Posts tonen met het label san sebastian. Alle posts tonen
Posts tonen met het label san sebastian. Alle posts tonen

woensdag 21 maart 2018

Dag 301: San Sebastian - Oldenzaal deel 1

Spanje uit en dwars door Frankrijk, België en Nederland naar het stedke van plezeer.

Middernacht is het, tot op de minuut precies, wanneer we Spanje verlaten en Frankrijk binnenrijden. Ruim twee maanden ben ik in Spanje geweest. Ik kan me oudjaarsdag in Barcelona nog heel goed herinneren bijvoorbeeld, net als vele andere plekken en momenten. Nu ik het land van de zon verlaat is onvermijdelijk duidelijk, mijn reis komt tot een einde.

Eerst nog wel een 'paar' kilometer met de bus, maar het einde komt nu toch echt in zicht. Daardoor hoef ik me ook niet meer druk te maken, want deze bus brengt me tot aan Nederland, dus ik ga geen overstap op een andere bus meer mis kunnen lopen.

Het is een donkere nacht en daardoor helaas maar weinig te zien van de omgeving. Het nationaal park van de Gascogne dat we doorkruisen na een tussenstop in Bayonne blijft voor mij dan ook beperkt tot de contouren van bomen. Meer krijg ik niet te zien.

Het is overigens een onrustige nacht, omdat de bus met regelmaat een tussenstop maakt om passagiers in of uit te laten stappen. Niet minder dan vijf tussenstops maken we tussen het vertrek uit San Sebastian en het moment dat de zon boven de einder komt en bij iedere tussenstop is het weer onrustig in de bus dankzij in- en uitstappers.

Ondanks al deze onrust krijg ik tot mijn verrassing toch nog een klein beetje slaap. Normaal slaap ik niet in een bus en ik ben wel wat lange afstanden in bussen gewend. Ik ben echter gaan twintiger of zelfs dertiger meer en afgelopen nacht voor het busstation in Malaga had ik ook al geen slaap gehad.

Niet dat ik veel slaap krijg overigens, daar is het te onrustig voor met al die tussenstops, maar alles bij elkaar heb ik denk ik toch een uur of drie à vier geslapen en dat was mijn eerste slaap in ruim veertig uur tijd.

Precies met zonsopgang open ik mijn ogen en kan ik gelijk gaan genieten van de opkomende zon. Een opkomende zon die me gelijk doet denken aan stromend water. Eerst zie ik namelijk de zon achter een watertoren.....


.... en vlak daarna achter de stoomwolk die afkomstig is uit een kerncentrale. Water en stroom en dus samen stromend water.


Vlak na zonsopgang maken we een wat langere stop bij een tankstation voor het ontbijt. Mijn proviand is wat aan het afnemen, dus ben ik genoodzaakt om hier wat te kopen, waardoor ik ontdek hoe belachelijk hoog de prijzen hier in Frankrijk langs de snelweg zijn.

Ik ben echter wel erg blij met de kans om even wat rond te kunnen lopen, Al met al zit ik al bijna een dag lang stil op wat kleine onderbrekingen na en er is nog een heel eind te gaan. Bovendien is het lekker fris buiten. Het is namelijk min tien en dat kun je wel fris noemen.

Ik had overigens verwacht om moeite te hebben met de kou na maanden van warmte, maar ik ben gelijk weer mezelf. Ik heb weinig problemen met kou, nooit gehad. Ik sta dus als enige passagier uit de bus langere tijd buiten om een frisse neus te halen. De rest blijft zoveel mogelijk binnen.

Het lijkt of we nog maar net uit Spanje vertrokken zijn omdat het nog maar net daglicht is, maar we zijn ondertussen Parijs al tot minder dan 150 kilometer genaderd. Twee derde van Frankrijk is gedurende de nacht dus aan ons voorbij gegleden.

Het laatste stukje tot aan Parijs is niet echt de moeite van het bekijken waard, dus gaat mijn blik van het zijraam naar dat wat voor me hangt, de kaart van Europa met daarop alle bestemmingen van ALSA.


Langzaam begin ik vervolgens een beetje te dagdromen over alles wat er nog te ontdekken valt in Europa en wat allemaal binnen bereik ligt met een buskaartje. Vooral het oosten en zuidoosten van Europa trekt me aan, omdat ik daar nog zo weinig ben geweest.

Na terugkeer zal ik niet op korte termijn weer vertrekken, dat kan zelfs nog best lang gaan duren, maar nadenken over volgende reizen zal ik tot mijn volgende reis met regelmaat doen. Veel ook om over na te denken, want er zijn mogelijkheden genoeg.

Terwijl ik nog aan het dagdromen ben over toekomstige ontdekkingen, kom ik tot de ontdekking hoe druk Parijs is. Echt opschieten doet het verkeer op de snelweg namelijk niet meer en hoe dichter we bij het centrum van Parijs komen, hoe erger het is.

Gelukkig moeten we niet hartje centrum zijn, maar station Paris-Bercy waar we wel moeten zijn ligt dicht genoeg bij het centrum om voor kruipend verkeer te zorgen. Eigenlijk hadden we hier om tien uur in de ochtend moeten aankomen, maar het schema kan het raam uit vanaf het moment dat we de stad inrijden.

Vlak voor we bij het station aankomen zie ik iets dat me niet verrast, maar wel van mijn stuk brengt. Het is nog altijd rond de min tien graden, maar daklozen zitten hier gewoon in de vrieskou bij deze temperaturen.


Nu wist ik dat er een realistische kans zou zijn dat ik iets dergelijks te zien zou krijgen. Het is immers nog maar een week geleden dat bekend werd dat er in Parijs tenminste 3000 mensen op straat leven gedurende de winter, naast de 2000 daklozen die terecht kunnen in speciale opvangplekken tijdens de winter. De meerderheid van de daklozen kan dus nergens heen in deze stad, ook niet wanneer het min tien is.

Bijzonder ontnuchterend en triest om zoiets te moeten aanschouwen en weer eens een teken dat duidelijk maakt dat we als mensen nog heel wat te verbeteren hebben in onze samenleving. Soms lijkt het wel alsof we ons liever druk maken om kleine zaken zonder echte betekenis, dan dat we opstaan en met zijn allen de grote problemen oplossen.

Het is geen vrolijk einde van deel één van mijn laatste reisdag, maar het is niet anders. Ik ben best wel benieuwd of het bij twee delen beperkt blijft overigens deze keer, maar dat denk ik wel. Nog één reisverslag te gaan dus op deze site.

dinsdag 20 maart 2018

Dag 300: Malaga - San Sebastian deel 4

Door het noorden van Spanje.

Na de delen één, twee en drie van het verhaal van deze dag is hier dan eindelijk het laatste deel van dag 300, het stuk vanaf het binnenrijden van Madrid tot en met San Sebastian.

Hoe uitgestorven de binnenlanden hier zijn was wel te merken aan het aantal tussenstops dat we daar hadden gemaakt, precies nul. De laatste keer dat er passagiers op- of afgestapt zijn, was dus alweer een kilometer of 400 geleden. Al die tijd heeft de bus iets meer dan halfvol gezeten, maar daar gaat nu snel verandering in komen.

We rijden in Madrid namelijk het zuidelijke busstation in en daar is het een drukte van belang. Niet eerder heb ik zo'n groot busstation gezien. Hier zijn meer dan honderd perrons voor de bussen en die rijden dan ook voortdurend af en aan.

Zodra onze bus stilstaat is duidelijk dat we het een stuk drukker gaan krijgen. Hoewel de meeste passagiers uit onze bus uitstappen, stappen er nog veel meer in. De bus is ineens voor twee derde gevuld, maar gelukkig heb ik geen buurman of -vrouw gekregen. Bij dit soort lange ritten heb je het liefste wat ruimte.

Binnen een paar minuten vertrekt de bus alweer. Knap zo snel als het hier gaat met zoveel bussen tegelijkertijd. We rijden verder Madrid in, maar veel van de stad krijg ik niet te zien, met uitzondering van vele lelijke blokkendozen die ze woonflats noemen.

het begint overigens ook al langzaam donker te worden, iets dat pas had moeten gebeuren een stuk na Madrid. De tijd lijkt echt krap te worden voor de overstap in San Sebastian. Daarvoor echter eerst nog een stop in Madrid. Madrid heeft namelijk twee grote busstations. De zuidelijke voor de verbindingen naar het zuiden, oosten, westen en noordwesten en het noordelijke busstation voor verbindingen naar het noorden en het noordoosten. Aangezien mijn bus van zuid naar noord gaat stoppen we dus bij beiden.

Het noordelijke busstation is ook fors met tientallen perrons maar bijzonder genoeg is deze ondergronds en hij bestaat zelfs uit twee verdiepingen ondergronds. De rijbanen zijn wel erg smal hier en dat is te zien aan de muren, daar schuurt af en toe een bus langs.

Tegen de tijd dat we weer bovengronds zijn is de achterstand op het schema inmiddels anderhalf uur en dat terwijl er maar een uur speling zit in het schema om de overstap te halen in San Sebastian. Rustig zitten is bij mij dus geen optie meer.

Het is wel spijtig dat het inmiddels donker is, want daardoor is er van het landschap bijna niets te zien, terwijl het de indruk geeft dat het hier wel de moeite waard is met de vele heuvels. De weg gaat voortdurend op en af en dat is te merken aan de druk op mijn oren.

Opvallend genoeg staan er op meerdere plekken ook sneeuwschuivers en strooiwagens klaar, terwijl er geen vlokje sneeuw te zien is. Blijkbaar gaan ze hier al in de startblokken staan direct langs de snelweg op het moment dat er een voorspelling voor lichte sneeuw is. Iets verderop begrijp ik waarom.

Met regelmaat staan er waarschuwingsborden langs de weg die waarschuwen voor de gevaren tijdens winterse omstandigheden en die zitten hier vooral in wegen met een te steile hellingsgraad voor vrachtwagens wanneer het glad is. Bij één helling staat er zelfs een takelwagen stand-by voor het geval de sneeuw komt en een vrachtwagen vast komt te zitten.

Ook staan er voortdurend omleidingen aangegeven die enkel bedoeld zijn voor winterse omstandigheden. Wat een paar honderd meter hoogteverschil wel niet kan doen met het verkeer. In één van de eerdere delen over vandaag had ik het al over de extra kosten die komen kijken bij het aanleggen van wegen in dit land, de hoogte met de daarbij horende winterse omstandigheden zorgen voor nog meer kosten.

De volgende stop op de route zou Burgos moeten zijn, maar tot mijn verrassing rijden we daar aan voorbij. Daarna horen we naar Bilbao te gaan, maar de afslag naar Bilbao laat de chauffeur links liggen. Op deze manier heb ik me voor niets druk gemaakt, want zo is het makkelijk tijd inhalen.

Later begrijp ik dat er in onze bus geen passagiers zaten voor deze twee plaatsen en dat andere bussen de passagiers mee hebben genomen die wij normaal mee hadden moeten nemen. Blijkbaar is de vertraging op deze lijn heel normaal en hebben ze dit alternatieve draaiboek bijna dagelijks nodig.

Met name het overslaan van Bilbao scheelt bakken met tijd, want dat zou een flinke omweg zijn geweest.In anderhalf uur tijd gaat de bus van anderhalf uur achter op schema naar drie kwartier voor op schema. Dat schiet nog eens lekker op.

We zijn nu zelfs zo vroeg, dat er een extra stop mogelijk is bij het binnenrijden van San Sebastian. Daarbij zijn we overigens niet de enige, want er staan al twee ALSA bussen en even later komen er nog drie bij staan. Maar liefst zes van de negen bussen die op elkaar aan horen te sluiten in San Sebastian staan nu bij dit tankstation en wegrestaurant. Ik maak me dus niet meer druk om het halen van mijn aansluiting.


Voor het eerst merk ik hier weer hoe vorst voelt overigens. De temperatuur is namelijk gezakt tot min vijf, dus ik kan vast een beetje oefenen voor Nederland waar het op dat moment ook fors onder nul is.

Uiteindelijk vertrekken we pas een paar minuten voor de overstaptijd naar het busstation van San Sebastian. Opnieuw een busstation dat ondergronds is overigens, maar dan een stuk kleiner dan in Madrid. Wat er volgt is een militaire operatie.

San Sebastian is de grote overstapplaats voor meerdere busmaatschappijen. Het kan hier zomaar zijn dat er zoals nu negen bussen van ALSA staan met internationale bestemmingen die allemaal op elkaar aansluiten en een half uur later twaalf bussen van Eurolines die hetzelfde doen. Ze zijn hier dus wel wat gewend op het gebied van een kluwen overstappende passagiers.

Zodra de bus stilstaat wil iedereen snel naar buiten om zijn of haar andere bus te vinden, het is volgens de dienstregeling immers alweer vertrektijd, maar zo doen ze dat hier niet. Eerst komt er een medewerker van ALSA de bus in die één voor één de passagiers af gaat, het ticket bekijkt en de passagier naar het juiste perron verwijst.

Bij dat perron aangekomen kun je niet zomaar instappen, nee eerst wachten ze tot alle bussen leeg zijn en alle passagiers bij de juiste bus staan te wachten. Daarna gaat eerst de bagage in de juiste volgorde het ruim in, dus eerst de bagage van de mensen die tot de laatste stop meerijden en bovenop de bagage van de mensen die als eerste uitstappen. Pas na dit alles worden de passagiers toegelaten tot de bus, overigens na ook nog eens opnieuw een uitgebreide controle van de tickets.

Nu had ik de mazzel dat ik mee ga tot de eindbestemming van deze bus, Amsterdam, waardoor ik dus als één van de eersten voor de ingang van de bus te wachten stond en daardoor een mooi plekje in de bus uit kan zoeken. Gelukkig maar, want ik moet er nog bijna een dag mee dwars door Frankrijk, België en Nederland.

Na deze militaire operatie rijden de bussen vrijwel gelijktijdig het busstation uit en duiken we de nacht in voor het volgende deel van de terugreis. Bordeaux, Tours, Parijs, Brussel en Rotterdam zijn zomaar wat plaatsen die we nog aan zullen doen, maar daarover later meer. Deze dag zit er immers op. Ik zit in de bus naar Nederland, de afsluiter van deze dag mag dus gaan over naar huis gaan.

zondag 18 maart 2018

Dag 300: Malaga - San Sebastian deel 2

De binnenlanden van Spanje in.

Het is voorbij met de costa, afgelopen met zee en strand. De bus gaat vanaf nu in een, vrijwel, rechte lijn noordwaarts, allereerst dwars door de binnenlanden van Spanje. Een voor mij compleet onbekend gebied, dus ik ben dan ook erg benieuwd hoe het er uit gaat zien.

Het eerste stuk krijg ik helaas echter niet veel te zien van de ruimere omgeving. Van Motril tot vlak voor Granada, het stuk langs de Sierra Nevada met zijn indrukwekkende pieken, komt het namelijk met bakken uit de lucht, waardoor het zicht bijzonder minimaal is. Gelukkig had ik de Sierra Nevada al vanaf de kust kunnen zien, dus ik mis niet iets dat ik nog nooit heb gezien.

Ik hoef me echter absoluut niet te vervelen, want de weg zelf is hier al behoorlijk spectaculair met vele bruggen en gedeeltelijk verwijderde heuvels. Een stukje van ruim acht kilometer was zo lastig aan te leggen dat ze er ruim zes jaar over gedaan hebben. De uitdagingen zijn hier nu eenmaal anders dan we in Nederland gewend zijn.

Vlak voor Granada stopt het niet alleen met regenen, de lucht boven ons is ineens strak blauw. De invloed van heuvels en bergen op het weer heb ik altijd prachtig gevonden en zelden heb ik een mooier voorbeeld in de praktijk gezien. De hele zuidelijke helft van Spanje gaat gebukt onder zware regens, maar hier is het volkomen helder omdat de buien blijkbaar de bergen niet over komen.


Het is hier overigens ook volkomen vlak en dat is mogelijk nog verrassender. In Spanje kom je bijna nooit uitgebreide vlakke stukken land tegen, omdat Spanje niets anders is dan een hele grote kreukelzone van de voortdurend in beweging zijnde aardkorst.

Tegelijkertijd zitten we hier overigens wel op ruim 700 meter boven zeeniveau. Waarschijnlijk is dit een enorme vallei die ooit ontstaan is tussen de bergen, die langzaam gevuld is met de sedimenten die afkomstig zijn van de omliggende bergen. Door dit geleidelijke vullen is waarschijnlijk het opvallend vlakke landschap ontstaan.

Een vlakte die al eeuwenlang aantrekkelijk genoeg is om te gaan wonen. Granada is immers al zeer lang een forse stad, omgeving door vruchtbare landbouwgrond en veilig tussen de bergen. Als ik het landschap zie, dan begrijp ik direct waarom hier de geschiedenis zo rijk is. Dit is altijd al een goede plaats geweest om te overleven en zelfs te bloeien als samenleving.

Helaas zie ik van Granada zelf niets dat de moeite waard is. Deze stad blijft dus nog op mijn verlanglijstje staan. Een mens moet immers wensen en doelen blijven houden.

Direct na Granada beginnen de bergen en heuvels weer. Vanaf Motril volgen we al de A44 en die blijven we volgen tot we bij de A4 richting Madrid komen. De A44 is een weg die voortdurend op en af gaat en waarschijnlijk zeer kostbaar was in de aanleg, net als vele ander snelwegen in dit bergachtige land.

Vanuit Nederlands perspectief is het altijd zo makkelijk oordelen over andere landen, maar zodra je het landschap hier ziet begrijp je al snel dat vele overheidstaken hier stukken duurder zijn dan ze in Nederland zijn, enkel vanwege het landschap. Laten we dus niet te snel oordelen over andere landen, zonder ons bewust te zijn van de omstandigheden.

De A44 beweegt zich bijvoorbeeld grotendeels tussen de 500 en ruim 1000 meter boven zeeniveau, met daarbij ontelbaar veel tunnels en viaducten. Dit zorgt overigens wel met regelmaat voor bijzonder spectaculaire uitzichten, zeker op de hogere plekken. Je lijkt dan bijna de hoogte van de wolken te halen.


Op bovenstaande foto trouwens één van de weinige stukken natuur die hier te vinden zijn. Bijna ieder stukje grond is hier namelijk in gebruik als landbouwgrond. En dan niet voor normale gewassen, maar voor ontelbaar veel olijfbomen.


Ik dacht dat ik onderweg al heel wat olijfbomen had zien staan, maar achteraf gezien was dat helemaal niets. Vandaag zie ik in een paar uur tijd vele malen meer olijfbomen dan ik tot nu toe in mijn hele leven had gezien. Dit gebied is de olijfschuur van Europa om het zo maar even te zeggen.

Om te kijken hoe uitgestrekt dit gebied is pak ik Google Maps er maar even bij en kijk vol verbazing naar de satellietfoto. Tientallen kilometers alle kanten op vanaf waar ik ben staan bijna alleen maar olijfbomen. Af en toe een dorpje of een stukje bos, verder enkel en alleen olijfbomen.

Niet dat ik zelf tientallen kilometers om me heen kan kijken overigens, meestal maar een paar honderd meter. We rijden namelijk voortdurend tussen heuvels door en dat maakt de aanwezigheid van al die olijfbomen nog indrukwekkender. Die staan hier namelijk regelmatig op uitzonderlijk steile hellingen, waar je nauwelijks kunt staan. Ieder voor mensen bereikbaar plekje heeft een olijfboom gekregen.

Helaas is het bijna de hele dag grijs en grauw met regelmatig regen, want ik ben erg benieuwd hoe het hier is met zonneschijn. De kleuren van het landschap zijn namelijk uitzonderlijk, maar op zo'n grauwe dag als vandaag is dat natuurlijk niet op de foto te krijgen.


Om te beginnen is er natuurlijk olijfgroen. Niet alleen van de olijfbomen overigens, nee ook van de korstmossen die op de rotsen zitten. Olijfgroen is daardoor de meest voorkomende kleur.

De ondergrond is meestal wat flets okergeel. Mogelijk is dat fletse vanwege het grauwe weer. Zelfs met dat grauwe weer is de kleur geel echter niet te missen. Overal schijnt het okergeel door het olijfgroen door.

Af en toe is er ook nog okerrood te zien, omdat sommige rotsen hier rood gekleurd zijn, net als het zand op sommige plekken. De combinatie van olijfgroen, okergeel en okerrood geeft een uitzonderlijk schouwspel waar ik uitgebreid van geniet. Maar al te graag kom ik hier ooit op een zonnige dag terug om de kleuren dan nogmaals te aanschouwen.

Nu had ik oorspronkelijk het idee om dag 300 in twee delen te publiceren, maar dit stuk is alweer lang aan het worden en Madrid is nog niet eens in zicht. Voor nu laat ik het dus hierbij en op korte termijn komt er een deel drie om de rest van deze dag te beschrijven.