct bij het binnenrijden van Nederland zit ik ook voor het eerst sinds Motril aan de zuidkust van Spanje weer op een plek waar ik met de fiets beng geweest. De dag dat ik naar het corso in Zundert ging kwam ik immers langs Hazeldonk, waar ik toen de snelweg overgestoken ben.

Nu zijn er ongetwijfeld mensen die zich afvragen hoe het voelt om weer in Nederland te zijn, maar daar vind ik op dat moment eigenlijk nog niets bijzonders aan. Ik vind het veel bijzonderder om naar een weg langs de snelweg te kijken waar ik overheen gefietst ben.

Nog even een stop in Breda, waar ik natuurlijk ook al eerder ben geweest op mijn reis en daarna verder, onder andere over het Hollands Diep, waarbij ik even kijk richting Nieuwe Merwede, waar een kilometer of dertig stroomopwaarts mijn tent vlak bij de rivier heeft gestaan.


Nog even een stop in Rotterdam en daarna het laatste stukje naar Amsterdam Sloterdijk, waar ik eindelijk definitief uit de bus kan stappen. In anderhalve dag ben ik dwars door Europa gegaan. Al wat nu nog rest is het laatste stukje.

Een laatste stukje dat natuurlijk niet helemaal soepel gaat lopen. Het liep overigens al niet soepel meer sinds Parijs dankzij de verkeersdrukte. Alles bij elkaar hebben we in het laatste stuk twee uur vertraging opgelopen. Vertraging die nog ietsje op zal lopen.

De trein van Sloterdijk naar Schiphol gaat nog goed, maar helaas valt daar de trein naar het oosten uit. Er komt dus nog een half uurtje vertraging bij. De treinreis gaat daarna verder soepeltjes. We glijden in een mooi tempo door een duister Nederland. Veel van het land krijg ik daardoor niet te zien, maar dat maakt me niet uit. Ik ben te moe om me nog druk te maken.

Na een laatste overstap in Hengelo kom ik rond elf uur dan eindelijk weer in Oldenzaal, het stedke van plezeer. Na 301 dagen en vele duizenden kilometers komt er dan toch een einde aan dit enorme avontuur. Er staan me nu andere avonturen te wachten, waar ik me vol goede moed op zal werpen, maar eerst rust. Na tien maanden voortdurend onderweg is het lijf toe aan een paar weken rust.

woensdag 21 maart 2018

Dag 301: San Sebastian - Oldenzaal deel 1

Spanje uit en dwars door Frankrijk, België en Nederland naar het stedke van plezeer.

Middernacht is het, tot op de minuut precies, wanneer we Spanje verlaten en Frankrijk binnenrijden. Ruim twee maanden ben ik in Spanje geweest. Ik kan me oudjaarsdag in Barcelona nog heel goed herinneren bijvoorbeeld, net als vele andere plekken en momenten. Nu ik het land van de zon verlaat is onvermijdelijk duidelijk, mijn reis komt tot een einde.

Eerst nog wel een 'paar' kilometer met de bus, maar het einde komt nu toch echt in zicht. Daardoor hoef ik me ook niet meer druk te maken, want deze bus brengt me tot aan Nederland, dus ik ga geen overstap op een andere bus meer mis kunnen lopen.

Het is een donkere nacht en daardoor helaas maar weinig te zien van de omgeving. Het nationaal park van de Gascogne dat we doorkruisen na een tussenstop in Bayonne blijft voor mij dan ook beperkt tot de contouren van bomen. Meer krijg ik niet te zien.

Het is overigens een onrustige nacht, omdat de bus met regelmaat een tussenstop maakt om passagiers in of uit te laten stappen. Niet minder dan vijf tussenstops maken we tussen het vertrek uit San Sebastian en het moment dat de zon boven de einder komt en bij iedere tussenstop is het weer onrustig in de bus dankzij in- en uitstappers.

Ondanks al deze onrust krijg ik tot mijn verrassing toch nog een klein beetje slaap. Normaal slaap ik niet in een bus en ik ben wel wat lange afstanden in bussen gewend. Ik ben echter gaan twintiger of zelfs dertiger meer en afgelopen nacht voor het busstation in Malaga had ik ook al geen slaap gehad.

Niet dat ik veel slaap krijg overigens, daar is het te onrustig voor met al die tussenstops, maar alles bij elkaar heb ik denk ik toch een uur of drie à vier geslapen en dat was mijn eerste slaap in ruim veertig uur tijd.

Precies met zonsopgang open ik mijn ogen en kan ik gelijk gaan genieten van de opkomende zon. Een opkomende zon die me gelijk doet denken aan stromend water. Eerst zie ik namelijk de zon achter een watertoren.....


.... en vlak daarna achter de stoomwolk die afkomstig is uit een kerncentrale. Water en stroom en dus samen stromend water.


Vlak na zonsopgang maken we een wat langere stop bij een tankstation voor het ontbijt. Mijn proviand is wat aan het afnemen, dus ben ik genoodzaakt om hier wat te kopen, waardoor ik ontdek hoe belachelijk hoog de prijzen hier in Frankrijk langs de snelweg zijn.

Ik ben echter wel erg blij met de kans om even wat rond te kunnen lopen, Al met al zit ik al bijna een dag lang stil op wat kleine onderbrekingen na en er is nog een heel eind te gaan. Bovendien is het lekker fris buiten. Het is namelijk min tien en dat kun je wel fris noemen.

Ik had overigens verwacht om moeite te hebben met de kou na maanden van warmte, maar ik ben gelijk weer mezelf. Ik heb weinig problemen met kou, nooit gehad. Ik sta dus als enige passagier uit de bus langere tijd buiten om een frisse neus te halen. De rest blijft zoveel mogelijk binnen.

Het lijkt of we nog maar net uit Spanje vertrokken zijn omdat het nog maar net daglicht is, maar we zijn ondertussen Parijs al tot minder dan 150 kilometer genaderd. Twee derde van Frankrijk is gedurende de nacht dus aan ons voorbij gegleden.

Het laatste stukje tot aan Parijs is niet echt de moeite van het bekijken waard, dus gaat mijn blik van het zijraam naar dat wat voor me hangt, de kaart van Europa met daarop alle bestemmingen van ALSA.


Langzaam begin ik vervolgens een beetje te dagdromen over alles wat er nog te ontdekken valt in Europa en wat allemaal binnen bereik ligt met een buskaartje. Vooral het oosten en zuidoosten van Europa trekt me aan, omdat ik daar nog zo weinig ben geweest.

Na terugkeer zal ik niet op korte termijn weer vertrekken, dat kan zelfs nog best lang gaan duren, maar nadenken over volgende reizen zal ik tot mijn volgende reis met regelmaat doen. Veel ook om over na te denken, want er zijn mogelijkheden genoeg.

Terwijl ik nog aan het dagdromen ben over toekomstige ontdekkingen, kom ik tot de ontdekking hoe druk Parijs is. Echt opschieten doet het verkeer op de snelweg namelijk niet meer en hoe dichter we bij het centrum van Parijs komen, hoe erger het is.

Gelukkig moeten we niet hartje centrum zijn, maar station Paris-Bercy waar we wel moeten zijn ligt dicht genoeg bij het centrum om voor kruipend verkeer te zorgen. Eigenlijk hadden we hier om tien uur in de ochtend moeten aankomen, maar het schema kan het raam uit vanaf het moment dat we de stad inrijden.

Vlak voor we bij het station aankomen zie ik iets dat me niet verrast, maar wel van mijn stuk brengt. Het is nog altijd rond de min tien graden, maar daklozen zitten hier gewoon in de vrieskou bij deze temperaturen.


Nu wist ik dat er een realistische kans zou zijn dat ik iets dergelijks te zien zou krijgen. Het is immers nog maar een week geleden dat bekend werd dat er in Parijs tenminste 3000 mensen op straat leven gedurende de winter, naast de 2000 daklozen die terecht kunnen in speciale opvangplekken tijdens de winter. De meerderheid van de daklozen kan dus nergens heen in deze stad, ook niet wanneer het min tien is.

Bijzonder ontnuchterend en triest om zoiets te moeten aanschouwen en weer eens een teken dat duidelijk maakt dat we als mensen nog heel wat te verbeteren hebben in onze samenleving. Soms lijkt het wel alsof we ons liever druk maken om kleine zaken zonder echte betekenis, dan dat we opstaan en met zijn allen de grote problemen oplossen.

Het is geen vrolijk einde van deel één van mijn laatste reisdag, maar het is niet anders. Ik ben best wel benieuwd of het bij twee delen beperkt blijft overigens deze keer, maar dat denk ik wel. Nog één reisverslag te gaan dus op deze site.

dinsdag 20 maart 2018

Dag 300: Malaga - San Sebastian deel 4

Door het noorden van Spanje.

Na de delen één, twee en drie van het verhaal van deze dag is hier dan eindelijk het laatste deel van dag 300, het stuk vanaf het binnenrijden van Madrid tot en met San Sebastian.

Hoe uitgestorven de binnenlanden hier zijn was wel te merken aan het aantal tussenstops dat we daar hadden gemaakt, precies nul. De laatste keer dat er passagiers op- of afgestapt zijn, was dus alweer een kilometer of 400 geleden. Al die tijd heeft de bus iets meer dan halfvol gezeten, maar daar gaat nu snel verandering in komen.

We rijden in Madrid namelijk het zuidelijke busstation in en daar is het een drukte van belang. Niet eerder heb ik zo'n groot busstation gezien. Hier zijn meer dan honderd perrons voor de bussen en die rijden dan ook voortdurend af en aan.

Zodra onze bus stilstaat is duidelijk dat we het een stuk drukker gaan krijgen. Hoewel de meeste passagiers uit onze bus uitstappen, stappen er nog veel meer in. De bus is ineens voor twee derde gevuld, maar gelukkig heb ik geen buurman of -vrouw gekregen. Bij dit soort lange ritten heb je het liefste wat ruimte.

Binnen een paar minuten vertrekt de bus alweer. Knap zo snel als het hier gaat met zoveel bussen tegelijkertijd. We rijden verder Madrid in, maar veel van de stad krijg ik niet te zien, met uitzondering van vele lelijke blokkendozen die ze woonflats noemen.

het begint overigens ook al langzaam donker te worden, iets dat pas had moeten gebeuren een stuk na Madrid. De tijd lijkt echt krap te worden voor de overstap in San Sebastian. Daarvoor echter eerst nog een stop in Madrid. Madrid heeft namelijk twee grote busstations. De zuidelijke voor de verbindingen naar het zuiden, oosten, westen en noordwesten en het noordelijke busstation voor verbindingen naar het noorden en het noordoosten. Aangezien mijn bus van zuid naar noord gaat stoppen we dus bij beiden.

Het noordelijke busstation is ook fors met tientallen perrons maar bijzonder genoeg is deze ondergronds en hij bestaat zelfs uit twee verdiepingen ondergronds. De rijbanen zijn wel erg smal hier en dat is te zien aan de muren, daar schuurt af en toe een bus langs.

Tegen de tijd dat we weer bovengronds zijn is de achterstand op het schema inmiddels anderhalf uur en dat terwijl er maar een uur speling zit in het schema om de overstap te halen in San Sebastian. Rustig zitten is bij mij dus geen optie meer.

Het is wel spijtig dat het inmiddels donker is, want daardoor is er van het landschap bijna niets te zien, terwijl het de indruk geeft dat het hier wel de moeite waard is met de vele heuvels. De weg gaat voortdurend op en af en dat is te merken aan de druk op mijn oren.

Opvallend genoeg staan er op meerdere plekken ook sneeuwschuivers en strooiwagens klaar, terwijl er geen vlokje sneeuw te zien is. Blijkbaar gaan ze hier al in de startblokken staan direct langs de snelweg op het moment dat er een voorspelling voor lichte sneeuw is. Iets verderop begrijp ik waarom.

Met regelmaat staan er waarschuwingsborden langs de weg die waarschuwen voor de gevaren tijdens winterse omstandigheden en die zitten hier vooral in wegen met een te steile hellingsgraad voor vrachtwagens wanneer het glad is. Bij één helling staat er zelfs een takelwagen stand-by voor het geval de sneeuw komt en een vrachtwagen vast komt te zitten.

Ook staan er voortdurend omleidingen aangegeven die enkel bedoeld zijn voor winterse omstandigheden. Wat een paar honderd meter hoogteverschil wel niet kan doen met het verkeer. In één van de eerdere delen over vandaag had ik het al over de extra kosten die komen kijken bij het aanleggen van wegen in dit land, de hoogte met de daarbij horende winterse omstandigheden zorgen voor nog meer kosten.

De volgende stop op de route zou Burgos moeten zijn, maar tot mijn verrassing rijden we daar aan voorbij. Daarna horen we naar Bilbao te gaan, maar de afslag naar Bilbao laat de chauffeur links liggen. Op deze manier heb ik me voor niets druk gemaakt, want zo is het makkelijk tijd inhalen.

Later begrijp ik dat er in onze bus geen passagiers zaten voor deze twee plaatsen en dat andere bussen de passagiers mee hebben genomen die wij normaal mee hadden moeten nemen. Blijkbaar is de vertraging op deze lijn heel normaal en hebben ze dit alternatieve draaiboek bijna dagelijks nodig.

Met name het overslaan van Bilbao scheelt bakken met tijd, want dat zou een flinke omweg zijn geweest.In anderhalf uur tijd gaat de bus van anderhalf uur achter op schema naar drie kwartier voor op schema. Dat schiet nog eens lekker op.

We zijn nu zelfs zo vroeg, dat er een extra stop mogelijk is bij het binnenrijden van San Sebastian. Daarbij zijn we overigens niet de enige, want er staan al twee ALSA bussen en even later komen er nog drie bij staan. Maar liefst zes van de negen bussen die op elkaar aan horen te sluiten in San Sebastian staan nu bij dit tankstation en wegrestaurant. Ik maak me dus niet meer druk om het halen van mijn aansluiting.


Voor het eerst merk ik hier weer hoe vorst voelt overigens. De temperatuur is namelijk gezakt tot min vijf, dus ik kan vast een beetje oefenen voor Nederland waar het op dat moment ook fors onder nul is.

Uiteindelijk vertrekken we pas een paar minuten voor de overstaptijd naar het busstation van San Sebastian. Opnieuw een busstation dat ondergronds is overigens, maar dan een stuk kleiner dan in Madrid. Wat er volgt is een militaire operatie.

San Sebastian is de grote overstapplaats voor meerdere busmaatschappijen. Het kan hier zomaar zijn dat er zoals nu negen bussen van ALSA staan met internationale bestemmingen die allemaal op elkaar aansluiten en een half uur later twaalf bussen van Eurolines die hetzelfde doen. Ze zijn hier dus wel wat gewend op het gebied van een kluwen overstappende passagiers.

Zodra de bus stilstaat wil iedereen snel naar buiten om zijn of haar andere bus te vinden, het is volgens de dienstregeling immers alweer vertrektijd, maar zo doen ze dat hier niet. Eerst komt er een medewerker van ALSA de bus in die één voor één de passagiers af gaat, het ticket bekijkt en de passagier naar het juiste perron verwijst.

Bij dat perron aangekomen kun je niet zomaar instappen, nee eerst wachten ze tot alle bussen leeg zijn en alle passagiers bij de juiste bus staan te wachten. Daarna gaat eerst de bagage in de juiste volgorde het ruim in, dus eerst de bagage van de mensen die tot de laatste stop meerijden en bovenop de bagage van de mensen die als eerste uitstappen. Pas na dit alles worden de passagiers toegelaten tot de bus, overigens na ook nog eens opnieuw een uitgebreide controle van de tickets.

Nu had ik de mazzel dat ik mee ga tot de eindbestemming van deze bus, Amsterdam, waardoor ik dus als één van de eersten voor de ingang van de bus te wachten stond en daardoor een mooi plekje in de bus uit kan zoeken. Gelukkig maar, want ik moet er nog bijna een dag mee dwars door Frankrijk, België en Nederland.

Na deze militaire operatie rijden de bussen vrijwel gelijktijdig het busstation uit en duiken we de nacht in voor het volgende deel van de terugreis. Bordeaux, Tours, Parijs, Brussel en Rotterdam zijn zomaar wat plaatsen die we nog aan zullen doen, maar daarover later meer. Deze dag zit er immers op. Ik zit in de bus naar Nederland, de afsluiter van deze dag mag dus gaan over naar huis gaan.

maandag 19 maart 2018

Dag 300: Malaga - San Sebastian deel 3

Voor de eerste twee delen van dit verhaal, zie deel 1 en deel 2.

Toeval of niet, maar de delen van dit verhaal lopen tot nu toe precies gelijk met de snelwegen waar de bus over reed. Deel 1 ging over de A7 en precies bij de afslag naar de A44 begon deel 2. Nu bij de overgang van A44 naar A4 begint deel 3.

Het landschap is eerst nog hetzelfde bij het oprijden van de A4, olijfbomen zo ver je maar kunt kijken. Doordat er hier een wat vlakker stuk land is kan ik ook nog eens ver kijken, waardoor ik meer olijfbomen tegelijkertijd zie dan ooit tevoren.


Aan alle olijfbomen komt echter vrij plotseling een einde. Van het ene op het andere moment is er geen olijfboom meer te zien. Het landschap is ineens een stuk ruiger en heuvelachtiger, terwijl we iets inrijden dat ik het beste kan omschrijven als een brede kloof.

Deze kloof heeft uiteraard een naam. Het gaat om de Desfiladero de Despeñaperros, de traditionele verbinding tussen het binnenland van Spanje en Andalusië. Zo lang als er mensen zijn in deze regio, gebruiken ze deze verbinding al om van hoogvlakte naar kustregio te komen.

Lang duurt de kloof overigens niet, waardoor ik geen foto heb genomen, terwijl deze kloof echt de moeite waard is. Niet alleen om het landschap dat mooi is, maar ook om de wegen die er doorheen lopen.

Oorspronkelijk liep altijd al de N-IV fors kronkelend door de kloof, een tweebaansweg die de belangrijkste verbinding was tussen hoogvlakte en de kust. Met de toename van het toerisme nam echter ook het verkeer zo toe dat de weg bijna altijd vol was in de zomer. Daarom werd besloten om begin jaren tachtig de A4 aan te leggen.

In eerste instantie werd daarom een nieuwe tweebaansweg aangelegd die dankzij wat bruggen en tunnels wat minder kronkelend door de kloof ging. Deze nieuwe weg werd gebruikt voor het noordwaartse verkeer, de oude N-IV werd nu A4 en werd de rijbaan voor het zuidwaartse verkeer. Dit stuk weg was daarmee één van de eerste stukken met 2x2 rijstroken in dit deel van Spanje.

Echt veilig werd het er echter nog niet mee. Met name de zuidelijke rijstroken over de oude N-IV was één van de gevaarlijkste wegen in Spanje door de vele scherpe bochten, met lange files en vele dodelijke ongelukken per jaar als gevolg.

Dus werd besloten om een compleet nieuwe A4 aan te leggen hier, vrijwel recht door de kloof dankzij bruggen en tunnels. Vanaf de nieuwe A4, die pas een jaar of vijf geopend is, zie je afwisselend links en rechts de oude rijbanen soms hoger en soms lager liggen.

Om het allemaal iets duidelijker te maken voor de verandering maar eens twee foto's van internet geleend. Op onderstaande foto, die zuidwaarts kijkt, zie je in het midden de nieuwe A4 en daarna van links naar rechts eerst de spoorbaan die er ook nog loopt, daarna de oude noordwaartse rijbaan die niet meer in gebruik is en uiterst links de oude zuidwaartse rijbaan.


Onderstaande foto kijkt noordwaarts en laat mooi zien hoe verschillend de wegen door de kloof lopen. De weg links is de zuidwaartse weg die waar hij onderaan uit zicht verdwijnt ineens een zeer ruime bocht maakt, vergelijkbaar met de ruime bocht die de andere rijbaan aan de rechterkant van de foto maakt. Op de uitersten van deze twee bochten lagen de rijbanen de oude A4 maar liefst anderhalve kilometer uit elkaar.



De oude gevaarlijke zuidwaartse rijstroken zijn nu overigens gedeeltelijk weer gewoon in gebruik voor de N-IV. De minder gevaarlijke delen van de noordwaartse rijstroken worden niet meer gebruikt, maar liggen nog in hun volle glorie in het landschap. Juist dat deel van de noordwaartse stroken met de scherpste bochten is nu opgenomen in de N-IV, in plaats van een paar mooie glooiende bochten.  Al met al lijkt dus juist bewust de keuze te zijn gemaakt om de minst veilige delen te hergebruiken voor de N-IV en de veilige delen gewoon maar ongebruikt te laten liggen. Vreemde jongens die Spanjaarden.

De nieuwe A4 wist mij overigens ook nog even te verrassen. Op enig moment rijden we een tunnel in met de andere rijstrook, zoals normaal, vlak naast ons. Op het moment dat we de tunnel uitrijden is de andere rijstrook ineens weg, omdat deze tientallen meters verderop ligt en steeds verder van ons af komt te liggen. De volgende tunnelingangen liggen meer dan honderd meter uit elkaar. Pas een  flink stuk verderop komen de rijstroken weer samen.

Op dit punt verlaten we ook Andalusië en begint Castilië-La Mancha. De kloof loopt nog even een klein stukje door, maar daarna begint plotseling de Meseta, oftewel de Spaanse Hoogvlakte. Het enorm uitgestrekte gebied midden in Spanje.

De Meseta ligt op gemiddeld 600 meter hoogte en kent eigenlijk maar twee seizoenen, althans volgens een Spaans gezegde. Nueve meses de invierno, tres meses de infierno. Negen maanden winter, drie maanden hel.

In de zomer kan het hier verschroeiend heet zijn en de winters zijn lang en vaak bitter koud. Niet bepaald ideale omstandigheden om in te leven. De Meseta is dan ook bijzonder dun bevolkt, waarbij die bevolking samengeklonterd is in kleine dorpjes. Soms zie je dus kilometers lang niets anders dan de vlakte.

Een vlakte die vooral opvallend is door zijn leegte, maar verder weinig bijzondere kenmerken heeft. Halverwege deze vlakte maken we met de bus een tussenstop bij een veel te duur en zo te zien niet al te best wegrestaurant. Dat kan hier nog, want concurrentie is er binnen vele kilometers niet te vinden.

Terwijl ik wacht tot de bus verder trekt krijg ik telefoon. Mijn terugreis is inmiddels doorgedrongen in Nederland en dus belt de krant. Mijn eerste interview in een paar maanden tijd. Je zou bijna gaan wennen aan een leven zonder interviews.

Na het wegrestaurant gaat de weg weer verder over de Meseta. Kilometer na kilometer dezelfde eentonigheid in het landschap. Een soort voortdurende leegte van een paar honderd kilometer gevuld met dor gras en sproei-installaties, tot we, vrij onverwacht, bij de voorsteden van Madrid komen.

Onverwacht omdat de overgang qua omgeving bijna absoluut is. Van niets gaat het hier ineens naar alles. Mooi alles overigens zeker niet. Het ziet er hier niet uit. Vanuit de onmetelijke leegte kom je ineens in een wereld vol snelwegen en bedrijventerreinen.

Drukke snelwegen overigens, want de spits is inmiddels begonnen. Echt opschieten doet het dus niet om Madrid in te komen. Voor het eerst begin ik me een beetje zorgen te maken over de overstap die nog gaat komen. Daarover echter later meer. Ik ben namelijk zo lang bezig geweest met de kloof van eerder, dat het voor deze aflevering wel weer genoeg is geweest. Deze dag gaat dus blijkbaar in vier delen online verschijnen. Dat krijg je als ik ineens veel kilometers maak zonder zelf op het verkeer te moeten letten, dan ben ik me bewuster van mijn omgeving en heb ik dus meer te schrijven.

zondag 18 maart 2018

Dag 300: Malaga - San Sebastian deel 2

De binnenlanden van Spanje in.

Het is voorbij met de costa, afgelopen met zee en strand. De bus gaat vanaf nu in een, vrijwel, rechte lijn noordwaarts, allereerst dwars door de binnenlanden van Spanje. Een voor mij compleet onbekend gebied, dus ik ben dan ook erg benieuwd hoe het er uit gaat zien.

Het eerste stuk krijg ik helaas echter niet veel te zien van de ruimere omgeving. Van Motril tot vlak voor Granada, het stuk langs de Sierra Nevada met zijn indrukwekkende pieken, komt het namelijk met bakken uit de lucht, waardoor het zicht bijzonder minimaal is. Gelukkig had ik de Sierra Nevada al vanaf de kust kunnen zien, dus ik mis niet iets dat ik nog nooit heb gezien.

Ik hoef me echter absoluut niet te vervelen, want de weg zelf is hier al behoorlijk spectaculair met vele bruggen en gedeeltelijk verwijderde heuvels. Een stukje van ruim acht kilometer was zo lastig aan te leggen dat ze er ruim zes jaar over gedaan hebben. De uitdagingen zijn hier nu eenmaal anders dan we in Nederland gewend zijn.

Vlak voor Granada stopt het niet alleen met regenen, de lucht boven ons is ineens strak blauw. De invloed van heuvels en bergen op het weer heb ik altijd prachtig gevonden en zelden heb ik een mooier voorbeeld in de praktijk gezien. De hele zuidelijke helft van Spanje gaat gebukt onder zware regens, maar hier is het volkomen helder omdat de buien blijkbaar de bergen niet over komen.


Het is hier overigens ook volkomen vlak en dat is mogelijk nog verrassender. In Spanje kom je bijna nooit uitgebreide vlakke stukken land tegen, omdat Spanje niets anders is dan een hele grote kreukelzone van de voortdurend in beweging zijnde aardkorst.

Tegelijkertijd zitten we hier overigens wel op ruim 700 meter boven zeeniveau. Waarschijnlijk is dit een enorme vallei die ooit ontstaan is tussen de bergen, die langzaam gevuld is met de sedimenten die afkomstig zijn van de omliggende bergen. Door dit geleidelijke vullen is waarschijnlijk het opvallend vlakke landschap ontstaan.

Een vlakte die al eeuwenlang aantrekkelijk genoeg is om te gaan wonen. Granada is immers al zeer lang een forse stad, omgeving door vruchtbare landbouwgrond en veilig tussen de bergen. Als ik het landschap zie, dan begrijp ik direct waarom hier de geschiedenis zo rijk is. Dit is altijd al een goede plaats geweest om te overleven en zelfs te bloeien als samenleving.

Helaas zie ik van Granada zelf niets dat de moeite waard is. Deze stad blijft dus nog op mijn verlanglijstje staan. Een mens moet immers wensen en doelen blijven houden.

Direct na Granada beginnen de bergen en heuvels weer. Vanaf Motril volgen we al de A44 en die blijven we volgen tot we bij de A4 richting Madrid komen. De A44 is een weg die voortdurend op en af gaat en waarschijnlijk zeer kostbaar was in de aanleg, net als vele ander snelwegen in dit bergachtige land.

Vanuit Nederlands perspectief is het altijd zo makkelijk oordelen over andere landen, maar zodra je het landschap hier ziet begrijp je al snel dat vele overheidstaken hier stukken duurder zijn dan ze in Nederland zijn, enkel vanwege het landschap. Laten we dus niet te snel oordelen over andere landen, zonder ons bewust te zijn van de omstandigheden.

De A44 beweegt zich bijvoorbeeld grotendeels tussen de 500 en ruim 1000 meter boven zeeniveau, met daarbij ontelbaar veel tunnels en viaducten. Dit zorgt overigens wel met regelmaat voor bijzonder spectaculaire uitzichten, zeker op de hogere plekken. Je lijkt dan bijna de hoogte van de wolken te halen.


Op bovenstaande foto trouwens één van de weinige stukken natuur die hier te vinden zijn. Bijna ieder stukje grond is hier namelijk in gebruik als landbouwgrond. En dan niet voor normale gewassen, maar voor ontelbaar veel olijfbomen.


Ik dacht dat ik onderweg al heel wat olijfbomen had zien staan, maar achteraf gezien was dat helemaal niets. Vandaag zie ik in een paar uur tijd vele malen meer olijfbomen dan ik tot nu toe in mijn hele leven had gezien. Dit gebied is de olijfschuur van Europa om het zo maar even te zeggen.

Om te kijken hoe uitgestrekt dit gebied is pak ik Google Maps er maar even bij en kijk vol verbazing naar de satellietfoto. Tientallen kilometers alle kanten op vanaf waar ik ben staan bijna alleen maar olijfbomen. Af en toe een dorpje of een stukje bos, verder enkel en alleen olijfbomen.

Niet dat ik zelf tientallen kilometers om me heen kan kijken overigens, meestal maar een paar honderd meter. We rijden namelijk voortdurend tussen heuvels door en dat maakt de aanwezigheid van al die olijfbomen nog indrukwekkender. Die staan hier namelijk regelmatig op uitzonderlijk steile hellingen, waar je nauwelijks kunt staan. Ieder voor mensen bereikbaar plekje heeft een olijfboom gekregen.

Helaas is het bijna de hele dag grijs en grauw met regelmatig regen, want ik ben erg benieuwd hoe het hier is met zonneschijn. De kleuren van het landschap zijn namelijk uitzonderlijk, maar op zo'n grauwe dag als vandaag is dat natuurlijk niet op de foto te krijgen.


Om te beginnen is er natuurlijk olijfgroen. Niet alleen van de olijfbomen overigens, nee ook van de korstmossen die op de rotsen zitten. Olijfgroen is daardoor de meest voorkomende kleur.

De ondergrond is meestal wat flets okergeel. Mogelijk is dat fletse vanwege het grauwe weer. Zelfs met dat grauwe weer is de kleur geel echter niet te missen. Overal schijnt het okergeel door het olijfgroen door.

Af en toe is er ook nog okerrood te zien, omdat sommige rotsen hier rood gekleurd zijn, net als het zand op sommige plekken. De combinatie van olijfgroen, okergeel en okerrood geeft een uitzonderlijk schouwspel waar ik uitgebreid van geniet. Maar al te graag kom ik hier ooit op een zonnige dag terug om de kleuren dan nogmaals te aanschouwen.

Nu had ik oorspronkelijk het idee om dag 300 in twee delen te publiceren, maar dit stuk is alweer lang aan het worden en Madrid is nog niet eens in zicht. Voor nu laat ik het dus hierbij en op korte termijn komt er een deel drie om de rest van deze dag te beschrijven.