woensdag 27 september 2017

Dag 143: Wortel - Die gekke Vlamingen ook

Een dag bij tent en kampvuur, aangevuld met wat verhalen over Vlaanderen.

Vandaag was de planning om veel te schrijven voor het blog, maar dat komt er niet helemaal van. In plaats daarvan laat ik me afleiden door de mensen om me heen en dat zijn er vandaag heel veel. Overigens was het zeker een aangename afleiding vandaag, maar dat lezen jullie zo wel.

Nadat de buurman met twee kinderen van afgelopen nacht richting een zwemgelegenheid is vertrokken ga ik de tent uit om op het bankje te schrijven. Al snel komt de eerste nieuwe gast voor de nacht aan, een man van in de zestig die ik al ken, want ik heb hem al ontmoet in mei op de paalcamping op de Sallandse heuvelrug. We praten kort even bij over de plekken waar we sindsdien zijn geweest en daarna trekt hij weer naar zijn tentje. Ik wist al dat deze man graag alleen is, dus dat heb ik maar te respecteren.

Vlak daarna komt er een ware invasie. Een uitgebreide Vlaamse familie komt op deze plek namelijk barbecueën. Opa, oma. vader, moeder, twee kinderen en tante Ine. Die laatste is de enige waar ik de naam van ken, want alleen zij werd bij de naam genoemd. Ze grillen wat kip, doen dat op broodjes en smullen dat het een lust is.

Gelukkig hebben ze teveel kip gegrild, waardoor tante Ine op enig moment naar mij komt met de vraag of ik ook een broodje wens. Daar zeg ik geen nee tegen. Ook de buurman die graag alleen is krijgt een broodje. Op het broodje zit ook saus andalouse, iets dat ik niet ken uit Nederland, maar wat een bijzonder smakelijke saus is. Lekker iets pittig, romig en heel licht zoet. Hij lijkt wel wat op salsa brava, maar dan net iets zoeter en romiger.

Even later pakken deze plezante Vlamingen hun boeltje in en vertrekken ze. Tante Ine laat onderweg nog wat vallen en moet bukken, waardoor te zien is dat ze een stukje textiel mist. Geloof het of niet, daar ben ik in Vlaanderen inmiddels wel aan gewend. Schijnt hier vrij normaal te zijn.

Ook andere zaken zijn heel normaal in Vlaanderen. Zo hebben einde bebouwde kom en einde bebouwing hier niets met elkaar te maken. Soms verlaat je halverwege een dorp al de bebouwde kom, om daarna nog een paar kilometer tussen de bebouwing door te fietsen.

Ook zo'n aparte is hoe vaak hier een lantaarnpaal precies naast een boom staat, zodat deze nauwelijks licht geeft. Zal wel ontstaan doordat planters van bomen en lantaarnpalen ieder precies hun contract uitvoeren, zonder daarbij op onderlinge afstanden te letten.

Inmiddels ben ik aan iets anders wel gewend, namelijk dat als je op een fietspad fiets dat een zijweg kruist, je altijd vaart moet minderen, want het kan zomaar zijn dat deze zijweg vijf of meer centimeters hoger of juist lager ligt dan het fietspad. Op volle snelheid kan dat je zo een wiel kosten schat ik in.

De eerste dagen in Vlaanderen verbaasde ik me ook nog ergens anders over en dat is de frituren. Je verwacht dat die vaak open zijn, maar van maandag tot en met woensdag was ik alleen maar langs gesloten frituren gekomen. Donderdag begonnen echter ineens alle dorpen en steden naar frituur te ruiken en waren ze allemaal open.

Natuurlijk zijn er nog wel meer afwijkende zaken hier, maar dit is wat me zo te binnen schiet. Terug weer naar de dag van vandaag. Vlak na het vertrek van de familie komt de volgende nachtgast aan en opnieuw is het iemand die ik al ken. Een jongen uit Antwerpen die hier een paar dagen geleden voor het eerst in zijn leven was kamperen.

Later volgen er nog twee Vlaamse fietsers, een vriend van de jongen uit Antwerpen en drie jongens uit Hoogstraten. Het gaat druk worden. Ter informatie, afgelopen nacht was het bitterkoud, vooral dankzij de hoge luchtvochtigheid, en ook komende nacht lijkt eender te worden. Overigens lag ik gewoon comfortabel te slapen, ik heb voldoende spullen bij me om warm te blijven.

Deze kou heeft echter wel gezorgd dat ik me vanaf de middag al bezig heb gehouden met iets dat ik normaal niet doe, het kampvuur. Een goed kampvuur duurt namelijk een paar uur, want pas als er een mooie laag gloeiende kolen onderin is ontstaan is het echt lekker warm bij het kampvuur.

De Vlamingen maken hier dankbaar gebruik van, maar de vader met twee kleine kinderen komt maar niet terug. Pas ruim na zonsondergang komen ook zij terug en alles bij mekaar staan er nu twaalf mensen met negen tentjes op deze plek die officieel bedoeld is voor maximaal drie tentjes en tien personen, maar daar maakt niemand zich druk om.

De vader met kinderen komen koud aan, maar dankzij het vuur voelen de kinderen al snel niet eens meer de behoefte om wat warms aan te trekken. Vaders doet dat wel, maar die is dan ook van plan om langer wakker te blijven.

Nadat de kinderen naar bed zijn verdwijnen ook de Vlamingen snel uit beeld en zit ik dus alleen met de Nederlandse vader bij het kampvuur. Dankzij vuur, een paar biertjes en mooie verhalen houden we het vol tot bijna half twee in de nacht voor we onze tenten opzoeken.

Het mooiste vond ik trouwens wel dat ik gedurende de avond ontdekte dat ik met deze vader ook al eerder een camping had gedeeld. In 1999 stonden we namelijk beiden in Arlon op de camping vanwege de zonsondergang. Dezelfde camping die nu mijn laatste plek in België gaat worden met een paar weken.

Al met al een bijzonder geslaagde dag wat mij betreft, en dat zonder zelf veel te doen, behalve ongeveer een halve kuub hout verplaatsen. Soms komen de mooie dingen gewoon naar je toe.

Als een dag zich afspeelt in een kring rond het vuur, dan is er natuurlijk maar één echte afsluiter mogelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten