donderdag 1 februari 2018

Dag 270: Murcia - Alhama de Murcia

Begin van een hele lange klim, 46 kilometer en 190 hoogtemeters.

Gisteravond toen ik in mijn tent kroop begon het hard te regenen en dat is bijna de hele nacht zo doorgegaan. Pas om half zes vanmorgen werd het weer droog. Dat weet ik zo precies, omdat ik dankzij de regen heel wat uurtjes wakker heb gelegen vannacht. Harde regen op een tent maakt immers veel herrie.

Tegen de tijd dat ik mijn tent af ga breken zie ik dat meerdere spinnen, allemaal van dezelfde soort, mijn tent als schuilplaats hebben gebruikt. Meer in het noorden kwam ik regelmatig spinnen tegen tussen binnen- en buitentent, maar dit is voor het eerst sinds het zuiden van Frankrijk dat ik er meerdere tegelijkertijd zie.


Ik stond vannacht op een niet echt bijzondere plek qua uiterlijk. Een stukje niemandsland tussen de binnenstad van Murcia en de buitenwijken. Ik was er wel blij mee gisteravond, want zonder dit stuk had ik nog drie kwartier door de regen moeten fietsen en daarna in de stromende regen mijn tent op moeten zetten.


Ik vertrek vandaag richting Lorca, waar ik morgen aan hoop te komen. Waarom Lorca? Omdat dat de enige plaats tussen Murcia en Almeria is met een Mac en het is te ver naar Almeria om het zonder nog een keer laden te doen.

Lorca ligt wel bijna 400 meter hoger dan Murcia, maar dat hoogteverschil moet heel geleidelijk overwonnen worden. 72 kilometer lang gaat het gemiddeld met 0,5% omhoog. Eigenlijk geen echte klim, maar ik vind het wel de langste klim.

Voortdurend heel licht vals plat omhoog ga je pas na langere tijd voelen, dus vandaag kan ik er nog even flink tegenaan, mede geholpen door een beetje rugwind schiet het daardoor flink op vandaag.

Het duurt nog ruim een half uur voor ik de laatste bebouwing van Murcia achter me heb gelaten, met het daarbij horende zoeken naar de route. De route die Google me daarna wil laten volgen pas ik overigens maar even aan, want Google vind dat ik over een militaire basis moet fietsen.

Niet al te ver buiten Murcia knijp ik in de remmen, want ik zie twee vuurwantsen die de weg over willen steken. Twee parende vuurwantsen om precies te zijn. De paring van de vuurwants duurt extreem lang. In de helft van de gevallen langer dan twaalf uur en soms zelfs langer dan zeven dagen. Dit is zodat het mannetje kan voorkomen dat het vrouwtje door anderen bevrucht gaat worden. Onzekere mannetjes dus.


Verder bestaat het uitzicht vandaag vooral uit citrusbomen met daarachter heuvels. En dan ook gelijk heel veel citrusbomen. Kilometers lang overal citrusbomen, af en toe onderbroken door een klein dorpje, of olijfbomen.


Op enig moment gaat de weg bij het uitrijden van een dorpje toch nog even serieus omhoog, waardoor ik genoodzaakt ben om even stil te staan om uit te puffen, precies ter hoogte van een kudde loslopende schapen. Één van de schapen komt naar me toe om me vanaf een kleine meter even goed te bekijken, maar zodra ik mijn mobiel pak voor een foto neemt deze de benen, dan maar een deel van de rest van de kudde op de foto.


Vlak na dit wollen intermezzo kom ik in een stuk waar de heuvels ongekend groen zijn. Na alle droogte van de afgelopen weken komt dit op mij bijna buitenaards over. Geen idee hoe het kan dat juist dit kleine stukje van een paar kilometer zo groen is overigens.


Bij het volgende dorpje neem ik weer even een pauze en ik ontdek daarbij dat ik het weer voor elkaar heb gekregen om precies naast een kolonie vuurwantsen te gaan zitten.


Ik kom deze beestjes, die een enorm verspreidingsgebied hebben, de laatste dagen zo vaak tegen, dat je bijna gaat denken dat ze hier de dominante levensvorm zijn. Nederland ligt trouwens op de rand van het verspreidingsgebied. Wil je ze een keer in levende lijve zien, dan maak je de beste kans door in het oosten of het zuiden van het land in de maand mei een linde op te zoeken.


Ik peddel weer verder, tot ik vlak voor zonsondergang op het einde van de weg kom. Ik had vandaag qua route twee keuzes, of de hele dag langs de snelweg fietsen wat dodelijk saai is, of de route die ik heb genomen, waarbij ik op het einde via kleine weggetjes door een uitgestrekt landbouwgebied moet.

Als ik zeg uitgestrekt, dan bedoel ik ook uitgestrekt. Zestig of zeventig vierkante kilometer gaat het om. Omdat het normaal in boerengebied eenvoudig is om een plekje te vinden, heb ik mede voor deze route gekozen.

Dit boerengebied blijkt echter heel anders dan wat ik tot nu toe aan boerengebied had gezien. Er is hier bijna geen boom en al helemaal geen beschut plekje te vinden. Zo ver het oog rijkt, zijn er alleen akkers te zien. Hier komen de groenten met vrachtwagenladingen tegelijkertijd van het land.

Er zit dus niets anders op dan door te fietsen en aan de andere kant een plekje te zoeken. Zo eenvoudig is het echter niet. Voorbij de helft van dit immense gebied en vlak nadat ik een gigantisch waterbasin voor de irrigatie ben gepasseerd, gaat de weg ineens over in een onverharde weg.

Eerst even over dat waterbassin, niet de enige in dit gebied, maar wel de grootste. Bijna 200 meter lang en breed en zeven meter hoog. Het woord meer lijkt een betere omschrijving.

En dan over die onverharde weg. Ik zie op Google dat het om een stuk van een kilometer gaat, dus ik denk ik stap af en doe het lopend. Door de regen van vannacht is de ondergrond echter veranderd in plakkende klei, waardoor ik binnen honderd meter zo goed als vast sta. Het lukt me nog net om weer terug te gaan naar mijn uitgangspositie.

Ik zie op Google dat iedere weg dit gebied uit, met uitzondering van de weg die ik tot nu toe heb gevolgd, een stuk onverhard heeft. Ik heb geen zin om zes kilometer terug te fietsen en dan een weg om het gebied te zoeken, dus kies ik de weg met het korste stuk onverhard. Hiervoor moet ik richting noordwesten, wat om is, maar liever dat dan helemaal terug en dan alsnog om.

Bij deze weg gaat het om tweehonderd meter onverhard en gelukkig is dit stuk nog net te doen. Ik kom hierbij overigens gelijk langs een groot veld met zonnepanelen die op de maan gericht zijn. Eenmaal voorbij het onverharde deel is het nog maar een klein stukje fietsen tot aan een brug over de snelweg en weg van dit gebied.

Direct na deze brug is er een prima stuk om te overnachten, alleen heeft de regen hier hetzelfde met de ondergrond gedaan. Ik zet mijn fiets dus maar even tegen een boom aan en ga te voet op zoek naar een bereikbare plek met een fatsoenlijke ondergrond. Dit duurt ruim een kwartier, maar dan heb ik ook bingo, kan ik mijn fiets ophalen en mijn tent opbouwen.

Met de verrassingen op het einde is het zo een erg lange dag geworden, dus ik kan wel wat rust gebruiken. Nu dus enkel nog een afsluiter. Een afwijkende deze keer dankzij die lange dag, een stukje muziek uit The Longest Day. Hebben jullie gelijk een filmsuggestie voor vanavond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten