zondag 18 maart 2018

Dag 300: Malaga - San Sebastian deel 2

De binnenlanden van Spanje in.

Het is voorbij met de costa, afgelopen met zee en strand. De bus gaat vanaf nu in een, vrijwel, rechte lijn noordwaarts, allereerst dwars door de binnenlanden van Spanje. Een voor mij compleet onbekend gebied, dus ik ben dan ook erg benieuwd hoe het er uit gaat zien.

Het eerste stuk krijg ik helaas echter niet veel te zien van de ruimere omgeving. Van Motril tot vlak voor Granada, het stuk langs de Sierra Nevada met zijn indrukwekkende pieken, komt het namelijk met bakken uit de lucht, waardoor het zicht bijzonder minimaal is. Gelukkig had ik de Sierra Nevada al vanaf de kust kunnen zien, dus ik mis niet iets dat ik nog nooit heb gezien.

Ik hoef me echter absoluut niet te vervelen, want de weg zelf is hier al behoorlijk spectaculair met vele bruggen en gedeeltelijk verwijderde heuvels. Een stukje van ruim acht kilometer was zo lastig aan te leggen dat ze er ruim zes jaar over gedaan hebben. De uitdagingen zijn hier nu eenmaal anders dan we in Nederland gewend zijn.

Vlak voor Granada stopt het niet alleen met regenen, de lucht boven ons is ineens strak blauw. De invloed van heuvels en bergen op het weer heb ik altijd prachtig gevonden en zelden heb ik een mooier voorbeeld in de praktijk gezien. De hele zuidelijke helft van Spanje gaat gebukt onder zware regens, maar hier is het volkomen helder omdat de buien blijkbaar de bergen niet over komen.


Het is hier overigens ook volkomen vlak en dat is mogelijk nog verrassender. In Spanje kom je bijna nooit uitgebreide vlakke stukken land tegen, omdat Spanje niets anders is dan een hele grote kreukelzone van de voortdurend in beweging zijnde aardkorst.

Tegelijkertijd zitten we hier overigens wel op ruim 700 meter boven zeeniveau. Waarschijnlijk is dit een enorme vallei die ooit ontstaan is tussen de bergen, die langzaam gevuld is met de sedimenten die afkomstig zijn van de omliggende bergen. Door dit geleidelijke vullen is waarschijnlijk het opvallend vlakke landschap ontstaan.

Een vlakte die al eeuwenlang aantrekkelijk genoeg is om te gaan wonen. Granada is immers al zeer lang een forse stad, omgeving door vruchtbare landbouwgrond en veilig tussen de bergen. Als ik het landschap zie, dan begrijp ik direct waarom hier de geschiedenis zo rijk is. Dit is altijd al een goede plaats geweest om te overleven en zelfs te bloeien als samenleving.

Helaas zie ik van Granada zelf niets dat de moeite waard is. Deze stad blijft dus nog op mijn verlanglijstje staan. Een mens moet immers wensen en doelen blijven houden.

Direct na Granada beginnen de bergen en heuvels weer. Vanaf Motril volgen we al de A44 en die blijven we volgen tot we bij de A4 richting Madrid komen. De A44 is een weg die voortdurend op en af gaat en waarschijnlijk zeer kostbaar was in de aanleg, net als vele ander snelwegen in dit bergachtige land.

Vanuit Nederlands perspectief is het altijd zo makkelijk oordelen over andere landen, maar zodra je het landschap hier ziet begrijp je al snel dat vele overheidstaken hier stukken duurder zijn dan ze in Nederland zijn, enkel vanwege het landschap. Laten we dus niet te snel oordelen over andere landen, zonder ons bewust te zijn van de omstandigheden.

De A44 beweegt zich bijvoorbeeld grotendeels tussen de 500 en ruim 1000 meter boven zeeniveau, met daarbij ontelbaar veel tunnels en viaducten. Dit zorgt overigens wel met regelmaat voor bijzonder spectaculaire uitzichten, zeker op de hogere plekken. Je lijkt dan bijna de hoogte van de wolken te halen.


Op bovenstaande foto trouwens één van de weinige stukken natuur die hier te vinden zijn. Bijna ieder stukje grond is hier namelijk in gebruik als landbouwgrond. En dan niet voor normale gewassen, maar voor ontelbaar veel olijfbomen.


Ik dacht dat ik onderweg al heel wat olijfbomen had zien staan, maar achteraf gezien was dat helemaal niets. Vandaag zie ik in een paar uur tijd vele malen meer olijfbomen dan ik tot nu toe in mijn hele leven had gezien. Dit gebied is de olijfschuur van Europa om het zo maar even te zeggen.

Om te kijken hoe uitgestrekt dit gebied is pak ik Google Maps er maar even bij en kijk vol verbazing naar de satellietfoto. Tientallen kilometers alle kanten op vanaf waar ik ben staan bijna alleen maar olijfbomen. Af en toe een dorpje of een stukje bos, verder enkel en alleen olijfbomen.

Niet dat ik zelf tientallen kilometers om me heen kan kijken overigens, meestal maar een paar honderd meter. We rijden namelijk voortdurend tussen heuvels door en dat maakt de aanwezigheid van al die olijfbomen nog indrukwekkender. Die staan hier namelijk regelmatig op uitzonderlijk steile hellingen, waar je nauwelijks kunt staan. Ieder voor mensen bereikbaar plekje heeft een olijfboom gekregen.

Helaas is het bijna de hele dag grijs en grauw met regelmatig regen, want ik ben erg benieuwd hoe het hier is met zonneschijn. De kleuren van het landschap zijn namelijk uitzonderlijk, maar op zo'n grauwe dag als vandaag is dat natuurlijk niet op de foto te krijgen.


Om te beginnen is er natuurlijk olijfgroen. Niet alleen van de olijfbomen overigens, nee ook van de korstmossen die op de rotsen zitten. Olijfgroen is daardoor de meest voorkomende kleur.

De ondergrond is meestal wat flets okergeel. Mogelijk is dat fletse vanwege het grauwe weer. Zelfs met dat grauwe weer is de kleur geel echter niet te missen. Overal schijnt het okergeel door het olijfgroen door.

Af en toe is er ook nog okerrood te zien, omdat sommige rotsen hier rood gekleurd zijn, net als het zand op sommige plekken. De combinatie van olijfgroen, okergeel en okerrood geeft een uitzonderlijk schouwspel waar ik uitgebreid van geniet. Maar al te graag kom ik hier ooit op een zonnige dag terug om de kleuren dan nogmaals te aanschouwen.

Nu had ik oorspronkelijk het idee om dag 300 in twee delen te publiceren, maar dit stuk is alweer lang aan het worden en Madrid is nog niet eens in zicht. Voor nu laat ik het dus hierbij en op korte termijn komt er een deel drie om de rest van deze dag te beschrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten