vrijdag 5 januari 2018

Dag 243: El Prat de Llobregat - Rustdag

Na zeven dagen fietsen tijd voor wat rust en wat beschouwingen.

Zeker na een dag als gisteren gaat een dag rust er in bij me. Aangezien gisteren ook alweer de zevende dag achter elkaar fietsen was, vind ik persoonlijk dat ik een rustdag echt verdiend heb.

Over vandaag valt dus niet zo heel veel te melden. Ik heb wat geschreven, gelezen en een filmpje gekeken. Daarnaast vandaag, nieuwjaarsdag, ook gedaan wat ik eigenlijk afgelopen nacht had willen doen, maar toen was ik nog onderweg en later was ik te vermoeid. Ik heb lekker een flesje cava opengetrokken en heb genoten van de bubbels. Een proost met mezelf op het nieuwe jaar dus.

Daarnaast ook alle tijd gehad om een beetje na te denken over de laatste weken. Ik heb natuurlijk erg veel meegemaakt en het meeste hiervan is op dit blog geschreven en zal ik dus niet herhalen. Ik wil wel van deze rustdag gebruik maken om twee zaken te benoemen die ik nog niet eerder uitgebreid besproken heb.

Rivieren

Allereerst wil ik het over rivieren hebben. Ik ben gek op rivieren en dan met name de grotere rivieren. Niet zozeer om hoe ze er nu uitzien, maar vooral om hun invloed op het landschap. Ik heb een paar weken langs grote rivieren als bijvoorbeeld Saône en Rhône gefietst en natuurlijk ook al de Maas, de Marne en diverse andere rivieren en de sporen in het landschap vind ik altijd fascinerend.

Die sporen bestaan niet alleen uit kloven die her en der in het landschap te zien zijn, maar werden heel vaak ook pas echt zichtbaar op het moment dat ik mijn tent aan het plaatsen of opruimen was. De ondergrond waar ik mijn tent vaak had staan was namelijk vaak een direct gevolg van de rivieren over een periode van duizenden jaren en meer.

Rivieren veranderen nog wel eens van koers, stromen over etcetera. Daarbij is het dus niet vreemd dat in de buurt van de huidige rivieren de grond bestaat uit zaken die door een rivier ooit op die plek afgezet zijn.

Denk hierbij aan grind, of zand, of klei om maar wat te noemen. Die ondergrond die de rivieren achter hebben gelaten is vervolgens weer bepalend voor de landbouw. Het soort gewassen dat je aan kunt treffen is vaak duizenden jaren ooit een keer bepaald door een koerswijziging of overstroming van een rivier en dat vind ik dus echt prachtig om te zien. Iedere dag dat ik in de buurt van een rivier lag met mijn tentje was ik dus uitgebreid de grond aan het bestuderen.

Catalaanse onafhankelijkheid

Ik ben een groot liefhebber van de Catalanen en Catalunya sinds ik er in 2000 een half jaar heb gewoond en gewerkt. Toch heb ik geen mening over het wel of niet onafhankelijk worden van Catalunya, terwijl ik normaal overal een mening over heb. Daar zit natuurlijk wat achter.

Allereerst, het hangt hier in het binnenland helemaal vol met uitingen voor onafhankelijkheid. Langs de kust is dat veel minder en daar heb je gelijk de verdeling in stemmen. Het binnenland wil onafhankelijkheid, de kust die het van de toeristen uit het buitenland moet hebben wil in meerderheid onderdeel van Spanje blijven. Nu weer naar mijn gedachten.

Ik ben voor een samenleving waarin iedereen zijn of haar eerlijke deel krijgt en geeft. Dat hoort volgens mij de basis te zijn, niet de vlag of de naam van het land waar je toevallig in geboren of woonachtig bent. Onafhankelijkheid kan een middel zijn om zo'n samenleving te krijgen.

Helaas is de helft van de Catalanen onafhankelijkheid echter steeds meer als doel op zichzelf gaan zien en daar heb ik wel wat op tegen. Onafhankelijkheid is nooit alleen een antwoord op de vragen die we voor ons hebben.

Pas als blijkt dat het samen echt niet kan kom je bij een moment dat je het alleen moet proberen. Nu kan ik het wantrouwen van de Catalanen richting Madrid wel begrijpen, want Madrid is te vaak een onbetrouwbare partner gebleken. De insteek hoort dan volgens mij in eerste instantie te zijn om de partner wel betrouwbaar te maken. Samen sta je immers sterker wanneer er een basis van vertrouwen is.

Daarnaast vind ik het ook gek dat het altijd de Catalanen tegen Madrid lijkt, met soms ook de Basken erbij. Ik ben er van overtuigd dat alle regio's bepaalde zaken liever zelf regelen dan door Madrid opgelegd te krijgen, zelfs als ze het eens zijn met de beslissingen van Madrid. Waarom probeer je niet eerst de aard van het land aan te passen door met het hele land samen aan een betere toekomst te werken?

En zo denk ik dus over wat soms willekeurige zaken op een rustdag. Morgen weer fietsen en om me heen kijken.

donderdag 4 januari 2018

Dag 242: Teià - El Prat de Llobregat

Dwars door Barcelona op oudjaarsdag, 52 kilometer en 140 hoogtemeters.

Bij het verlaten van mijn tent blijk ik weer eens een huisdier te hebben, deze keer een wandelende tak. Tot op heden kende ik deze beestjes alleen in gevangenschap, dus mooi er een keer één in het wild te zien.


Ik lag vannacht overigens lekker zacht, want ik stond weer eens tussen de dennenbomen met op de grond een dikke laag dennenaalden die als extra mattas dienst deden.


Wel een omgeving waarin wandelende takken lastig te zien zijn. Op de foto hieronder staat hij nog een keer, de volgende keer dat ik keek kon ik hem met geen mogelijkheid meer vinden.


Direct na vertrek duik ik nog even een supermarkt in, want die zijn hier uiteraard ook morgen gesloten op nieuwjaarsdag en gaan vandaag eerder dicht. Het is er goed druk en met name garnalen lijken erg in trek.

Gisteren was ik Barcelona al zo dicht mogelijk genaderd, dus zit ik vandaag eigenlijk al direct na vertrek in de voorsteden. Hier ontdek ik voor het eerst dat het vandaag een lange dag gaat worden.

Ik wist al dat het centrum van Barcelona gevuld is met stoplichten, ik ontdek nu dat dat al in de voorsteden begint. Vanaf hier tot in ieder geval het centrum van Barcelona iedere 200 meter een stoplicht. Wat een feest!

Tijdens een pauze op een pleintje in voorstad Badalona mag ik overigens ook nog even meeluisteren met de twee parkieten in de boom naast me, die luidkeels de laatste roddels aan het uitwisselen zijn met de parkieten vijf bomen verderop. Vrolijke, maar erg luidruchtige beestjes.


Inmiddels begint het al laat in de middag te worden en dreig ik de Sagrada Familia pas na zonsondergang te bereiken. Het begint echter zo rustig te worden op straat, dat ik op enig moment een hele serie stoplichten kan negeren en zo toch nog weer wat tijd weet te winnen.

Het is onwerkelijk om deze normaal stampvolle straten volledig verlaten te zien. Het is alsof deze miljoenenstad gisteren ineens is leeggelopen. Pas vlak voor de Sagrada Familia begint er weer een beetje leven in te komen.


Rondom de Sagrada Familia zelf is er natuurlijk genoeg leven, zeker in verhouding tot wat ik tot nu toe gezien had, want toeristen zijn er altijd. Het is er niet zo druk als in de zomer, maar druk genoeg.


Het is enerzijds mooi om te zien dat de bouw de laatste jaren flink aan het opschieten is, maar ook wel triest om te zien dat de oudere delen inmiddels alweer aan een flinke restauratie toe zijn.


Veel tijd gun ik mezelf niet op deze plek, want ik heb nog een flink stuk, en dus ook veel stoplichten te gaan. Iets verderop moet ik echter van de fiets, want hier lopen wel heel veel mensen me voor de voeten.


Ruim tienduizend hardlopers komen voorbij in wat blijkbaar een traditie is in Spanje. Nederlanders duiken op nieuwjaarsdag het water in, Spanjaarden rennen tien kilometer op oudjaarsavond.


Na de passage van deze hardlopers kan ik verder naar mijn volgende doel, het monument voor Columbus. Hier heb ik veel tijd doorgebracht in 2000, toen ik voor ik in Calella ging werken een kleine twee weken in Barcelona ben geweest. Dit monument ligt op het einde van de Rambles, maar die heb ik niet gevolgd om hier te komen. Op de Ramblas zet ik geen voet meer, want die is volledig verpest door het massatoerisme en de bijbehorende nadelige gevolgen als prostitutie, zakkenrollers en ronduit belachelijke prijzen.

De vele tijd die ik hier doorgebracht heb was dankzij Lulu, een Braziliaanse die ik tijdens mijn tweede dag in Barcelona had ontmoet. In de middag kwamen we hier altijd samen voor een laat ontbijt en vooral heel veel praten. Na het vallen van de avond gingen we dan op zoek naar plekken met live muziek en nadat de café's gesloten waren gingen we weer verder met praten, vaak tot vroeg in de ochtend, om daarna de volgende dag het ritueel te herhalen. Zelden iemand getroffen waarmee ik over zoveel verschillende onderwerpen zo uitgebreid kon praten.

Vandaag ga ik hier ook weer even zitten, maar nu om te pauzeren. Op dat moment denk ik nog dat het de laatste pauze van de dag is, maar dat blijkt weer anders te lopen. Google Maps geeft aan dat ik vanaf hier via de haven de stad kan verlaten, dus die kant fiets ik op. Na een paar kilometer stuit ik echter op een slagboom en een agent van de havenpolitie. Hier mag ik helemaal niet langs.

Er zit dus niets anders op dan terug te fietsen en daarna weer een stuk de stad in om om Montjuich te gaan in plaats van er onderdoor. Hierdoor maak ik niet alleen extra kilometers, ik zit ook weer tussen de stoplichten en inmiddels is het wel druk op straat.

Het word dus later en later, maar uiteindelijk ben ik eindelijk de stad uit en fiets ik vervolgens El Prat de Llobregat binnen. Hier is het weer volkomen uitgestorven, maar opvallender, hier ruikt het overal intens naar garnalen. Met feestdagen blijkbaar dé maaltijd hier.

Na El Prat de Llobregat moet ik nog langs de luchthaven en dat duurt langer dan me lief is. Omdat het zo'n lange dag is begint de vermoeidheid namelijk zijn werk te zien en zakt de snelheid in elkaar. Gelukkig heb ik hierna niet lang meer te gaan.

Vlak na de luchthaven is het middernacht en ga ik dus heel toepasselijk fietsend het nieuwe jaar in. Een kwartier later ben ik eindelijk bij een overnachtingsplek en kan ik mijn tent opbouwen. Morgen maar eens lekker een rustdag, ik kan het na vandaag wel gebruiken.

Als afsluiter een nummer dat ik live heb zien en horen uitvoeren in 2000 tijdens een festival in de haven van Barcelona.

woensdag 3 januari 2018

Dag 241: Calella - Teià

Een bijzondere nacht. Overdag langs de kust met prachtig weer, opladen, 35 kilometer en 200 hoogtemeters.

Terwijl ik gisteren mijn tent aan het opzetten was dacht ik wat hoor ik toch? Tegen de tijd dat ik in de gaten had wat ik hoorde, een snuffelend zwijn, had het zwijn mij ook in de gaten en begon wat meer herrie te maken. Zo bleven we even onbeweeglijk bij elkaar in de buurt, tot ik bewoog en daarbij wat geluid maakte, toen zette het zwijn het op een rennen en ik kon op dat moment horen dat er in ieder geval nog een tweede zwijn was. Gezien had ik ze echter niet, daar was het te donker voor.

Ik ging rustig verder met het opzetten van mijn tent en zodra dat klaar was ging ik de tent in. Het duurde nog geen vijf minuten of het zwijn kwam weer tevoorschijn, en nog één en nog één en nog één. Het waren zeker vier à vijf zwijnen die ik hoorde, maar mogelijk meer.

Ze leken zich niets aan te trekken van het feit dat mijn tent er stond, want ze gingen even uitgebreid door de grond wroeten vlak naast mijn tent. Als ik een arm naar buiten had gestoken had ik een zwijn aangeraakt, zo dichtbij waren ze.

Alles bij elkaar bleven ze een klein half uur in het stukje bos rond mijn tent voor ze weer verder trokken en in de tussentijd genoot ik met volle teugen. Ik had al heel wat zwijnen gezien onderweg, soms van dichtbij, maar letterlijk tussen de zwijnen liggen, dat had ik nog nooit meegemaakt. Wat een unieke ervaring!

De volgende ochtend kon ik zien dat het ook nog aardige klimmers zijn, want ze waren van een behoorlijk steil pad afgekomen. Een pad dat inderdaad precies bij mijn tent uitkwam.


Nadat ik alles ingepakt heb en naar de weg ben gelopen, heb ik gelijk de zee naast me en die blijft me de hele dag gezelschap houden. Zon, zee en een graad of zestien, wat een straf.

Zo gaat de dag voort, zonder al te veel noemenswaardigheden. Eerlijk gezegd lijken al die kustplaatsjes namelijk erg veel op elkaar. Er is niet iets dat er qua omgeving erg uitspringt.

Wel in grote mate aanwezig hier, wielrenners. Profs, amateurs en liefhebbers, ze komen hier allemaal graag trainen. Soms alleen en soms in flinke groepen. Ze groeten overigens bijna allemaal naar mij als collega fietser. Sommigen kijken me daarbij aan of ik gek ben, anderen kijken vol respect.

Meest opvallende onderweg was eigenlijk ook een wielrenner. Tot mijn grote verrassing zie ik iemand voorbij komen in de outfit van Wonderful Pistachios. Een zeer bescheiden Amerikaans team dat al vijf jaar niet meer bestaat. Een voormalig prof die zich hier heeft gevestigd? Het zou zomaar kunnen.

Na het fietsen kwam vandaag nog het opladen bij een Mac en aansluitend weer het zoeken naar een plek voor de nacht. In dit geval was dat nog een hele opgave. Langs de kust lopen hier immers altijd heuvels en die moest ik in om een plek te kunnen bereiken. De heuvels zijn hier echter nogal steil en pas helemaal bovenop vond ik een plekje. Laat in de avond was ik dus mijn fiets nog een heuvel aan het opdrukken, want voor fietsen was het te steil.

Gelukkig leverde het uiteindelijk wel een mooi plekje op en morgen kan ik in ieder geval beginnen met een fijne afdaling voor ik koers zet naar Barcelona, één van mijn favoriete steden. Voor nu rest echter enkel nog de afsluiter van de dag. De inspiratie voor deze zat in die wielrenner.

dinsdag 2 januari 2018

Dag 240: Lloret Blau - Calella

Terug in de tijd, 29 kilometer en 120 hoogtemeters.

Toen ik vanmorgen mijtent uit wilde gaan ontdekte ik dat ik weer een huisdier had afgelopen nacht. Een krekel had mijn voortent als zijn tijdelijke woonplaats uitgekozen. Uiteraard heb ik hem netjes weer de natuur ingeholpen voor ik mijn tent af heb gebroken.


Aan de voorzijde van mijn tent uitzicht op wat bomen, met tussen die bomen een klein doorkijkje.


Ingezoomd komt wazig Lloret de Mar in beeld, de plaats die bestaat bij de gratie van de jeugdzonde. Is dus maar goed ook dat het beeld wat wazig is, want dat is het beeld op jeugdzondes vaak ook.


Direct achter mijn tent tref ik een Romeins mozaïek aan.


Aan de achterkant zijn ze met elkaar verbonden met plastic en dat is natuurlijk een enorme ontdekking. Dit kan immers enkel betekenen dat de Romeinen plastic hebben uitgevonden, veel eerder dus dan we tot nu toe dachten. Mooi werk dat archeologie.


Eenmaal alles ingepakt loop ik naar de weg, stap ik op de fiets en laat de remmen los. Tegen de tijd dat ik voor het eerst op de trappers trap ben ik al een paar kilometer verder. Ging het altijd maar zo eenvoudig.

Ik fiets door de rand van Lloret, maar laat het centrum links liggen, en ga direct in de richting van Blanes. Daarvoor moet er wel weer geklommen worden, want er ligt een leuke heuvel tussen de twee.

Ook in Blanes beperk ik me tot de rand, met beide plaatsen heb ik niet zoveel. Pas na Blanes fiets ik wat dichter naar de zee, om in Malgrat de mar voor het eerst de zee te bereiken. Vanaf hier begint het snel bekend terrein te worden en dat begint al direct met het kantoor van een reisorganisatie waar ik ooit een buskaartje naar Nederland heb gekocht, omdat alle vliegtuigen volgeboekt waren.

Het is overigens heerlijk weer vandaag, met eem graad of zestien en volop zon. Ik zou zo aan het strand kunnen gaan liggen, maar ik ben helaas mijn bikini vergeten.

Het is bijna surealistisch om in deze tijd van het jaar door Malgrat en het naastgelegen Santa Susanna te fietsen. De straten, die ik enkel ken zo vol met mensen dat je over de hoofden kunt lopen, zijn vrijwel uitgestorven en 95% van de zaken zijn dicht. Echt bevreemdend.

Nadat ik dit even op me in heb laten werken fiets ik verder, mijn doel van vandaah en de ondergaande zon tegemoet. Een ondergaande zon die zorgt voor fantastische taferelen.



Na het stukje boerenland dat volgt te hebben gepasseerd komt eindelijk mijn doel. Via Pineda de Mar fiets ik Calella binnen, de plaats waar ik in 2000 een half jaar gewoond en gewerkt heb bij een zaak die zich in voor- en naseizoen bezighield met Engelsen, maar het grote geld verdiende in de zomermaanden als Jan Patat.

Eerst ga ik de ellenlange hoofdwinkelstraat in, die feestelijk versierd is. Hier is het wel druk, maar dan vooral met locals. Calella heeft een deel dat echt voor de toeristen is, maar daarnaast ook een behoorlijk deel dat een normale stad is.

Helaas zie ik dat de Malibu, de andere zaak van mijn voormalig werkgever gesloten is. Ik was wel benieuwd of ik er nog bekende gezichten aan zou treffen. Ik wist al dat de zaak waar ik heb gewerkt niet meer is waar hij was, maar op de plek waar hij nu zou moeten zitten tref ik enkel een gesloten rolluik aan zonder aanduiding van wat er achter dat luik zit. Geen idee dus of ze nog bestaan.

Dat ze verhuisd zijn was overigens niet zo gek, want de hoek waar ze zaten liep in 2000 al hard achteruit. Ze moesten het vooral hebben van de Nederlandse discotheek die om de hoek zat, maar die kon de concurrentie niet meer aan met de grote discotheken die meerdere dagen per week wereldberoemde DJ's als bijvoorbeeld Tiësto hadden staan.

Op de plek waar ik ooit gewerkt had stond nu een troosteloos ogend Indiaas restaurant, dat uiteraard gesloten was voor de winter. Op de betere hotels na was overigens de hele toeristenbuurt dichtgetimmerd voor de winter.


Letterlijk een blok verder het complex waar ik gewoond heb. Op de foto hieronder was het de woning boven die waar de lichten branden. Op de trap voor dit gebouw ga ik even zitten om alles op me in te laten werken. Er is hier letterlijk niets veranderd. Het supermarktje heeft nog altijd dezelfde, inmiddels vervagende, reclameborden hangen en zelfs het hotel dat toen al aan sloop en nieuwbouw toe was staat er nog.


Het is echt alsof de tijd hier stil heeft gestaan. Ook als ik nog wat verder door het toeristische deel fiets herken ik alles direct. En ik maar denken dat er af en toe vernieuwing nodig is om toeristen te blijven trekken. Hier blijkbaar niet.

Het begint echter al laat te worden, dus is het tijd om een plekje op te zoeken. Deze vind ik aan de andere kant van de vuurtoren, in 2000 nog het einde van mijn wereld. Hier maak ik iets heel bijzonders mee, maar dat bewaar ik voor morgen.

Als afsluiter niet de grote zomerhit van 2000, want als ik die hoor word ik nog altijd niet goed. Nee, laat ik een wat bescheidener en vooral leuker nummer uit 2000 nemen.

maandag 1 januari 2018

Dag 239: Girona - Lloret Blau

Terug naar de kust, 30 kilometer en 250 hoogtemeters.

Hoewel het gisteren lang zoeken was naar een plekje, bleek het uiteindelijk wel een heerlijk rustig plekje te zijn. Ik zat in een stuk niemandsland, tussen een snelweg en een spoorweg in. De snelweg was ver genoeg weg om er geen last van te hebben en over het spoor had ik al helemaal niets te klagen. In verhouding tot wat ik gewend ben van spoorlijnen lijkt dit wel fluisterspoor, net zoals er volgens mij fluisterasfalt op de snelweg ligt.

Daarnaast had ik ook nog eens een wijds uitzicht, dus wat wil een mens nog meer? Eenvoudig terug naar de weg om mijn weg te vervolgen zou nog wel fijn zijn.


Gisteravond was ik vanuit het noorden naar hier gekomen en ik zie op de kaart dat als ik het boerenweggetje dat langs het veld loop naar het zuiden volg, ik ook weer bij de grote weg kan komen. Ik moet zuidwaarts, dus uiteraard neem ik die route.

Wat zo'n kaart dan weer niet laat zien, is de staat van de weg. Na honderd meter beginnen de problemen namelijk al. Hier zijn diepe sporen getrokken door tractoren en op sommige plekken zitten er zelfs enorme scheuren in de grond door de droogte die hier intens kan zijn.

Daar bovenop komt al snel een heel steil stuk naar boven. Even heb ik nog de hoop dat dit de enige onbereidbare klim is op dit pad, maar eenmaal boven zie ik dat het hele pad meer op een achtbaan lijkt dan op een weg. Dat werd dus lopen, want terug doe ik niet aan.

Na zes keer mijn fiets een steile oneffen bult opgeduwd te hebben, en als ik zeg steil, dan bedoel ik ook steil, een procent of 25, zie ik eindelijk asfalt in de verte. Laat auto's maar over hobbelwegen rijden en fietsers en bussen over asfalt, dan is het fileprobleem snel opgelost.

Eenmaal op het asfalt kan het fietsen echt beginnen, maar echt snel gaat het vandaag niet. Het loopt namelijk voortdurend op en af en de wind staat tegen. Omstandigheden voor een zware dag dus.

Dan zijn er ook nog de rotondes, die hier soms immens zijn. Vandaag maak ik tot drie keer mee dat ik meer dan 500 meter op een rotonde zit. In twee van die drie gevallen moet ik de laatste afslag op de rotonde hebben, die hemelsbreed maar twintig meter zat van de plek waar ik de rotonde betrad.

Halverwege de dag sla ik af richting het oosten om weer richting de kust te gaan. Hierna doe ik nog even inkopen en daarna is het klimmen geblazen. Iedereen die de Costa Brava kent weet dat er naast de kuststrook een heuvelzone ligt en daar miet je dus altijd overheenom van het binnenland naar de kust te komen en vice versa.

Deze specifieke klim blijkt over een lange aanloop te beschikken. Een veel te lange aanloop als je het mij vraagt. De resterende hoogtemeters nemen nauwelijks af, maarde meters naar de top wel. Als dat maar lang genoeg duurt, dan komt er altijd een moment dat het steil gaat worden en dat is nu dus ook het geval.

Met nog ruim een kilometer tot de top vliegt het percentage de hoogte in, samen met de heuvel, en het duurt dan ook niet lang voor ik noodgedwongen te voet verder moet. Het went zullen we maar zeggen.

Terwijl ik zo omhoog klauter kijk ik toevallig ook nog even op het juiste moment op, waardoor ik een prachtige vallende ster zie. Gelijk vergeet je op zo'n moment dat je jezelf in het zweet aan het werken bent en alles is ook direct weer de moeite waard.

Gelukkig hoef ik overigens niet tot helemaal bovenaan deze heuvel, want op het einde zit nog een stukje tunnel met een prachtige echo, waardoor ik even Lawrence of Arabia na kan doen. Mocht die verwijzing je niets zeggen, ga dan heel snel deze klassieker bekijken.

Het einde van de tunnel is ook het einde van de klim, dus kan ik, na even op adem te zijn gekomen, me naar beneden laten rollen, tot ik bij het zijweggetje ben gekomen waar ik een plek voor mijn tent verwacht te vinden.

Honderd meter verderop is het inderdaad bingo en kan ik mijn tent opzetten, terwijl ik tussen de bomen de lichtjes van Lloret de Mar onderaan de heuvel zie schitteren. Nog één nachtje slapen en ik ga weer even terug in de tijd, maar daarover morgen meer. Nu enkel nog de dagafsluiter.