Posts tonen met het label bara-mar. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bara-mar. Alle posts tonen

dinsdag 9 januari 2018

Dag 247: Barà-Mar - Tarragona

Prachtig weer, 32 kilometer en 160 hoogtemeters.

Omdat mijn overnachtingsplek niet echt de moeite van een foto waard was, jullie hebben hier de laatste tijd al genoeg bos gezien, deze keer een foto van vlak na vertrek bij de Arc de Berà.


De Arc de Berà is een Romeinse triomfboog, gebouwd in 13 voor Christus en hij staat midden in de N340. Dat kan maar één ding betekenen, en dat is dat hier in de Romeinse tijd ook al een weg liep en dat is dan ook zo.

De weg vanaf hier naar Tarragona, in de Romeinse tijd Tarraco, is een oude Romeinse weg die tot op de dag van vandaag de Via Augusta heet, naar de keizer die hem begin eerste eeuw uitgebreid liet herstellen.

Ik fiets dus een belangrijk deel van mijn route van vandaag over een Romeinse weg en wie mij een beetje kent, weet dat dat mijn dag al uitstekend maakt. In gedachten zie ik de mensen uit die tijd al om me heen lopen.

Deze boog gaf in de Romeinse tijd de grens van het gebied rond Tarraco aan, maar heeft zijn naam te danken aan een gebeurtenis acht eeuwen later. Een graaf uit Barcelona, Berà genaamd, wist toen zijn gebied naar het zuiden uit te breiden, precies tot deze boog, waarmee de boog opnieuw een belangrijke grens aan zou geven.

De hierna opgerichte plaats ten noorden van de boog, Ronda de Berà of Barà is ook als eerbetoon naar deze graaf genoemd en dus ook het latere dorpje waar ik me vannacht tot tijdelijk inwoner had gebombardeerd. Lekker veel historie om me heen dus.

Een stuk verderop kom ik nog iets tegen dat 2000 jaar oud is, de toren van Scipio. Deze staat vlak langs de N340 en is een grafmonument. Romeinse graven lagen vrijwel altijd langs belangrijke wegen en ongetwijfeld ben ik vandaag langs duizenden Romeinse graven gekomen, maar dit was het enige dat nog zichtbaar was.


Heel gek is dat trouwens niet, want het 'gewone volk', en dat was de overgrote meerderheid, kwam simpelweg in de greppel terecht, zonder merkteken. De meeste andere gedenktekens die hier ooit hebben gestaan zullen in de loop van de tijd weggeroofd zijn om de stenen te gebruiken bij de bouw van huizen. Het kan dus zomaar zijn dat er in de omgeving nog meer resten te vinden zijn.

Na al deze historie kreeg ik dorst, niet zo gek met ruim twintig graden en wat klimmetjes onderweg, maar zin in iets dat ik bij me had had ik niet. Dus stopte ik bij een tankstation om te kijken wat ze in de koeling hadden staan en kocht ik iets dat ik nog niet eerder voor tijdens het fietsen had gekocht.


Met dit weer gaat een biertje er wel in. Hierna fiets ik door naar Tarragona, waarbij ik er langer over doe dan gedacht om de stad in te komen. Hiervoor moet ik namelijk nog een gemeen aanvoelend klimmetje overwinnen. Het bier is me denk ik in de benen gezakt.

Bij het inrijden van het centrum nog een blik op de zee, waarbij ik diverse tankers zie liggen die wachten tot ze de haven in kunnen. Blijkbaar is hier veel petrochemische industrie.


Hierna begint al snel de chaos van een drukke binnenstad. In deze chaos ga ik op weg naar een supermarkt die op Google Maps staat, maar ter plekke vind ik alleen een flatgebouw. Later blijkt de supermarkt kilometers verder te liggen, maar tegen die tijd ben ik al elders geweest voor mijn inkopen.

Na de inkopen naar de Mac voor het opladen en daar bestudeer ik de kaart van de omgeving grondig. Ten zuiden van waar ik ben, en die kant moet ik op, ligt een enorm industrieterrein en als ik daar niet wat in of naast kan vinden, dan moet ik in het donker nog een heel eind fietsen voor ik een plek heb.

Er is welgeteld precies één mogelijkheid die dit kan voorkomen, dus die kant ga ik op na het laden. Ter plekke vrees ik nog even het ergste, want het is hier veel te open, maar gelukkig loopt de grond op enig moment naar beneden, zodat ik hier toch uit het zicht kan staan op een nog niet verkocht stuk industrieterrein. Doet me gelijk denken aan een leuke afsluiter.

maandag 8 januari 2018

Dag 246: Cunit - Barà-Mar

Winderig en zonnig, 17 kilometer.

Ik was er al een beetje bang voor, de wind heeft me aardig wat nachtrust gekost. De hele nacht bleef deze voortdurend het bos rondom me geselen, met de daarbij horende herrie. Na een korte nachtrust word ik dus verre van fris wakker.

Dezelfde wind blijft vervolgens ook nog tot in de middag aanhouden, waardoor ik met een vermoeid lijf maar kort kan fietsen. Niet echt het recept voor topprestaties.


Zodra de wind voldoende is afgenomen om weer veilig te fietsen pak ik mijn spullen in en begin het gevecht met de resterende wind. Een groot deel van de route van vandaag loopt overigens langs het strand, dus ik krijg veel van onderstaande te zien.


Behalve strand en veel palmbomen aan de ene kant, aan de andere kant een paar uitwisselbare dorpjes. Het is echt onvoorstelbaar hoeveel alles hier op elkaar lijkt. De plaatsnaambordjes niet meegerekend, zie je het verschil tussen de dorpjes vaak alleen aan het gebruikte straatmeubilair.

Ik kan me niet voorstellen dat deze eenheidsworst een blijvende trekkingskracht heeft op toeristen en het zou me niet verbazen als inmiddels de Russen deze dorpjes grotendeels hebben overgenomen van bijvoorbeeld de Nederlanders, Duitsers en Engelsen.

Helaas zie je het overal langs de kust gebeuren dat sommige plaatsen en streken niet blijven investeren en daardoor steeds verder afglijden op de toeristische ladder. Onderaan deze ladder zitten vaak de all-in vakanties voor Russen. Zodra die groep er zit gaat het vaak alleen maar sneller bergafwaarts, omdat er een kaalslag ontstaat bij de lokale restaurants en barretjes, omdat mensen buiten het hotel niets meer eten en drinken.

De vrijwilligers die wekelijks bezig zijn om de omgeving te restaureren waar ik gisteren sliep om 'kwaliteitstoerisme' aan te trekken hebben het in ieder geval wel begrepen. Met de komst van de belachelijk goedkope vluchten is het niet meer genoeg om zon, zee en zuipen aan te bieden, want dat kunnen ze elders goedkoper. Om mee te blijven doen zul je meer moeten bieden en dat besef is nog altijd niet genoeg doorgedrongen hier.

Ze hebben hier nog één geluk, en dat is het weer in voor- en najaar. In die periode komen er namelijk nog wel meer westerse toeristen, omdat die steeds vaker het geld hebben voor een tweede, of zelfs derde vakantie. Wat hebben we het toch slecht. Daarnaast zijn er natuurlijk nog de overwinteraars, maar die ga ik vooral verder naar het zuiden zien.

Persoonlijk ben ik overigens nooit een strandtype geweest. Ik heb meer met cultuur en historie. Op de zee ben ik dan wel weer gek, maar dan bij voorkeur bij slecht weer. Weinig zo indrukwekkend als de rauwe kracht van de zee die brult als een leeuw. Vandaag is de zee echter zo kalm als een pluche leeuw en dan gaat het wel een keer vervelen.

En ik maar denken dat ik niet veel te melden had over deze dag met weinig kilometers. Een kort stuk is het weer niet aan het worden. Wel een kort stuk was het van de zee naar de supermarkt. Het duurde alleen wel even voor ik daar ben.

Ik moet namelijk een weg over waar ik nog heel veel van te zien ga krijgen, de N340 pik ik hier namelijk voor het eerst op. Oorspronkelijk was deze weg ruim duizend kilometer lang, van Barcelona tot Cádiz. Grote delen zijn echter tegenwoordig vervangen door snelweg en daarmee niet meer voor mij toegankelijk.

Hier is die dat nog wel, althans in theorie. In de praktijk duurt het ruim een kwartier voor ik de weg over kan steken om er daarna gebruik van te kunnen maken. Ik begrijp gelijk waarom hij op zoveel plekken is vervangen door een snelweg.

Na een kilometer kan ik er alweer vanaf om bij een supermarkt te stoppen voor de inkopen van vandaag. Hierna neem ik even plaats op een bankje om Google Maps te bestuderen voor een geschikte overnachtingsplaats, en ik zie dat er op 200 meter van me een veelbelovende locatie is.

Na enig zoeken weet ik daar een plekje te vinden waar, net als gisteren, mijn tent met enig passen en meten precies past. Een paar wat kleinere struiken moeten de nacht noodgedwongen gebogen doorbrengen, maar dat zullen ze wel overleven. Tijd dus voor de afsluiter. Die struiken doen me aan een artiest denken deze keer.