Posts tonen met het label Monty python. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Monty python. Alle posts tonen

donderdag 1 maart 2018

Dag 298: San Pedro Alcántara

Stilte voor de storm.

Gisteren ging de kogel door de kerk en morgen ga ik dus huiswaarts. Maar wat dan in vredesnaam vandaag nog? Ik hoef geen aanstaande routes meer te bekijken, of was te doen, of kleine reparaties uit te voeren.

Inpakken doe ik al iedere dag, dus inpakken voor de reis van morgen zou wel erg gek zijn vandaag. Ik zit dus een beetje met niets te doen, behalve natuurlijk naar The West Wing kijken. Dat is dan ook zo ongeveer het enige dat ik vandaag doe.

Daarbij zeg ik bewust zo ongeveer, want helemaal het enige is het natuurlijk niet. Ik besluit namelijk om in ieder geval mijn grote rugzak al even op de kop te zetten en alles dat ik niet mee terug wil nemen gaat niet opnieuw de rugzak in. De eerste winst op het gebied van bagage is al gemaakt dus.

De grote klappers komen echter pas morgen bij vertrek. Dan ga ik ineens heel veel van het gewicht dat ik mee heb lopen sjouwen achter me laten, maar dat is voor morgen.

Vandaag kijk ik nog wel een beetje naar de route die ik vanaf morgen moet volgen. Het meest kijk ik op tegen de overstap in Malaga, want daar zal ik ruim twaalf uur moeten slijten. Niet iets om naar uit te kijken. Na Malaga is het grotendeels voortdurend verder, maar dat begint pas nadat ik al zo'n 24 uur wakker zal zijn. Niet echt de optimale omstandigheden dus om aan een lange reis te beginnen, maar het is niet anders.

Ik kijk overigens vooral erg uit naar de doorsteek dwars door Spanje. Ik ben nog nooit in de binnenlanden van Spanje geweest, dus ik ben erg benieuwd wat me te wachten staat. Helaas is overigens de passage over de grens en langs de Pyreneeën gedurende de nacht, waardoor ik er weinig van te zien zal krijgen. Helaas, want deze kant van de Pyreneeën ken ik nog niet.

Maar vooruit, laat ik maar niet teveel tijd vullen met het vooruitkijken naar de komende dagen, de komende dagen kan ik er immers voldoende tijd mee vullen door het daadwerkelijk mee te gaan maken. Tijd dus voor de laatste dagafsluiter vanuit mijn tent. Mogelijk iets voor de toekomst deze.

donderdag 22 februari 2018

Dag 291: San Pedro Alcántara

Een dag rust.

Vandaag is het zondag en dus valt er niets te regelen aangaande mijn achterwiel. Een mooie gelegenheid dus voor een dag met rust. Rust die ik goed kan gebruiken na de gebeurtenissen van de afgelopen dagen.

Mijn nieuwe plekje om te overnachten is niet bepaald een mooi plekje, maar dat maakt niet uit. Belangrijker is dat ik hier goed verborgen sta en de kans op ontdekking dus minimaal is. Iets dat erg belangrijk is aangezien ik een aantal dagen in deze omgeving door moet gaan brengen. Mijn uitzicht is dus niet de moeite waard deze keer, met een stapel puin voor de tent.


Ik doe vandaag vrij weinig, rust is immers rust, dus eigenlijk is het beschrijven van de dag al heel snel klaar. Dat geeft natuurlijk wel de kans om het over wat anders te hebben, namelijk over mezelf. Daar gaat het immers bijna nooit over. Geintje natuurlijk.

Maar tegelijkertijd ook serieus bedoeld. Over mij gaat het genoeg hier, maar over hoe het met me gaat vrij weinig de laatste maanden. Het reizen geeft iedere keer genoeg stof om over te schrijven en daardoor is de persoonlijke touch soms wat achtergebleven.

Ik heb de afgelopen maanden vooral geleerd dat ik nog ontzettend veel te leren heb in mijn leven. Ik heb teveel op de automatische piloot geleefd de afgelopen jaren om dat eerder goed in te zien. Een aantal zaken heb ik daarbij inmiddels al op het netvlies, maar er gaat ongetwijfeld nog veel meer volgen.

Waar ik het echter vandaag vooral over wil hebben is iets dat al in me veranderd is en dat is hoe ik naar mensen kijk. Gelukkig was ik al nooit het type van de vooroordelen, maar ik beoordeelde mensen op hun handelen. Klinkt leuk, maar de afgelopen maanden ben ik mensen dus anders gaan zien. Ik kijk namelijk steeds meer naar de motivaties van hun handelen en dat geeft een hele andere blik, waar ik me nog niet altijd raad mee weet.

Mede hierdoor merk ik dat ik ook veel bedachtzamer ben geworden. Als ik naar de motivaties van anderen kijk, dan is het, volgens mij tenminste, ook onvermijdelijk dat ik meer naar mijn eigen motivaties kijk, en dat is dan ook aan het gebeuren.

Mijn blik op sommige mensen waar ik de afgelopen jaren, of langer, mee te maken heb gehad is enorm veranderd, maar ook de blik op mezelf. Ik heb namelijk lang niet altijd de juiste motivaties gehad bij mijn handelen.

Denk hierbij overigens niet direct aan allerlei sinistere motivaties, zo zit ik niet in elkaar. Ik bedoel meer dat mijn motivatie om iets te doen, te vaak niet uit mezelf kwam, maar uit de verwachtingen van anderen. Ik ben veel te weinig mezelf geweest.

Voor sommigen uit mijn omgeving van de laatste jaren klinkt dat mogelijk erg gek, omdat die mogelijk het idee hadden dat ik teveel mezelf was, maar dat beeld komt alleen niet overeen met de werkelijkheid.

Soms ontstaat zoiets vanuit biologische factoren. Een voorbeeld: Omdat ik altijd al de grootste was in iedere groep waar ik van jongs af aan mee te maken had, keek men al snel naar mij als er bijvoorbeeld iets besloten moest worden. Nu heb ik altijd graag invloed mogen hebben op besluitvorming, maar besluiten bepalen doe ik eigenlijk liever niet. In de loop van vele jaren ben ik echter gewend geraakt dat dat van mij verwacht werd, of dat nou bijvoorbeeld op school of in een relatie was. Daardoor werd het een dusdanig automatisme, dat ik het overal toe ben gaan passen, ook daar waar het niet gepast was.

Ik mag dus graag invloed uitoefenen, maar de laatste jaren heb ik ook af en toe besluiten doorgedrukt, vanuit een soort automatisme. Mijn stijl is dat echter van nature dus niet. Het aangeleerde moet ik dus weer af gaan leren en ik moet weer terug naar wat ik me nog goed kan herinneren hoe ik het in het verleden deed. Eerst ruimte voor de mening van anderen en daarna proberen om anderen in beweging te krijgen, waar mogelijk, en niet zaken opleggen. Ik stond daarbij in het verleden ook veel meer open voor de mening van anderen en dat moet ik nu ook weer onder de knie krijgen. Ik merk in de contacten die ik met sommigen in Nederland heb tijdens deze reis dat ik daarin stappen aan het maken ben, maar pas zodra ik terug ben weet ik hoe ik er echt voor blijk te staan.

De eerste belangrijkste stap is in ieder geval al zeker gemaakt en dat is dat ik weer meer aan het nadenken ben over drijfveren en verschillende opties, in plaats van op de automatische piloot van A naar B te gaan. Nu maar hopen dat ik dat vol kan houden.

Wie weet de komende dagen nog meer over mijn eigen zijn, maar daar kan ik geen garanties over geven. Het zijn gedachten die voortdurend in beweging zijn en niet ieder moment heb ik de zekerheid die nodig is om iets dergelijks te delen. Als afsluiter voor vandaag iets dat al eerder eens voorbij is gekomen volgens mij, maar waar ik nu toch echt behoefte aan heb.

zaterdag 3 februari 2018

Dag 272: Lorca - El Largo

Lekker naar beneden vandaag, 44 kilometer.

Het was een latertje gisteren, maar gelukkig had ik snel na het opladen de tent al staan. Ik stond in een droge rivierbedding, iets dat ik niet snel zou doen, maar deze had wat hoogteverschillen en ik kon op een hoger deel staan. De verwachting was dat er geen regen zou komen, en die kwam ook niet, maar zelfs als er wat zou zijn gevallen stond ik nog veilig.

Qua uitzicht was het ook niet verkeerd overigens. Ik sta net aan de rand van de stad, maar als je de goede kant opkijkt, dan heb je daar geen enkel idee van. Dan heb je direct het idee dat je in de wildernis staat.


Zoals gisteren al vermeld had ik een keuze te maken waar het gaat om de route naar Almería. Ik heb gekozen voor de meest oostelijke route, dus ik ga weer richting kust. Het is een paar kilometer om, maar het scheelt een paar honderd meter klimmen. Belangrijker, ik kom niet op hoogtes van 500 meter en meer, waar de kans op kou een stuk groter is.

Over een paar dagen zie ik dus weer de kust, een stuk dat overigens een stuk rustiger is dan wat ik tot nu toe heb gezien, maar eerst moet ik er nog zien te komen. Heel zwaar gaat dat waarschijnlijk niet worden, maar het is wel even doortrappen.

De eerste dag lijkt daarbij bovendien niet echt boeiend te worden qua omgeving en dat blijkt al snel, vandaar dat er vandaag verder geen foto's meer volgen. Ik zie de hele dag eigenlijk niets anders dan broccoli, af en toe afgewisseld door artisjokken. Zoveel broccoli, daar kan een stad als Oldenzaal een jaar van eten. Koop je één dezer dagen een stuk broccoli in de supermarkt, dan is de kans groot dat hij hier ergens op een veld heeft gestaan.

Het fietsen is vandaag dan wel weer heerlijk. De eerste tien kilometer is het nog vlak, maar daarna gaat het bijna voortdurend een half procentje naar beneden en dat trapt erg lekker. Vandaar ook dat ik vandaag, ondanks dat het gisteren laat was, tot een mooi aantal kilometers ben gekomen.

Wat wel echt apart is vandaag, is dat ik het idee heb dat ik in een ander land dan Spanje ben. Sterker nog, zelfs op een ander continent, aan de andere kant van de wereld. Al die groenten die ze hier verbouwen moeten natuurlijk ook van het veld af en Spanjaarden hebben blijkbaar geen zin om dat te doen tegen een laag loon, dus doen buitenlanders dat. In andere gebieden had ik veel Afrikanen gezien, hier in de omgeving zijn het Zuid-Amerikanen.

De verdeling van het werk is heel eenvoudig. Kan het met een machine, dan doet een Spanjaard het, moet het met de hand, dan doet een Zuid-Amerikaan het. In de loop van de dag merk ik ook waar de meeste van deze landarbeiders wonen, dat is in Pulpi.

Terwijl ik door Pulpi fiets heb ik het idee dat ik door een wijk van La Paz in Bolivia fiets of iets dergelijks. Niet dat ik daar ooit ben geweest, maar ik denk dat het qua mensen op straat redelijk vergelijkbaar is.

Na deze wat vreemde, maar boeiende ervaring besluit ik om nog even door te fietsen, ondanks dat de zon onder de einder aan het zakken is. Het gaat zo lekker, dan kan ik ook nog wel een paar kilometer verder. De eerste vier of vijf kilometer na Pulpi zijn nog gelijk aan het gebied voor Pulpi, maar daarna begint het landschap te veranderen. Jammer dat het donker is, nu het eindelijk leuk begint te worden.

Het landschap is hier duidelijk veel ruwer dan wat ik de rest van de dag gezien heb. Geen uitgestrekte vlaktes, maar heuvels en rotsen afgewisseld met kleinere stukjes akkerland. Na een paar kilometer besluit ik dat dit een mooi punt is om de tent neer te zetten. Het kan namelijk soms lastig zoeken zijn in het donker en ik heb geen idee hoe lang dit verwilderde stuk gaat duren.

Ik ga dus van de weg af, loop honderd meter de wildernis in en begin met het bouwen van mijn tent. Bomen om achter te schuilen zijn hier niet meer, maar er staan een paar struiken die me grotendeels uit het zicht houden. Prima plekje dus.

Rest nu enkel nog de afsluiter van de dag. Meestal is dat muziek, soms is het humor, vandaag is het beide. Volgens mij is onderstaande met voorsprong de duurste scene die Monthy Python ooit opgenomen heeft. Hoe dan ook, ik lig iedere keer weer in een deuk.

woensdag 24 januari 2018

Dag 262: Pedreguer - Calpe

De hoogte in en op zoek naar een verloren bril. 26 kilometer en 360 hoogtemeters.

Ik sliep afgelopen nacht weer eens op een niet verkocht perceel van een bedrijventerrein. Nieuwe terreinen liggen er altijd netjes bij en bieden geen plek, maar op terreinen die aangelegd zijn voor de crisis zijn de niet verkochte delen inmiddels mooi verwilderd en vind je makkelijk een plekje. Bij het verlaten van mijn tent is overigens niet direct zichtbaar waar ik ben.


Ik ben overigens zeker niet de enige bewoner van dit gebied. Het hele terrein ligt bezaaid met konijnenkeutels. Die zullen zich dus wel afgevraagd hebben wat er ineens in hun voortuin staat.


Kijk ik een andere kant op, dan is gelijk duidelijk dat ik hier tussen de bedrijven sta.


En iets verder naar rechts het gebouw dat het dichtste bij me staat, maar ook de reden waarom ik hier sta en dat zijn de heuvels. Die zijn hier simpelweg te steil om mijn tentje te plaatsen.


Onderstaande foto hoopte ik vanaf de weg nog een keer te maken, omdat ik dan dichter bij datgene zou zijn waar ik vol verbazing naar heb gekeken. Helaas was dit vanaf de weg onzichtbaar, dus heb ik enkel deze foto waar heel klein iets in het midden zichtbaar is. Ik heb de laatste weken heel wat ronde torens zien staan, maar die stonden altijd solitair. Hier staan er drie bij elkaar en ik vraag me af waarom. Drie broers die allen hun eigen toren moesten hebben?


Bij het verlaten van het terrein nog een moment van verbazing. ik ben gewend om op verlaten terreinen gedumpt afval te zien, maar een lading gedumpt cement? Dat is nieuw voor me. Zorgde wel voor rust, want per auto kun je dit terrein niet meer op. Wie weet zijn er daarom wel zoveel konijntjes.


Bij het betreden van de grote weg zie ik trouwens dat ik precies midden tussen Valencia en Alicante heb geslapen. Beiden op 81 kilometer afstand. In hoogtemeters is het echter wel een enorm verschil, 200 naar Valencia en 1000 naar Alicante. Er staat me dus nog wat te wachten.


Die grote weg is op dit moment trouwens de N332. De weg die van Valencia naar Alicante, en verder, de kust volgt. Deze weg gebruik ik tot aan Alicante, waarna ik de N340 weer kan gaan gebruiken.


Volgens Google Maps is het vijftien kilometer naar de top van de klim die nu komt en al die vijftien kilometers loopt het omhoog, waardoor het gemiddelde percentage goed te overzien is. Tot mijn verrassing zijn de eerste zes kilometers echter vlak en soms zelfs wat naar beneden.

Een stukje vlak of afdalen is fijn, maar nu nemen de hoogtemeters toe en het aantal kilometers om ze te overbruggen af. De klim gaat dus een stuk steiler worden dan gedacht en dat merk ik direct zodra de weg omhoog begint te lopen.


Het is overigens wel een prachtige weg om langs te fietsen, zeker aan het begin van de klim. De weg gaat slingerend tussen indrukwekkende rotswanden door.


Deze foto's zijn overigens allemaal van de eerste paar kilometer klimmen, want daarna was ik vooral bezig met de klim zelf en niet met de omgeving.


Althans, tot een meter of 200 boven zeeniveau, want toen sloeg de verbazing ineens toe. Uitgerekend hier, hoog boven de zee tref ik een opslag voor boten aan en vervolgens ook nog enkele verkopers van boten. Waarom in vredesnaam op deze hoogte?


Niet veel later, vlak voor het laatste gemene stukje naar de top bereik ik Bonaire, helaas door de lichtinval niet goed te zien. Weer een bestemming die van het lijstje kan.


Het laatste stukje is overigens echt gemeen. Dwars door een plaatsje loopt de weg kaarsrecht en steil omhoog. Vooral dat kaarsrecht maakt het gemeen, want de top komt visueel lang niet echt dichterbij, wat van het sluitstuk een ware marteling maakt. Gelukkig weet ik op enig moment ook dit te overwinnen en kan eindelijk de afdaling beginnen.

Al snel kan ik daarbij weer even in de remmen knijpen, want daar is dan de beroemde blik op Calpe, met de enorme rots die uitsteekt in de zee.


De afdaling is genieten, tot vlak voor Calpe waar ik ineens weer een stukje omhoog moet. Op dit stukje na is er echter geen trap nodig om de stad in te komen. Een stad bekend bij toeristen, maar zeker ook bij wielerprofs. Calpe is het Mekka van de winterse trainingskampen voor wielerploegen en vrijwel iedere prof is hier dan ook meermaals geweest. Niet alleen vanwege het weer, maar zeker vanwege de trainingsmogelijkheden. Direct om Calpe liggen wat steile klimmetjes, maar daar weer achter ook enkele uitgestrekte vlakke wegen richting noorden, waar het betere tempowerk getraind kan worden.

Zelf ben ik hier ook al eerder geweest. Niet op trainingskamp, maar op vakantie, ruim 25 jaar geleden. Ik herken, op de iconische rots na, echter helemaal niets. Ook de bril die ik verloor toen ik met mijn jeugdig enthousiasme de zee in dook vind ik niet terug

Wat ik wel vind is een supermarkt, dus inkopen kan ik in ieder geval doen. Helemaal mooi is het bankje voor de supermarkt, waar ik even op mijn gemak Google Maps kan bestuderen, want dat is hard nodig.

In de loop van de jaren is dit gebied namelijk goed vol gebouwd, dus moet ik flink turen op de kaart voor ik wat mogelijke overnachtingsplaatsen heb gevonden. Er komen is echter wat anders, want eerst moet ik vanuit Calpe weer de N332 op en dat blijkt, mede door de hoogtemeters die ik al heb gehad, een hele gemene klim.

Met veel gekreun en gesteun bereik ik uiteindelijk weer de weg en vanaf daar is het nog maar een klein stukje naar de eerste optie. Eenmaal daar aangekomen staat er echter wat, of beter gezegd iemand, in de weg. Er staat iemand met een fiets op het pad, dus besluit ik maar even te wachten, want liever ga ik ongezien een gebied in waar ik formeel niet hoor te zijn.

De man met fiets blijft echter gewoon op zijn plek staan, maar uiteindelijk wint mijn geduld het van zijn geduld en komt hij het pad af dat ik op wil. Het blijkt een collega te zijn met een volgepakte fiets en we komen aan de praat.

Het is een wat oudere man uit Barcelona die drie maanden door Spanje trekt als training voor een reis van een jaar door onder andere Duitsland. Hij spreekt behalve Spaans en Catalaans geen woord in een andere taal, dus dat kan nog een uitdaging worden.

Nadat hij vertrokken is, waarschijnlijk hoopte hij ook hier een slaapplek te vindem, kan ik het pad op om te kijken of het mij wel lukt hier iets geschikts te vinden. Dat is het geval, maar het is wel een plek met een uitdaging.

Het pad kent een doodlopende aftakking, waarbij het einde ideaal is voor mijn tent. Daarvoor loopt het pad echter extreem steil omhoog. Zo steil dat ik, zelfs nadat ik meer dan de helft van de bagage op de grond heb gezet, de fiets nauwelijks omhoog gedrukt krijg.

Uiteindelijk lukt het en nadat ik de rest van de bagage op heb gehaald kan ik gaan bouwen, met uitzicht over de lampjes van Calpe. Benieuwd hoe dat uitzicht morgen bij daglicht is.

Met uiteindelijk 360 hoogtemeters in de benen vandaag, een nieuw persoonlijk record, kruip ik tevreden mijn tent in. Vooral tevreden omdat ik voor het eerst redelijk bleef klimmen na 250 hoogtemeters en dat is maar goed ook, want er komt nog genoeg klimwerk de komende twee dagen. Nu komt er alleen nog een dagafsluiter.

donderdag 11 januari 2018

Dag 249: Rustical Mont-roig - Rustdag

Een eerdere rustdag dan in de planning stond.

Helaas ben ik genoodzaakt om van vandaag een rustdag te maken. Bij voorkeur fiets ik normaal zeven dagen voor ik een rustdag pak, deze keer waren het vijf dagen. En waarom genoodzaakt? Omdat ik simpelweg te moe ben.

Afgelopen nacht heb ik namelijk bijna de hele nacht wakker gelegen. Ik was na uren draaien vanwege de stormachtige wind met bijbehorend geluid net in slaap gevallen toen er een onweder recht boven mijn tent zich kwam vermaken, waardoor ik direct weer klaar wakker was.

Als dit nou alleen om deze nacht ging, dan was er nog niets aan de hand. Het is echter inmiddels de derde nacht in de afgelopen vier dagen, dat ik bijna niet aan het slapen kom, en dan is de tank een keer leeg.

Gelukkig heb ik genoeg proviand en een uitstekende plek, dus kan ik er zonder problemen een dagje achteraan plakken hier naast dit dorpje met een mooie naam voor een rustdag. Verder heb ik volgens mij nu ook niets te melden, dus is het gelijk een rustdag voor jullie.



vrijdag 22 december 2017

Dag 229: Agde - Vias

Laat vertrek door regen, wind tegen en 13 kilometer.

Gisteravond was de voorspelling nog dat het vandaag droog zou blijven, vanmorgen is dat anders. Bij het ontwaken zie ik op de weerapp dat het ieder moment kan gaan regenen. In eerste instantie lijkt het om 12 uur droog te worden, wat me nog mooi wat fietstijd zou geven, maar de buien bewegen steeds langzamer, waardoor de mogelijkheid om te vertrekken ook steeds verder naar achter verschuift.

Uiteindelijk stopt de regen iets na twee uur. Er is nog wel een nakomertje onderweg, maar dat kan ik wel hebben. Nu zou ik niet zo lang geleden van een dag als vandaag een rustdag hebben gemaakt, maar ik loop al genoeg achter op schema, dus besluit ik toch te vertrekken, ook al kan ik nog maar even fietsen.

Ik sta letterlijk net dertig seconden buiten mijn tent, op het moment dat de eigenaar van dit verwilderde stuk land langskomt. Hij vraagt of ik van plan ben om lang te blijven, waarop ik zeg dat ik net wil vertrekken. Zijn reactie is tot mijn verrassing blijf toch nog een nacht, veel te koud om te fietsen vandaag. Ik dank hem voor het aanbod, maar zeg toch te vertrekken, waarna ik begin met het leeghalen en daarna afbreken van de tent.


Zodra ik op de fiets stap merk ik dat er nog iets niet klopt aan de weersvoorspelling, ik heb de wind niet zoals verwacht schuin mee, maar juist schuin tegen. Dat helpt natuurlijk niet op een korte fietsdag als vandaag.

De weg die ik deze dagen volg is de oude route national 9. Die is tegenwoordig geen route national meer, maar gewoon een departementale weg. Na Agde gisteren heb ik besloten om even van die weg af te wijken, omdat de weg waar ik vannacht naast geslapen heb korter is. Vandaag ontdek ik dat dat een extra goede keuze was, want op het punt waar ik weer bij die weg kom zie ik dat het daarvoor een autoweg was, waar ik helemasl niet had mogen fietsen. Met wat mazzel heb ik dus in ieder geval een omweg met zoekwerk weten te voorkomen.


Ik worstel een aantal kilometers met de wind, doe onderweg nog even inkopen, en moet daarna alweer op zoek naar een plek voor de nacht. Gelukkig vind ik nog net voor zonsondergang een prachtige plek om ongemerkt de nacht door te brengen, zodat ik nog met daglicht mijn tent op kan zetten. Dat is ook wel een keer fijn. Vlak voor ik klaar ben zie ik nog net hoe de ondergaande zon het bijna laat lijken of er een bosbrand gaande is, iets dat hier overigens niet ongewoon is.


Een dag waarop ik niet veel heb gefietst en dus ook niet veel heb gezien, maar liever dertien kilometers dan nul. Ik slaap dus weer wat dichter bij Spanje. Als afsluiter een nummer dat vandaag in mijn hoofd zat en ik luidkeels gezongen heb terwijl het verkeer langs me raasde.


donderdag 14 december 2017

Dag 221: Arles - Arles

Regen, rondkijken, 25 kilometer en 80 hoogtemeters.

Helaas, helaas. Ik had vandaag heel graag opnames voor een filmpje over Arles willen maken, maar daar is het niet het weer voor. Vanaf het moment dat ik op weg ga begint het namelijk te miezeren en het blijft de hele dag afwisselend miezeren en echt regenen.

De camera blijft dus droog, maar zelf kan ik wel tegen een stootje, dus trek ik er wel op uit. In plaats van beelden uit het zonnige Arles krijgen jullie echter wel beelden uit een somber Arles.

Eerst, zoals gebruikelijk, mijn slaapplek. Ik ben het klooster ingegaan. Of bijna dan toch. Ik sliep namelijk vlak onder een klooster dat hier op een rots staat met een paar indrukwekkende gebouwen.


Aangezien ik toch die kant op moest, ook nog een foto van dichterbij hieronder. Ik dacht trouwens eerst dat de enorme kerk horende bij het klooster gedeeltelijk ingestort was, maar ik ontdekte later dat deze nooit afgebouwd is. Later nog meer over dit klooster.


Ik wil namelijk eerst naar mijn hoofddoel van vandaag, een oude en kapotte waterleiding, oftewel een Romeins aquaduct. Deze staat zeven kilometer buiten Arles, dus dat is goed te doen.

Om er te komen vanaf de abdij moet je ook nog door een stukje natuurgebied, dat vooral door zijn ruwheid mooi is. Aan de beplanting naast de route zie je dat je de noordelijke invloeden nu echt achter je hebt gelaten. Hier staan hele andere planten en struiken en geen van allen heeft grote bladeren. Hier moet je hittebestendig zijn om te overleven.

Eenmaal ter plekke kijk ik verrukt om me heen. Het gemiddelde gezinnetje op vakantie klimt hier denk ik even uit de auto, roept wat over mooi, wat knap en 2000 jaar oud en vertrekt weer. Hier is echter veel meer aan de hand.


Om te beginnen gaat het niet om één viaduct, maar om twee die hier samenkomen. Op de foto hierboven is te zien dat er nog ruimte zit tussen de twee, iets verderop is die ruimte verdwenen.


Er is ook een enorm verschil in bouwstijl. De één heeft een fundament met gigantische stenen, de ander is wat rommeliger gebouwd en voor een belangrijk deel ook al ingestort.


De rommelige lijkt in dit geval de oudste en ik denk dat hij zo rommelig is omdat hij heel snel gebouwd moest worden. Arles was eerst het ondergeschoven kindje ten opzichte van Marseille, maar dat veranderde toen Marseille een tegenstander van Caesar ging steunen en die tegenstander verloor. Veel officiële functies verplaatsten toen naar Arles, wat zorgde voor een enorme groeistuip.


Iets verderop kun je trouwens lopen door het waterkanaal, ook wel uniek.


Hierna komt het water bij een rots waar het doorheen moest. Het stevig gebouwde aquaduct maakt hier in de rots een paar bochten.


Terwijl de andere simpelweg rechtdoor gaat. De reden waarom ik denk dat dat de oudste is.


Wat de meeste bezoekers zullen missen, is wat er aan de andere kant van de rots gebeurd. Ze zullen vinden dat het er steil afloopt en je er een mooi uitzicht hebt, maar daar gaat het niet om.


Om te begrijpen wat hier aan de hand is, moet je namelijk weten wat hier aan je voeten ligt. De stenen op de helling zijn de overblijfselen van wat sommigen wel noemen de grootste concentratie mechanische kracht uit het Romeinse rijk.


Het water liep hier niet zomaar de heuvel af richting stad, nee hier stonden twee keer zeven waterwielen in serie die samen een enorme graanmolen vormden. Samen voldoende om 10.000 inwoners van Arles van meel en daarmee brood te voorzien. Eigenlijk stond hier dus een immense fabriek.


Nu had ik hier graag een filmpje over gemaakt en ook lang gewacht in de hoop dat het nog droog zou worden, maar helaas. Zo lang gewacht overigens dat het daglicht al bijna weer gaat verdwijnen. Rap terug dus.

Ik zou nog terugkomen op het klooster, want dat is ook nog de moeite waard. Dit klooster was uitermate belangrijk in de 11e en 12e eeuw. Grote aantallen hoogwaardigheidsbekleders lieten zich hier begraven en gaven gul aan het klooster om een gang naar de hel te voorkomen. Ook kwamen pelgrims in zulke grote aantallen naar het klooster, dat ze een kapelletje hebben gebouwd voor de pelgrims, zodat het i  het klooster wat rustiger werd.


De reden van al deze aanloop was een klein stukje hout dat een splinter van het kruis van Jezus zou zijn en in dit klooster werd bewaard. Door dit stukje hout te bezoeken, of gul te geven, werden al je zonden vergeven en sommige mensen konden dat goed gebruiken.

Vanaf de dertiende eeuw ging het snel bergafwaarts met het klooster, omdat er abten kwamen die vooral bezig waren met persoonlijk gewin en zo verdween dit ooit almachtige klooster in de vergetelheid. Grote gedeeltes werden zelfs gesloopt, zodat de steen gebruikt kon worden voor de kademuur in Arles.


Nu was dit niet het einde van mijn dag, maar wel het einde van het visuele verslag. Het was de hele dag al grauw en grijs, maar zonder licht is het helemaal lastig foto's maken. Ik ben Arles zelf namelijk nog ingegaan en heb daar, ondanks de regen, genoten van de sfeer die de stad uitademd. Genoten van amfitheater en gewone Romeinse theater en nog een aantal zaken.

Wat ik niet heb gezien was het terras van Van Gogh, want dat was opgeruimd voor de winter. Wel heb ik nog een Mac van binnen gezien om op te laden. Al met al dus een volle dag en na afloop kan ik Arles van harte aanbevelen voor een bezoek. Vergeet daarbij ook de omgeving niet.

Enkel nog een afsluiter. De regen in deze normaal zonnige plaats deed mij denken aan de Engelsen met hun regenachtige badplaatsen en in zo'n badplaats in Somerset is ooit een hilarische opname gemaakt.


dinsdag 12 december 2017

Dag 219: Orange - Avignon

Zonnetje en 36 kilometer.

Verder gaat het weer vandaag. Van de ene historische plaats naar de andere, hoewel het vandaag zeker niet vanzelf zal gaan. Mijn slaapplaats was vannacht echt vlak buiten Orange, waar ik ondanks de nabijheid van de stad, een mooi open veld had gevonden met een hoekje waar ik volledig aan het zicht onttrokken kon staan.


Helaas kon ik door wat regen pas wat later beginnen met inpakken dan gehoopt, maar in principe zou ik nog genoeg tijd moeten hebben om Avignon te bereiken. Ik begin echter wel aan mijn lijf te merken dat dit inmiddels dag tien is alweer dat ik onafgebroken onderweg ben. De kans is echter groot dat het over een paar dagen een dag slecht weer is, dus dan pak ik mijn rust wel.

De eerste kilometers gaan wat moeizaam, maar dat is bijna dagelijks het geval inmiddels. Na de eerste pauze gaat het meestal beter, waarna na een tweede pauze het tempo weer wat begint te zakken. Voor de eerste pauze moet ik deze keer eerst een keuze maken. Volg ik de gewone weg met al zijn gekronkel en ook meerdere klimmetjes, of gebruik ik een grindpad langs de Rhône? Omdat ik niet het gevoel heb dat ik mijn klimbenen bij me heb vandaag besluit ik het grindpad maar te proberen en bij het begin van dit grindpad neem ik mijn eerste pauze.

Ik zit op een dijk langs de Rhône en het uitzicht is prachtig. Voor me de restanten van een kasteel dat ooit een dominant uitzicht over de rivier had en in de verte, op kilometers afstand, zie ik een deel van Châteauneuf-du-Pape liggen. Het dorpje bekend van de wijn en genoemd naar het kasteel dat ooit gebouwd is door een paus in de tijd dat de pauzen in Avignon gehuisvest waren. Kort na de bouw begon echter ook alweer de gedeeltelijke sloop, omdat het kasteel te duur was in onderhoud.


Op het moment dat ik wil vertrekken en mijn tas van de grond pak zie ik er een bijzonder beestje op zitten. Het lijkt wel een soort wandelende tak. Ik heb een dergelijk beest in ieder geval nog nooit eerder gezien. Nadat ik het beestje weer naar de grond heb geholpen staat het een hele tijd ritmisch heen en weer te bewegen, alsof het een verdord grassprietje in de wind is.


Hierna begin ik aan het grindpad en het begin is nog goed te doen. Langzaam veranderd het grindpad echter in een kiezelpad, met steeds vaker vuistdikke kiezels. Dat is wel even wat anders. De snelheid zakt snel en ik heb alle concentratie nodig om de grootste stenen te ontwijken. Dit begint slopend te worden.

Na een kilometer of vier hebben de vuistdikke stenen de overhand gekregen en kom ik bijna niet meer vooruit. Gelukkig loopt er een vergelijkbaar pad onderaan de dijk en die lijkt er iets beter bij te liggen, dus stuur ik naar beneden. Het gaat hier inderdaad wat beter, maar het blijft een worsteling om al zigzaggend vooruit te komen. Het is dan ook een enorme opluchting wanneer ik na acht kilometer ellende eindelijk weer bij asfalt aan ben gekomen. Dit stuk heeft echter zoveel energie gekost dat ik flink gesloopt ben. Ik ben voorlopig weer even genezen van de grindpaden.

Gelukkig is het niet ver meer naar Avignon en ik bereik de stad vlak na zonsondergang. Weer een stad bij zonsondergang dus. Ik heb nog net genoeg schemering om een foto te maken van wat rest van de beroemde Pont d'Avignon en het voormalig pauselijk paleis.


Hierna fiets ik de binnenstad in en plof ik neer op het eerste bankje dat ik zie. Na een beetje bijgekomen te zijn ga ik op zoek naar een supermarkt, waarbij ik nog een deel door de oude binnenstad fiets met zijn smalle straatjes. Bijzonder de moeite waard kan ik zeggen.

Na de boodschappen wil ik de stad aan de zuidzijde verlaten, maar dat is nog een probleem. De weg is namelijk opgebroken. Met enige moeite kom ik er omheen en kan ik mijn weg vervolgen via een straat die slecht half afgesloten is. Het niet afgesloten deel zit echter vol met gaten, dus echt opschieten doet het niet. Gelukkig bereik ik uiteindelijk weer een normale weg en kan ik het laatste stuk de stad uit volbrengen.

Aan de zuidkant van de stad had ik een mooi plekje op het oog, maar een hek staat in de weg. Dan maar naar optie twee, maar daar staat een politieagent met zijn motor in de weg. Gelukkig heb ik nog een optie drie en daar kan ik wel terecht. Eindelijk rust na een slopende dag. Binnenkort echt een rustdag pakken, want het lijf is er aan toe.

Dan nog de afsluiter van de dag. In mijn tent eet ik nog een stukje kaas. Iemand anders zin in wat kaas?


donderdag 7 december 2017

Dag 214: Serves-sur-Rhône - Étoile-sur-Rhône

Koud, beetje mistral, 40 kilometer en 90 hoogtemeters.

Wat normaal op of rond 21 december is, was vandaag voor mij al het geval. Vandaag is namelijk mijn zonnewende. Als je op dezelfde plek blijft, dan worden de dagen nog heel ietsje korter de komende twee weken, maar omdat ik naar het zuiden reis, win ik nu sneller daglicht dan ik het verlies. Voor mij worden de dagen vanaf nu dus al langer, met een paar minuten per dag.

Vannacht heb ik overigens koninklijk geslapen, of bijna dan. Ik lag vlak onder een oud kasteeltje. Aan de andere kant van de Rhône stond een vergelijkbare toren, dus ik neem aan dat vanaf hier complete controle over de rivier mogelijk was.

Een foto vanaf direct bij mijn tent heb ik deze keer niet. Aan de andere kant van mijn tent was een niet echt fotogenieke dijk, gewoon een muur van gras, en tussen mij en het kasteeltje staan bomen, dus de foto van vandaag is pas na honderd meter fietsen genomen. Het gaat om het torentje links.



Vandaag fiets ik eindelijk door een mooi deel van de vallei overigens. Het is niet volgebouwd zoals de vorige dagen, maar aan beide kanten mooie heuvels en heel veel wijnranken om me heen.


Overigens staat er vandaag opnieuw een mistral, maar net als gisteren kan ik daar het eerste stuk niet van profiteren. De vallei ligt hier zo dat de wind er gewoon niet in kan komen. Geeft me natuurlijk wel meer tijd om van de omgeving te genieten.


Bij mijn eerste pauze van de dag, op een bankje langs de Rhône, zie ik eindelijk weer een keer een schip voorbij varen. Omdat ik hier reguliere wegen moet gebruiken zie de rivier niet altijd, dus de meeste schepen mis ik.


Vanaf dezelfde plek nog een foto, maar dan iets verder naar rechts. Op een afstandje zoals op de foto ziet het er niet direct indrukwekkend uit, maar de voorste heuvel midden in beeld is niets anders dan ontzettend veel wijnranken en volgens mij niet van de goedkoopste wijnen. In het dorp zelf stonden namelijk een paar hele forse wijnhuizen.


Na de pauze op deze mooie, maar ook erg koude, plek vlak onder Tain-l'Hermitage duurt het gelukkig niet lang voor ik weer kan gaan zeilen. Een kilometer later krijg ik namelijk de wind vol in de rug en vlieg ik over de wegen.

Zo bereik ik binnen de kortste de voorstad van Valence, de volgende grote plaats op mijn route. Het schiet lekker op de laatste dagen. Eenmaal in de stad valt de wind weer weg, maar dat maakt niet uit. Ik wil namelijk wel eens de tijd nemen voor een stad. Ik peddel dus op mijn gemak rond.

Het eerste dat me opvalt is dat alles dicht is. Dat er winkels dicht zijn is niet vreemd, want het is een zondag. Tot mijn verbazing is echter ook bijna alle horeca dicht. Ik begin echt het idee te krijgen dat dit deel van Frankrijk aan de winterslaap is begonnen, want al dagen zie ik vooral gesloten zaken.

En de rest van Valence? Eerlijk gezegd valt het me nogal tegen. Ja, het centrum ziet er geinig, niet bijzonder, uit, maar meer kan ik er eigenlijk niet van maken. Of het moet het kunstwerk zijn dat ik midden in de stad zie staan en me wel bevalt in deze omgeving.


Iets verderop staat er nog een bijna leeg reuzenrad te draaien en daarna is het centrum alweer op en begint een lange aaneenschakeling van lelijke bebouwing. Kilometer na kilometer een collectie lelijk steen. Ik kies ook een keer een stad uit om wat tijd aan te besteden.


Na een schier oneindige collectie lelijkheid tref ik een eetzaakje waar ik wat eet in een warme omgeving. Het is op zo'n koude dag best wel lekker om even ergens binnen te zitten.

Dit geeft me gelijk de kans om op mijn mobiel even goed naar de opties voor een overnachtingsplek te zoeken en tot mijn vreugde zie ik dat er mooie mogelijkheden zijn vlak na de bebouwde kom.

Na een hapje eten spring ik weer op de fiets voor het laatste stuk, waarna het tijd is om de tent op te zetten en voor jullie een afsluiter te bedenken. Wisten jullie wel dat vers fruit erg gevaarlijk is?


dinsdag 21 november 2017

Dag 198: La Salle - Blessureleed dag vijf alweer

En weer een dag verplichte rust aan de Saône.

Inmiddels alweer de vijfde dag dat ik bij het wakker worden gelijk weet dat het hem vandaag niet gaat worden. Maar nog altijd ben ik niet gefrustreerd, het gaat zoals het gaat. Ik vrees alleen wel dat dit nog meerdere dagen gaat duren, want het herstel gaat maar met hele kleine stapjes.

Hoewel ik vandaag eerst nog denk een flinke stap gemaakt te hebben overigens. Bij het vertrek richting supermarkt lukt het me namelijk na een aantal pogingen en met veel moeite, om mijn been over mijn fiets te krijgen. Dit voelt als een kleine overwinning, maar blijkt het later niet te zijn.

Voor ik tot die conclusie kom word ik echter eerst nog voorbij gefietst door twee medereizigers die met bepakte fiets zuidwaarts gaan. Ze zeggen netjes bonjour en ik roep vol overtuiging gutentag terug, wat ze natuurlijk vol verbazing om doet kijken. Voor ze mij passeerden hoorde ik ze onderling Duits praten, vandaar. Nu moesten het ook wel buitenlanders zijn, want Fransen zeggen bijna nooit bonjour. Straks meer over de Fransen.

Ik fiets nog maar een paar honderd meter tegen de tijd dat ik de conclusie trek dat het opstappen geen overwinning was. Ik fiets weer net zo moeizaam als een paar dagen geleden en zit krom op de fiets. De pijnstillers hebben gezorgd dat ik meer van mijn rug heb gevraagd dan deze kon leveren en ik weet gelijk weer waarom ik niet zo'n fan van die dingen ben.

Met grote moeite fiets ik de bult op, doe mijn boodschappen en fiets weer terug. Het voelt als een absolute zege om weer in mijn tentje te gaan liggen en mijn rug rust te geven. Terwijl ik weer lig neem ik het laatste politieke nieuws tot me. Niet uit Nederland, maar uit Amerika. Het politieke nieuws uit de States volg ik de laatste maanden namelijk veel intensiever dan het Nederlandse politieke nieuws.

Waarom? Niet alleen omdat daar momenteel de gekste dingen gebeuren, maar vooral omdat je er veel door kunt leren. Weliswaar vooral hoe het niet moet, maar ook dat is leren. Nederland is momenteel een verdeeld land, maar dat stelt nog niets voor in vergelijking met de andere kant van de grote visvijver. Tegelijkertijd gaat het in Nederland echter wel dezelfde kant op momenteel en dus valt er veel te leren.

Maar dat is niet waar ik het over wil hebben, ik wil het over de Fransen hebben. Je hoort wel eens zeggen dat Frankrijk een prachtig land is, maar dat het jammer is dat er zoveel Fransen wonen. Mijn reactie daarop: klopt! Mijn beeld over de Fransen is niet bepaald positief geworden de afgelopen weken helaas.

De meesten negeren alles en iedereen om zich heen die ze niet al kennen. Er komt maar al te vaak niet eens een reactie als ik vriendelijk bonjour zeg. Uiteraard zijn er ook uitzonderingen en het feit dat die me vrijwel allemaal bij zijn gebleven zegt wel genoeg over het feit dat het echt uitzonderingen zijn.

Ik begin echter boven alles het gevoel te krijgen dat Fransen of dom, of lui zijn en dat heeft alles met taal te maken. Als een Fransoos in sneltreinvaart wat klanken mijn richting op spreekt, dan vormen die zich niet direct tot woorden. Wat er dan gebeurd wanneer ik meld dat mijn Frans niet zo goed is, in keurig Frans overigens, is verbazingwekkend.

Laat ik beginnen bij wat het minste voorkomt, de uitzondering dus. Het is mij nu twee keer overkomen dat een Fransman dan rustig gaat praten in simpele woorden, zodat ik het kan begrijpen. Precies wat ik zou doen als ik enkel Nederlands sprak en iemand me zou zeggen niet zo goed Nederlands te spreken. De ene keer was met een gepensioneerde op de fiets en de andere keer met een zwerver buiten een Mac. In beide gevallen volgde er een mooi gesprek.

Het is me tot nu toe drie keer overkomen dat een Fransoos probleemloos overschakelde naar het Engels. Drie op de bijna honderd Fransen die ik gesproken heb. Zelfs de gemiddelde student spreekt hier geen woord Engels.

Daarnaast waren er mensen die in bijzonder gebrekkig Engels proberen te communiceren. Lovenswaardig dat je een poging doet in een taal die niet je eigen is en die je nauwelijks beheerst. Mijn bedoeling is eigenlijk dat ze gewoon Frans blijven praten, maar dan wat rustiger, maar het blijft lovenswaardig.

Minder lovenswaardig is echter de reactie die ik in meerderheid krijg. Ze kijken je even aan en geven het op en lopen weg. Kun je je voorstellen dat je dat doet zonder verdere pogingen? Ik niet, maar het overkomt me hier dagelijks. Dus of ze zijn te dom om het begrijpen, of te lui om hun best te doen.

Vreemde mensen die Fransen, laten we het daar maar op houden, ook waar het de afsluiter betreft.

maandag 9 oktober 2017

Dag 155: Solt - Van de regen in de kevers

Typisch herfstweer, dus vooral met het hoofd bezig.

Vandaag is weer eens zo'n dag dat de ene bui nog niet vertrokken is, voor de volgende al komt. De periodes zonder buien zijn te vroeg en te laat op de dag, dus blijf ik een dagje 'thuis' in en bij de tent. Zelfs ten tijde van het stuk bij de tent was het nog aan het miezeren, maar soms moet je gewoon even naar buiten.

Ik begin inmiddels een groot liefhebber te worden van de grotere kevers in het bos. Vreemd genoeg heb ik bij deze beestjes nog niet, zoals bij andere beesten wel, de behoefte om alle informatie over ze op te zoeken, dus mijn kennis is minimaal.

Om te beginnen zijn ze vaak erg komisch om te zien met hun manier van lopen. Ze bewegen vaak als slagschepen op een woeste zee. Wat ik pas echt wonderbaarlijk vind, is hoe snel ze voedsel weten te vinden. Dat kan geen toeval meer zijn. Vaak zijn het aaseters en zijn ze direct ter plaatse zodra er bijvoorbeeld een muis sterft.

Mijn eerste echte kennismaking met ze was bij Austerlitz. Daar gebruikte ik vallen vanwege de enorme muizenplaag en nadat een val dicht was geklapt controleerde ik altijd snel of de muis echt dood was of een genadeklap moest hebben, voor ik hem naar buiten werkte. Meerdere malen heb ik daar meegemaakt dat een kever al aan zijn maaltje was begonnen nog voor ik de kans kreeg de muis uit de val te halen. Ze bleven daarbij de muis vasthouden, zodat ze met muis en al mee naar buiten gingen.

Bij Avelingen trof ik een keer een dode muis op het rijwielpad met een kever die er druk mee bezig was. Het lijk was nog niet stijf, dus de muis was net dood. In plaats van zijn kaken in de muis te zetten, rolde deze de muis de hele tijd om. Eerst dacht ik omdat hij een mooi plekje zocht om zijn kaken in te zetten, maar daarvoor duurde het rollen te lang. Achteraf denk ik dat hij probeerde de muis vanaf het fietspad de bosjes in te krijgen, om te voorkomen dat een ander beest ermee aan de haal zou gaan.

Dat denk ik vooral dankzij wat ik vandaag zag. Vlak voor mijn tent lag een stuk van een muis. Waarschijnlijk uit de snavel van een roofvogel gevallen. Twee kevers waren aan het eten, een derde probeerde er mee aan de haal te gaan richting zijn holletje in de grond iets verderop. Toch wel vreemd om te zien dat een beest een prooi voor zichzelf wil die tien keer zo groot is als hij zelf is. Alsof ik een dode olifant niet wil delen zeg maar.

De andere twee kevers bleven overigens ook gewoon dooreten, ook toen het stuk muis al half onder de grond was verdwenen voordat de egoïstische kever ontdekte dat dit niet in zijn holletje ging passen en hij dus maar besloot het op te geven en samen met de andere twee ging eten. Vreemde beestjes.

Verder was mijn dag vooral gevuld met wat denken en wat schrijven, maar daar valt verder niets concreets over te melden. Tijd voor de afsluiter dus. Van een dode muis dankzij een vogel is het natuurlijk maar een kleine stap naar een dode vogel.....