zondag 14 januari 2018

Dag 252: Sant Carles de la Ràpita - Vinarós

Wat me al vaak bijna overkomen is, is me gisteren eindelijk volledig overkomen. Ik begin oud te worden en de dagen beginnen door elkaar te lopen. Het gevolg is dat ik gisteren het begin van de ene en het einde van de volgende dag heb besproken. Met andere woorden, ik ben gisteren op dit blog geëindigd in de plaats waar ik vandaag had moeten eindigen en heb daardoor dus ook een plaats overgeslagen. Die plaats beschrijf ik vandaag.

Het gedeelte tot en met de passage van de Ebro hoorde inderdaad bij gisteren. Hierna kwam ik niet vlak bij Vinarós, maar bij Sant Carles de la Ràpita. Het was echter niet eenvoudig om daar te komen.

De plaatsnaam klinkt een beetje als de rappe Karel, maar ik was zeker geen rappe Karel op het laatste stukje. Dat ging namelijk nog gemeen omhoog, terwijl ik de vermoeidheid van die dag al in de benen had.

Deze laatste klim ging dan ook in kleine stapjes. Om de paar honderd meter moest ik even met de voetjes aan de grond om uit te hijgen. Dat steile gedoe zal nooit mijn ding worden vrees ik, het blijft een drama om boven te komen. In dit geval duurde de klim ook nog langer dan ik gedacht had en dan hakt het laatste stukje er helemaal in. 

Eenmaal boven stond ik voor een keuze. Of de weg volgen en hopen dat ik morgenochtend ergens een supermarkt zou treffen, of afslaan en hier in het dorp mijn inkopen doen, waar ik zeker wist dat er een supermarkt zou zijn. Voor de zekerheid koos ik voor dat laatste. Ik heb een hekel aan gebrekkige voorraden, dus kies ik bijna altijd voor de zekerheid.

Nadeel is wel dat ik daardoor de heuvel weer een stukje af moet en straks dus weer op, maar dat is dan maar zo. Ik doe dus mijn inkopen en ga daarna even zitten om een stukje vers brood te eten. De kans om vers brood te eten dat zelfs nog warm is moet je immers nooit laten lopen.

Terwijl ik daar zo zit merk ik echter hoe vermoeid ik ben. Ik slaap niet best de laatste tijd en dat is iedere dag richting het einde van het fietsen echt te merken. Veel puf om verder te gaan heb ik niet meer, dus pak ik mijn mobiel en zoek een plekje op dat geschikt is voor de nacht.

Terwijl ik op ga staan om op de fiets te stappen zie ik echter dat ik waarschijnlijk helemaal niet meer hoef te fietsen. Ik kijk namelijk tegen een muur van groen aan en zo te zien is daar achter ruimte. Ik ga op ontdekkingstocht de bosjes in en inderdaad, dit is een perfect plekje.

In plaats van op de fiets te stappen druk ik dus de fiets de bosjes in en ga mijn tent opzetten, waarna ik voor mijn doen vroeg op stok ga. Ik heb mijn slaap nodig.

Voor de verandering nu dus gelijk verder met de volgende ochtend.

Na weer een onrustige nacht ontwaak ik en pak ik mijn spulletjes in. Hoewel ik niet ver de heuvel op hoef te fietsen, moet ik toch nog een paar keer de voeten aan de grond zetten, want ook hier is de klim vies stijl. Wel opvallend, ik sliep echt aan het randje van een kustplaatsje, maar wel op bijna honderd meter hoogte. Dat overkomt je niet iedere dag.

Eenmaal boven geniet ik nog even van het uitzicht, voor ik begin aan de toch naar Vinarós.


Na de heerlijke, maar veel te korte afdaling begint nu dus het stuk waar niet veel over te vermelden valt, zoals ik gisteren per abuis al gezegd heb. Zo heel lang zal dit stuk dus niet meer duren.

De weg volgt nog een klein stukje kust, en dat is nog wel de moeite waard, maar verder is het vooral boerenland om me heen en dan niet het mooiste boerenland dat je je voor kunt stellen. Het is hier arm en vele velden en boomgaarden liggen er verwaarloosd bij. Ik vrees dat het gebrek aan water in deze regio daar een belangrijke rol in heeft gespeeld.

Als afsluiter niet foutje bedankt na mijn fout, maar wel iets over fouten.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten