maandag 12 februari 2018

Dag 281: Castillo de Baños - Motril

Steenbokken en zelf klimmen als een klimgeit, 32 kilometer en 450 hoogtemeters.

Zoals wel vaker begon ik mijn dag van vandaag met het tikken van het verhaal dat vandaag op het blog komt en dat is altijd het verhaal van vier dagen eerder. Vier dagen geleden verliet ik Almeria en kwam ik drie steenbokken tegen. Nadat ik het verhaal over die dag met steenbokken heb getikt steek ik mijn hoofd naar buiten, en wat zie ik?


Juist, een Sierra Nevada-steenbok op nog geen twintig meter van mijn tent. Bij nadere inspectie blijken er maar liefst zes in de nabijheid van mijn tent te zitten en gedurende een minuut of twintig gapen we elkaar aan, terwijl zij langzaam verder trekken en ik foto's maak, waarvan een selectie hieronder afgebeeld. Vooral het gemak waarmee ze over de smalste riggeltjes lopen vond ik erg indrukwekkend.



















Mijn dag begon dus fantastisch. Mede ook dankzij het feit dat ik weer vlak bij de zee lag en dus met het geluid van de golven wakker werd. De plek waar ik stond was ooit een stukje grond voor landbouw, maar volgens mij gaat er een hotel komen.


Ik zeg wel eens dat ik precies weet wat er om me heen gebeurd, omdat ik altijd, of althans bijna altijd, scherp mijn omgeving in de gaten blijf houden, maar na het nemen van onderstaande foto was ik wel verbaasd dat ik dit beestje zag. Ik stond op twintig meter en zag in mijn ooghoek een vlekje bewegen op een muur en wist gelijk dat het een hagedis was. Het zal wel door het contrast met de witte muur komen, want zo goed zijn mijn ogen, of lenzen, nu ook weer niet.


Bij vertrek ook nog even een foto van het strand. Ik was er toch. Ik kan me wel voorstellen dat iemand hier graag wil wonen. Als dat hotel maar niet te groot gaat worden.


Direct na vertrek loopt weg vandaag omhoog en daar kan ik maar beter aan gewend raken, want dat gaat vandaag en morgen niet veranderen. Wat het alleen extra lastig maakt, is dat de eerste klim al regelmatig op en over de 10% zit en ik weet uit ervaring dat ik dat nog ga merken.

Ik kan inmiddels al heel wat meer hoogtemeters hebben op een dag dan een paar maanden geleden, maar het echt steile werk nog maar erg beperkt. Ook niet gek natuurlijk kijkende naar wat ik allemaal omhoog moet slepen.

Uiteindelijk kom ik boven op de eerste klim, waarna de afdaling volgt, erg steil dus veel remmen, en daarna kom ik bij een dorpje. Op het einde van het dorpje begint de volgende klim, maar daar moet ik eerst komen.

Ik zit op de N340a en moet de N340 op. Dat kan aan het begin van het dorp, maar daar ligt de N340 een heel stuk hoger en dat is dus een flinke klim. Volgens Google kan het echter ook op het einde van het dorp en die optie probeer ik maar.

Hiervoor moet ik een klein stukje via een grindpad, geen probleem. Wat wel een probleem is, is dat het grindpad overgaat in een regenafvoer die in een riool overloopt, anderhalve meter lager dan de weg daarachter. Vanuit de lucht lijkt het een doorlopend pad, maar dat is het dus zeker niet. Gelukkig weet ik vrij snel een alternatieve route te vinden, maar mooi om te weten dat Google me liever in het riool ziet.

Ik kom weer bij de N340 en daar begint gelijk de klim. Gelijk gaat het ook weer goed steil omhoog.


Al snel blijkt dat flinke delen van deze klim me te steil zijn. Ik moet dus lopen. Dat lopen geeft me wat meer tijd om naar de weg zelf te kijken, want die ziet er wel erg nieuw uit. Een deel van de oude weg ligt er nog naast. De weg is zo nieuw dat ze zelfs nog aan het werk zijn met de waterafvoer naast de weg iets verderop, vandaar de pylonnen op de weg die ik uiteraard negeerde, waardoor ik mijn eigen rijbaan, correctie, loopbaan, had.


Iets verderop is het ze ook weer gelukt om wat huisjes tegen de kliffen aan te plakken. Wat vervelend om hier te wonen.


De tweede helft van de klim kan ik grotendeels weer op de fiets doen, dus daar geen foto's van, ik was al hard genoeg aan het werk. De geschiedenis van de weg was hier wel prachtig te zien. De nieuwe weg met drie banen die zo kort mogelijk naar de top lijkt te gaan, de versie die tot twee jaar geleden in gebruik was, met meer bochten en slingers en daarmee langer en minder steil, en zelfs de weg die daar nog voor in gebruik was.

De eerste helft van de klim was er maar één mogelijkheid voor een weg, dus daar zijn geen resten van die oude weg. Bovenin zie ik met regelmaat hoe het oude weggetje om bultjes gaat, waar de weg tegenwoordig gewoon doorheen gaat. Ik zie maar kleine stukjes, maar ze ademen in alles de jaren 50 en 60. Smal, bochtig en levensgevaarlijk, maar prachtig om te zien.

Ook prachtig is het uitzicht dat ik heb tijdens een pauze in de afdaling. Ik heb wel eens op een mindere plek lunch gegeten zeg maar.


Gelukkig was het zware klimwerk hiermee klaar voor vandaag, want veel meer zat er niet meer in mijn benen. Nog wel genoeg om een kilometer of tien door te fietsen en dat is nodig ook. Ik zit inmiddels op mijn laatste restjes stroom en op het einde van die tien kilometer ligt Motril met een Mac.

Eenmaal bij die Mac is er echter een probleem, ze hebben geen stopcontacten. De volgende Mac zit twintig kilometer en veel hoogtemeters verder en dat red ik niet meer. Op zoek dus naar een alternatief.

Dat alternatief vind ik uiteindelijk in een donerzaak, waar ik gebruik mag maken van de stopcontacten tijdens en na het nuttigen van mijn maal. Voor het eerst sinds ik onderweg ben wacht ik niet tot alles opgeladen is en/of sluitingstijd, want daarvoor ben ik simpelweg te moe na al het klimwerk.

Zodra ik genoeg stroom heb om de omgeving van Malaga te halen pak ik in, zoek een plekje en ga ik slapen. Slechts één keer heb ik meer geklommen dan vandaag, maar dat was toen minder steil en zonder opladen op het einde. Tijd om mijn eigen lijf op te laden en me aan de slaapreflex over te geven. En nee, slaapreflex is geen bestaand woord, maar ik had een bruggetje nodig naar de dagafsluiter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten