Wat een wonderlijk vormgegeven wezen
Een welhaast buitenaardse verschijning
Dat bolle lijf, die lange, kromme snuit
Honderd maal vergroot past hij zo in de film
Door moeder in een hazelnoot achtergelaten
Na het vallen der noot naar buiten geknaagd
Vervolgens een weg in de ondergrond gebaand
Na één of twee jaar klaar om te verpoppen
Volgroeid op zoek naar zijn favoriete maal
Bloemen is waar hij stengels voor beklimt
Echter gefopt door stengels van glasfiber
Paraderen er nu tien over mijn tentstokken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten