Posts tonen met het label wijnranken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wijnranken. Alle posts tonen

donderdag 21 december 2017

Dag 228: Vic-la-Gardiole - Agde

Lekker weer, 47 kilometer en 100 hoogtemeters.

Na een dag wassen en daarmee een dag rust is het tijd om weer verder te trekken. Helaas opnieuw na een slechte nachtrust, want de wind bleef onverminderd bulderen. Het inpakken van de tent is ook altijd een uitdaging onder dit soort omstandigheden. De tent wil namelijk overal heen, behalve netjes opgerold in zijn zak.


Het landschap begint hier alweer wat golvender te worden. Een eerste teken dat er weer bergen in aantocht zijn. De weg die ik volg geeft me vaak maar een klein strookje om op te fietsen, dus let ik scherp op de rest van het verkeer.

Echt bijzonder is de omgeving niet, tot ik voorbij Frontignan ben en daarmee weer dichter bij de kust ben. Opnieuw zie ik regelmatig flamingo's in de zoutwatermeren langs de weg en af en toe zien ze mij ook. Het heeft iets komisch zoals ze je wantrouwig aankijken.


Mijn eerste pauze van de dag is in Sète, een wat duurdere badplaats. Ik ben overigens niet de enige die op dat moment aankomt, want ook de kerstman komt per boot aan. Vreemd genoeg vanuit de richting van het binnenland in plaats van de zee, maar dat lijkt de pret niet te drukken.


Sète heeft wel wat vind ik. Leuke winkeltjes en horeca, kanalen, de zee en het begin van een kilometers lang strand. Ik heb alleen wel het idee dat het hier schreeuwend duur is. In tegenstelling tot alle andere kustplaatsen van de laatste dagen is hier wel wat te doen in deze wintermaand overigens.


Nadat ik Sète heb verlaten begin ik aan een lang stuk kust. In recente jaren is er een fietspad aangelegd langs de lange strook strand hier en dat fietspad volg ik dus. Soms kijk ik tegen de duinen aan en soms zie ik de zee in al haar glorie.


Links en rechts van me is zand. Links voor strand en duinen en rechts voor de wijnranken. Helaas ben ik vergeten er een foto van te maken, maar hier staan de wijnranken dus in het strandzand. Heel vreemd om te zien. Ongetwijfeld zit daaronder nog een laag voedzame aarde, want anders is het lastig groeien.


De zon gaat zo ongeveer onder op het moment dat ik op het einde van het fietspad ben. Nog even een klein stukje naar Agde, alwaar ik stroom wil halen. Het blijkt alleen wel al snel dat de uitdagingen nu pas beginnen.

Allereerst moet ik hier verplicht gebruik maken van een fietspad, dat vol staat met paaltjes en hekjes waar ik maar net tussen pas met mijn fiets. Een slalom op lage snelheid gaat het worden zo.

Daarnaast zijn er veel zijstraten en de overgang tussen fietspad en zijstraat is hier niet echt soepel, maar een rand van vijf tot tien centimeter hoog. Daar knal ik niet even tegenop, dus iedere keer afremmen, er voorzichtig op en weer optrekken.

Dit deel bleek echter nog het betere deel. Wat verderop veranderd het fietspad in een grindpad met grote kuilen en daarna een zandpad, gevolgd door weer een grindpad. Fransen en fietspaden, ze hebben de klok horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.

Uiteindelijk kom ik dan toch in Agde en begeef ik me naar de Mac. Ik zoek een plekje met stopcontact, bestel en ga alles aansluiten. Er blijkt echter geen stroom op het stopcontact te zitten. Dat heeft de eigenaar er af laten halen. Nu is deze Mac überhaubt niet wat ik er gewend van ben, vies, zwaar onderbezet en dus geen stroom. Ik zie dat de reviews online ook bijzonder negatief zijn.

Maar ja, ik moet wel stroom hebben. Ik eet mijn bestelling dus maar snel op en ga naar een andere keten een paar kilometer verderop. Het is even zoeken, maar daar vind ik uiteindelijk een goed verstopt stopcontact, waardoor ik in ieder geval kan laden.

Door alle vertraging kan ik maar een beetje laden, maar ik kan er in ieder geval weer twee dagen mee vooruit. Dan maar wat eerder weer een oplaadstop inlassen. Ik verlaat Agde en zoek een mooi verwilderd stukje land op voor mijn tent. Na 47 kilometer en al dat stroomgedoe kan ik mijn nachtrust wel gebruiken. Enkel nog even een afsluiter.

zondag 17 december 2017

Dag 224: Saintes-Maries-de-la-Mer - Lunel

Redelijk weer, opladen, 39 kilometer en 50 hoogtemeters.

Over rustige plekjes gesproken. Het enige dat ik hier vannacht kon horen waren vogels en stieren. Lichtvervuiling is hier ook niet tot nauwelijks, waardoor ik vannacht zelfs een deel van de Melkweg kon zien. Helaas niet helemaal, want aan de randen was er wel lichtvervuiling. Al met al een prachtig plekje dus, vlak bij de Petit-Rhône. En ik was mijn tent nog maar net uit en er kwam een formatie vogels voorbij.


Tijdens het inpakken bleven er zulle groepen voorbijkomen en aan het geluid te horen kwamen ze allemaal samen een stukje verderop, voor mij net uit zicht. Niet uit zicht voor mij is het riet hier, dat tot vier á vijf meter hoog staat. Het lijken wel bomen zo hoog.




Het eerste stuk van de route van vandaag werd een ware traktatie. Nergens ben ik zo'n rijkdom aan dieren tegengekomen als in de eerste zes kilometer. Voortdurend was ik volop aan het genieten. Uiteraard ontbraken daarbij niet de voor dit gebied verplichte stieren.


Heel bijzonder was mijn ontmoeting met een bever. Ik kan me niet herinneren eerder zo dicht bij een bever te zijn geweest, hooguit een meter of drie. Hij bleef even in zicht onder de takken, maar besloot om daarna toch maar zijn holletje op te zoeken.


De hoofdrol was echter ook vandaag weer voor de vogels, maar helaas is het vaak onmogelijk om die op de foto te zetten. Het begon al na letterlijk twee meter fietsen, toen een joekel van een zilverreiger vlak naast me opschrok en weg vloog. Ook weer vele roofvogels van nabij mogen aanschouwen.

De vrolijke noot kwam van de formatievliegers. Zo vloog een enorme groep witte duiven, zeker vijftig stuks, een aantal rondjes boven mijn hoofd. Iets verderop was er een ware zwerm aan kleine vogeltjes, echt honderden, die een stuk voor me uitvlogen.

Hoogtepunt van de dag was echter zonder twijfel een ijsvogel. Normaal vluchten die al voor je ze ziet, maar deze pas toen ik vlakbij was en hij vloog ook nog eens een meter of honderd vlak voor me. Vol in de zon, dus ik kon de enorme kleurenpracht goed tot me nemen. Wat een genot!

Helaas hield dit alles op toen ik bij een drukkere weg kwam, maar dit stukje reis zal ik niet snel vergeten. Bij de overgang naar de drukkere weg hoorde ook een overgang van landschap. Enorme velden met wijnranken kwam ik hier tegen, uitgestrekter dan ik ooit had gezien.


Ook kwam ik nog wat klassieke auto's tegen. Met moderne auto's heb ik helemaal niets. Vrijwel allemaal zijn het variaties op hetzelfde lelijke thema. Klassiekers daarentegen hebben vaak een ontwerp om van te smullen en ik ben nu eenmaal gek op schoonheid, of dat nu kunst, natuur of wat anders is.


Uiteraard ontbraken hier de waterwegen ook niet. Eigenlijk kun je in het hele stuk van Arles naar Sète niet om het water heen. De zee, rivieren, kanalen en grote zout- en brakwatermeren kom je hier overal tegen en zij zorgen voor een belangrijk deel voor de enorme soortenrijkdom qua fauna.


En dan zet er vervolgens iemand een toren midden op de weg. Rare lui die Fransen. Dit is La Tour Carbonnière, uit de dertiende eeuw. Gebouwd om Aigues-Mortes, dat een paar kilometer verderop ligt te beschermen. Tegenwoordig is hier veel ingepolderd, maar oorspronkelijk was dit gebied één groot moerasgebieden met een paar verhoogde wegen om bij de plaatsjes te komen. De verdedigingswerken konden dan buiten de plaats op dergelijke wegen geplaatst worden.


Direct na de toren volgt nog wel een stuk moeras en het duurt geen honderd meter voor ik weer in de remmen kan knijpen. Hier staat namelijk een forse groep flamingo's.


Oh ja, laat ik de zoomoptie op mijn mobiel ook eens proberen.


Hierna is het met de echte schoonheid wel gedaan en fiets ik via een dorpje en opvallend veel wegwerkzaamheden door naar Lunel om bij de Mac stroom te gaan halen. Helaas moest ik hiervoor wel iets naar het noorden afbuigen, want de volgende geschikte Mac zuidwaarts was te ver weg.

Na het opladen nog een klein stukje fietsen naar een overnachtingsplek en zo kom ik alweer bij de afsluiter van de dag. Als inspiratie vandaag de eerste letters van Lunel.

maandag 20 november 2017

Dag 197: La Salle - Blessureleed dag vier

Nog een dag stilstand vanwege mijn rug.

Bij het ontwaken voel ik al direct dat er weinig progressie is en daarmee is dit dus definitief geen twee tot drie dagen spit, maar waarschijnlijk een zeven tot tien dagen spit. Joepie, een week of langer vast hier.

Nu sta ik mezelf altijd wel medicatie toe na dag drie, dus kan ik op zoek naar een drugsdealer, ook wel bekend als apotheek. Lang hoef ik niet te zoeken, want ik weet waar hij zit, naast de supermarkt. Ik dus weer via de wat vreemde methode de fiets op en het dorp in.

Onderweg ontdek ik dat ik eergisteren iets over het hoofd gezien had toen ik dezelfde route ging, maar toen was de pijn ook erger en had ik weinig oog voor de omgeving. Na honderden kilometers door Frankrijk, met daarbij een enorm stuk langs een kanaal genoemd naar twee wijnstreken, zie ik vandaag eindelijk de eerste wijnranken.


Morgen komt de Beaujolais primeur hier uit, dus ik zag ze nog net op tijd. Ik peddel verder tot vlak bij de apotheek, waar ik van de fiets ga loop krom het laatste stukje. Tot mijn grote verbazing zie ik een oud vrouwtje bezorgd naar me kijken. De laatste weken heb ik geleerd dat de Fransen wereldkampioen negeren zijn, dus iedere keer wanneer iemand wel contact zoekt is een verrassing. Ik zeg tegen het vrouwtje dat het wel gaat en vervolg mijn weg.

Nu kun je simpele pijnstillers als paracetamol en ibuprofen in Nederland zo ongeveer overal krijgen, hier moet je voor dergelijke middelen naar de apotheek. In Frankrijk zijn ze immers gek op regeltjes. Het ontbreken van concurrentie betekend overigens wel gelijk dat dit soort eenvoudige middelen hier twee keer zo duur zijn.

Met pijnstillers en een flesje water op zak zoek ik een bankje op om even te gaan zitten. Wat een genot zo'n bankje. Even de bijsluiter lezen om te ontdekken hoeveel van deze rotzooi ik mag hebben en de eerste pilletjes gaan het lijf in. Zitten in de juiste houding helpt ook, dus blijf ik hier maar even zitten.

Terwijl ik daar zit heb ik mooi de tijd om wat na te denken over de toekomst. In de eerste maanden dat ik weg was kon ik me vooral zaken bedenken die ik niet meer wou. De laatste tijd komen er ook eindelijk wat zaken voorbij die ik wel wil. Langzaam begint er zo een plaatje te ontstaan van waar ik me, na mijn terugkeer, mee bezig kan houden en dat is, ruim een half jaar na vertrek, voor het eerst.

Is zo'n rugprobleem toch nog ergens goed voor. Het is immers dankzij de rug dat ik niet kan doen wat ik wil en daarom wel gedwongen ben om na te denken. Maar het denkproces is nu op gang, dus hopen dat de pijnstillers wonderen doen, want ik wil dolgraag verder trekken.

Tijd om weer richting tent te gaan overigens, want het is bitterkoud vandaag. Toen ik de tent verliet was de verwachting dat het nu acht graden zou zijn, in werkelijkheid is het bij twee graden gebleven. Terwijl ik het dorp verlaat zie ik de nevel ook boven de rivier hangen. Feestelijke dag dus weer.

Over de rest van de dag valt weinig te melden, tenzij iemand een epos wenst over een man in een tent. Laat ik dus maar gewoon richting afsluiter van de dag gaan. Met de gehaalde pillen lijkt onderstaande mij wel toepasselijk.