dinsdag 6 februari 2018

Dag 275: Carboneras - El Viso

Soms zit het mee en soms....., 36 kilometer en 240 hoogtemeters.

Ik gisteren nog uitleggen dat dit een woestijnachtige streek is met bijna geen neerslag. Het was ook vragen om problemen. Vannacht kwam ineens uit het niets, in ieder geval niet voorspeld door de weerdiensten, een noodweer opzetten. In circa een uur tijd viel meer dan vijf procent van de jaarlijkse neerslag en dan ben je snel wakker in je nietige tentje. Ook na de regen bleef ik nog een hele tijd wakker, dankzij het gerommel van onweer om me heen.

Nog geen millimeter regen had ik meegemaakt vanaf de grens tot aan Murcia. Het stuk van Murcia tot Almeria staat bekend als het droogste deel van Spanje en ik maak nu al voor de tweede keer zware regen mee in een paar dagen. Volgens mij doet Pluvius het met opzet.

Overigens, als ik een paar uur later uit mijn tent kruip is aan niets meer te merken dat het geregend heeft. Het landschap ziet er hooguit wat schoner uit omdat het stof van de planten is gewassen. Vandaag trouwens een prijsvraag, zoek de boom in onderstaande plaatje.


Ik had gisteren mijn tent opgezet op het plateau tussen twee stijgende delen en ik blijk precies op het einde te zijn gaan staan, want de weg gaat vandaag direct weer omhoog. Zelfs na het vele klimmen van gisteren peddel ik met plezier omhoog. Een klimgeit zal ik nooit worden, maar ik begin het klimmen langzaam onder de knie te krijgen. Minder blij ben ik met de gemene wind schuin tegen op dit stuk, maar omdat ik straks van richting ga veranderen maak ik me daar niet al te druk over.

Vlak voor ik boven ben zie ik een eerste deel van dat waar deze regio om bekend staat, kassen. Kijk voor de lol maar eens naar de satelietweergave op Google Maps van de regio rond Almeria en overal zie je wit.

Onderstaande lijkt heel wat, de kassen zijn maar liefst een kilometer breed, maar in verhouding tot wat er nog gaat komen is dit helemaal niets. Toch zet ik het op de foto, want ik zal waarschijnlijk niet vaak meer een dergelijk uitzicht hebben over kassen, omdat ik er vaak zelf tussenin zal zitten.


Een paar hectometer later bereik ik de top en vanaf daar is het, op twee kleine bultjes na volgens Google Maps. Het lekkere fietsen kan dus beginnen. De weg loopt meestal heel lichtjes naar beneden en ik heb de wind ook nog eens in de rug, dus de snelheid vliegt omhoog.

De N341 stopt vlak na de top en geeft aansluiting op de snelweg, waar ik natuurlijk niet op mag, maar ook op de serviceweg naast de snelweg waar ik wel op mag. Deze paar kilometer serviceweg blijkt fantastisch veel plezier te zijn, want het is net een achtbaan.

Niet, zoals door Google voorspeld, saai iets naar beneden, nee, voortdurend op en af, waarbij de op telkens net korter is als de vorige af, net als in een echte achtbaan. Nog een paar leuke bochtjes erbij en het genot is compleet.

Ik schakel me hierdoor trouwens wel een ongeluk, want iedere afdaling in een paar stappen naar een zware versnelling en daarna omhoog weer in evenveel stappen naar een kleine versnelling. Ik overdrijf niet wanneer ik zeg dat ik op dit stukje van nog geen vijf kilometer, zeker honderd keer heb geschakeld.

Na de laatste mini-afdaling duik ik een droge rivierbedding in, die worden hier vaker als weg gebruikt, en vervolgens onder de snelweg door. Aan de andere kant van de snelweg zit ik vervolgens direct tussen de kassen.

De weg gaat hier kaarsrecht, en daarmee korter dan via de snelweg, tot vlak voor Almeria. Vaak zit ik tussen de kassen, maar af en toe wijken die ook uiteen voor een dorpje die in dit gebied liggen als eilanden in een zee van witte schuimkoppen.

Ik ben hier overigens absoluut niet de enige fietser. Deze keer geen wielrenners, maar werknemers. Het personeel dat werkt in de kassen, hier bijna uitsluitend Afrikanen, gaat per fiets naar het werk en in tegenstelling tot de gemiddelde Spanjaard op een fiets groeten ze netjes terug.

Waar ik ook ben geweest tijdens mijn reis, in Nederland, België, Frankrijk of Spanje, overal is één ding gelijk. In de kortstondige omgang op straat zijn de niet Westerse immigranten gemiddeld genomen altijd een stuk vriendelijker dan de autochtone bevolking. Uiteraard zijn er meer dan genoeg uitzonderingen aan beide kanten van deze vergelijking, maar het gemiddelde valt niet te ontkennen na de vele duizenden mensen die ik onderweg heb gezien. Mogelijk stoppen de aanhangers van Thierry Kotelet en Geert Peroxide nu kwaad met lezen omdat ik aan linkse propaganda doe, maar dat doe ik dus niet. Het gaat hier enkel om een weergave van mijn ervaringen gedurende de afgelopen maanden.

Aan de lange rechte weg komt op enig moment een einde, net als aan het daglicht overigens, terwijl ik nog een keer omkijk. Zonder de heuvels op de achtergrond zouden de kassen waarschijnlijk zo over zijn gegaan in de lucht. Mocht je je afvragen wat ze hier verbouwen, daar waar ik naar binnen kon gluren zag ik enkel tomaten.


Kijk ik vooruit, dan spelen zon en wolken samen voor brand en rook.


Op dit moment denk ik dat ik vandaag Almeria nog ga bereiken om op te laden bij de Mac. Deze gaat om 1 uur dicht en als ik er voor 9 uur ben heb ik nog genoeg tijd om de accu's vol te krijgen. Met het tempo van de afgelopen twintig kilometer moet het lukken im ruim voor acht uur bij de Mac te zijn, dus ga ik door.

Alleen nog even een stukje serviceweg langs de snelweg en dan via een provinciale weg recht naar de Mac. Maar wacht eens, waarom is de serviceweg ineens overhard en vol met keien? Ik kijk op Google en zo te zien kan ik over 2300 meter weer over op asfalt, dus dit mag de pret niet drukken. Voorwaarts!

Uhm, waar gaat mijn pad, een weg kan ik het niet meer noemen, nu heen? Vlak voor mij verdwijnt het pad achter wat struiken en het enige dat ik verderop zie is een stukje pad zo'n veertig meter hoger. Dat kan toch niet mijn pad zijn?

Nou, dus wel blijkt. Het geitenpad is ineens een klimgeitenpad. In honderd meter gaat het pad veertig meter omhoog. Wel eens geprobeerd om een bepakte fiets op een keienpad van veertig procent omhoog te duwen? Ik kan het aanraden als je gek bent op uitdagingen.

Nu lijk ik dat vandaag te zijn, want ik sjor met groot plezier de fiets de hoogte in. Niet het daarmee snel gaat overigens. Het is hier zo steil dat er maar één techniek is die echt werkt. Ga vlak achter het stuur staan, strek je armen onder het uitslaan van een barbaarse kreet en sluit weer snel aan met de voeten, want anders komt de fiets retour afzender. Oh ja, wel blijven opletten dat je niet op losse keien staat, want anders ga je met fiets en al retour.

Nu ik dit zo beschrijf snap ik nog steeds niet waarom ik deze marteling met een grote grijns op mijn gezicht heb doorstaan. Een grijns bovenop deze uitdaging, dat is dan wel weer te begrijpen, want daar was weer een overwinning op mezelf te vieren.

Het uitzicht was overigens ook de moeite waard. De sterrenhemel boven me, de snelweg waar ik honderd meter geleden nog naast liep een eind onder me en Almeria in de verte, vanaf hier alleen voor mij zichtbaar, nog niet voor de mensen op de snelweg. En dat als beloning voor drie kwartier hard werken. Je leest het goed ja, ik heb drie kwartier over honderd meter gedaan.

Nu alleen nog de bult af, een paar honderd meter lopen en...... een hek? Wat doet dat hek hier? Einde oefening, overwonnen door een hek. Dankzij dit hek zou ik namelijk nog een stuk moeten lopen voor ik weer kon fietsen en daarmee is negen uur bij de Mac ineens niet meer haalbaar.

Dat hek zorgt echter ook gelijk dat ik snel een plekje gevonden heb. Aan deze kant van het hek is het namelijk echt een woest niemandsland, dus ik hoef alleen maar op zoek naar een vlak plekje zonder struiken en dat duurt deze keer niet lang.

Ik hoef ook niets te tikken vanavond, want normaliter ben ik morgen ruim op tijd bij de Mac om het daar te doen. Ik ga dus lekker een filmpje kijken en daarna op tijd slapen. Enkel nog even een afsluiter. De rechte weg door de zee van wit is de inspiratie voor deze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten